ECLI:NL:GHDHA:2021:1402
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WOZ-waarde van onroerende zaak en de vaststelling door de Heffingsambtenaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam, waarin de Heffingsambtenaar van de gemeente Gorinchem de WOZ-waarde van de woning van belanghebbende heeft vastgesteld op € 244.000 per 1 januari 2018. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, maar de Heffingsambtenaar heeft het bezwaar ongegrond verklaard. De Rechtbank heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna belanghebbende in hoger beroep is gegaan. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de gemachtigde van belanghebbende via Skype deelgenomen aan de zitting. Het Hof heeft vastgesteld dat de Heffingsambtenaar de waarde aannemelijk heeft gemaakt door middel van een taxatieverslag en een matrix met vergelijkingsobjecten. Het Hof oordeelt dat de Heffingsambtenaar voldoende rekening heeft gehouden met de verschillen tussen de woning van belanghebbende en de vergelijkingsobjecten. De waarde is vastgesteld op basis van een systematische vergelijking met andere woningen in dezelfde wijk en straat. Het Hof concludeert dat de Heffingsambtenaar de waarde niet te hoog heeft vastgesteld en bevestigt de uitspraak van de Rechtbank. Het hoger beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard.