Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Verenigde Tankrederij Holding B.V.,
2. [geïntimeerde 2] B.V.,
1.Het geding
2.De feiten
grief Izich (deels) keert. Met inachtneming van deze grief en aangevuld met enkele andere feiten gaat het hof in hoger beroep uit van het volgende.
Drag
Drag Along Mampaey
3.De beoordeling van het hoger beroep
grieven II tot en met VIstrekken ertoe dat het hof de gevorderde voorzieningen op de hierna vermelde gronden zal toewijzen en lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
launching customerte fungeren door de eerste iDL-systemen te kopen;
Drag Along Mampaey’) jo 15.6 van de (bij het Addendum PAO gewijzigde) PAO. Ook zijn VT c.s., door aan die aandelenoverdracht niet mee te werken, tekortgeschoten in de nakoming van hun verplichtingen onder art. 15 PAO, aldus Mampaey.
Drag Along Mampaeyis voldaan.
Drag Along Mampaeyde overdracht aan een derde mogelijk te maken, en is met die bepaling nimmer bedoeld mogelijk te maken dat Mampaey met medewerking van een derde in een samenwerkingsverband over de aandelen/activa van Innodox zal kunnen beschikken.
Drag Along Mampaey’-bepaling is voldaan. Of Mampaey ten behoeve van de voorgenomen samenwerking met Aerolift de
Drag Along Mampaeykan inroepen en deze ook kan worden geactiveerd buiten gevallen van overname en/of pensionering van de (indirect) bestuurder van Mampaey, moet worden beantwoord door uitleg van die bepaling, waartoe (mogelijk) getuigenbewijs nodig is. Voorshands acht het hof de door Mampaey voorgestane (overwegend tekstuele) uitleg niet zodanig aannemelijk dat in kort geding kan worden uitgegaan van een op deze bepaling gebaseerde verplichting van VT c.s. om hun aandelen Innodox over te dragen. Daar komt bij dat Aerolift slechts 5% van de aandelen in Mampaey zal verkrijgen, dat Mampaey zelf betrokken zal blijven bij de ontwikkeling van de afmeersystemen, en bovendien dat, zoals ook de rechtbank in hoger beroep onbestreden in rov. 4.5 van het bestreden vonnis heeft overwogen, Mampaey heeft erkend dat zij met de samenwerking met Aerolift beoogt de
Drag Along Mampaeyte activeren. Daarbij komt tevens dat niet (voldoende) is weersproken dat in de onder 2.19 bedoelde waarderingsrapporten van februari 2018 geen rekening is gehouden met de nadien ontstane knowhow die in het kader van deze waardering ingevolge art. 15.1 aan Innodox moet worden toegerekend. Ook als de
Drag Along Mampaeyin een geval als het onderhavige (op basis van mogelijk verouderde en niet volledige waarderingsrapporten) zou kunnen worden ingeroepen, kan reeds daarom niet ervan worden uitgegaan dat aan het vereiste van een ‘separate waardering’ is voldaan.
Drag Along Mampaeyen/of onrechtmatig handelen een rechtsplicht zou bestaan hun aandelen Innodox aan te bieden of over te dragen. Ook indien Mampaey ten behoeve van de samenwerking met Aerolift spoedeisend belang zou hebben bij een dergelijke overdracht, rechtvaardigt dat in dit geval niet de toewijzing in kort geding van de gevorderde voorzieningen. Voor de op de stortingsplicht van [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 3] gebaseerde vorderingen verwijst het hof naar het onder 3.14 en 3.19 overwogene. Ook die vordering is niet toewijsbaar.
grief VIIfaalt.