ECLI:NL:GHDHA:2021:1390

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
15 juni 2021
Publicatiedatum
22 juli 2021
Zaaknummer
200.270.143/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep over de bindende aard van een intentieverklaring en de gevolgen van een niet-nakoming

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam van 4 september 2019. De rechtbank had geoordeeld dat de intentieverklaring tussen [appellant] en Nitrogen B.V. een bindende overeenkomst vormde, waarbij [appellant] zich verplichtte om 51% van de aandelen in Newstyle Fitness Holding B.V. aan Nitrogen te leveren. [appellant] betwistte deze bindende aard van de intentieverklaring en stelde dat er geen rechtsgeldige overeenkomst was ontstaan, omdat de intentieverklaring nog verdere uitwerking vereiste en er geen concrete verplichtingen waren vastgelegd. Het hof heeft de feiten van de zaak in detail onderzocht, waaronder de communicatie tussen partijen en de inhoud van de intentieverklaring zelf. Het hof concludeert dat de intentieverklaring niet kan worden aangemerkt als een bindende overeenkomst, omdat belangrijke voorwaarden en verplichtingen nog niet waren uitgewerkt. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vorderingen van Nitrogen af. Tevens wordt Nitrogen veroordeeld tot het opheffen van het beslag op de aandelen van [appellant] in Newstyle Fitness Holding.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.270.143/01
Zaaknummer rechtbank : C/10/558020/HA ZA 18-853
arrest van 15 juni 2021
inzake
[appellant] ,
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
hierna te noemen: [appellant] ,
advocaat: mr. L.E. Huard te Amsterdam,
tegen
Nitrogen B.V.,
gevestigd te Renswoude,
hierna: Nitrogen,
geïntimeerde,
advocaat: mr. A. Schennink te Amsterdam.

1.Het geding

1.1
Bij exploot van 22 november 2019 is [appellant] in hoger beroep gekomen van het door de rechtbank te Rotterdam gewezen vonnis van 4 september 2019. Bij memorie van grieven heeft [appellant] 11 grieven aangevoerd en gevorderd dat het hof bij arrest, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, het bestreden vonnis zal vernietigen en de vorderingen van Nitrogen jegens [appellant] alsnog zal afwijzen en voor recht zal verklaren dat de intentieverklaring niet aangemerkt kan worden als een wederzijds bindende overeenkomst althans dat deze nietig is wegens strijd met de goede zeden, misbruik van omstandigheden dan wel dwaling, alsmede Nitrogen zal veroordelen tot opheffing van het door haar gelegde beslag op de door [appellant] gehouden aandelen in Newstyle Fitness Holding B.V., met veroordeling van Nitrogen in de daadwerkelijke kosten van de procedure in eerste aanleg en in hoger beroep.
1.2
Nitrogen heeft bij memorie van antwoord de grieven bestreden en geconcludeerd tot afwijzing van het hoger beroep, bekrachtiging van het bestreden vonnis en veroordeling van [appellant] in de kosten van [het hof begrijpt] het hoger beroep, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de achtste dag na dit arrest.
1.3
Op 26 januari 2021 heeft de advocaat van [appellant] zich aan de zaak onttrokken. Vervolgens heeft op 16 februari 2021 mr. Huard zich voor [appellant] gesteld.
1.4
Partijen hebben ter (via Skype-verbinding plaatsgevonden) zitting van 16 februari 2021 de zaak door hun advocaten laten toelichten, Nitrogen aan de hand van een pleitnota die tevoren aan het hof is toegestuurd. Ter zitting is akte verleend van het in het geding brengen van de op 5 februari 2021 door Nitrogen ingestuurde producties 68 t/m 94.
1.5
Vervolgens is arrest gevraagd en heeft het hof arrest bepaald.

2.De feiten

2.1
Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten evenals enkele aanvullend vastgestelde feiten.
Grief 1, volgens welke de feitenvaststelling van de rechtbank onvolledig is geweest, behoeft daarmee geen verdere bespreking.
2.2
Nitrogen is een investeringsmaatschappij van [bestuurder Nitrogen] (hierna: [bestuurder Nitrogen] ).
2.3
[appellant] is bestuurder en aandeelhouder van Newstyle Fitness Holding B.V.
(hierna: Newstyle Fitness Holding). Newstyle Fitness Holding exploiteert via verschillende
dochtermaatschappijen in Utrecht en omgeving meerdere fitnesscentra onder de naam
‘Newstyle’. [directeur Newstyle] (hierna: [directeur Newstyle] ) was algemeen directeur bij Newstyle.
2.4
Een e-mail van Rabobank Rijn en Heuvelrug aan [appellant] van 1 augustus
2017 luidt voor zover hier van belang:
“(…)
Uw onderneming is in de kern gezond maar kampt met ernstige liquiditeitsproblemen die
een bedreiging vormen voor de continuïteit van uw onderneming. De oorzaak van deze
problemen is grotendeels terug te herleiden naar de bovenmatige privé onttrekkingen. De
afgelopen maand hebben wij hier uitvoerig over gesproken en aangegeven dat de bank
uitsluitend bereid is medewerking te verlenen aan een structurele oplossing. Een verzoek
tot uitbreiding van de financiering om een deel van het liquiditeitstekort op te vangen is
dan ook afgewezen in afwachting van de uitwerking van de scenario's om tot de beoogde
structurele oplossing te komen.
(…)”.
2.5
Op 1 augustus 2017 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen onder anderen [appellant]
, [directeur Newstyle] en mr. Lussenburg over de liquiditeitsproblemen bij Newstyle. Daarbij is
onder meer gesproken over een scenario waarin [directeur Newstyle] via een Management Buy In
aandelen in Newstyle Fitness Holding zou verwerven. Op 2 en 3 augustus 2017 heeft mr.
Lussenburg concepten voor een overeenkomst tot verwerving door [directeur Newstyle] van 49% van de
aandelen aan [appellant] en [directeur Newstyle] gestuurd. [appellant] heeft de concepten voor
advies voorgelegd aan mr. Schravenmade.
2.6
De voormalig boekhouder van Newstyle, [boekhouder] (hierna [boekhouder] ) heeft Ter
[bestuurder Nitrogen] benaderd voor een oplossing van de liquiditeitsproblemen bij Newstyle. Op 3 en 8
augustus 2017 hebben gesprekken plaatsgevonden tussen (onder anderen) [bestuurder Nitrogen] en
[appellant] .
2.7
Op advies van Nitrogen zijn [betrokkene 1] , adviseur op het gebied van
herstructureringen, en [betrokkene 2] , financieel specialist en accountant, voor Newstyle aan de
slag gegaan.
2.8
Tussen 15 en 17 augustus 2017 zijn tussen Nitrogen en [appellant] diverse concepten voor een overeenkomst uitgewisseld. [appellant] heeft zich daarbij laten adviseren door mr. Schravenmade. Op 17 augustus 2017 heeft [appellant] een schriftelijk stuk ondertekend met de aanhef ‘Intentieverklaring samenwerking, financiering en deelname’ (hierna: de Intentieverklaring). Dat stuk luidt voor zover hier van belang:
“(...)
De ondergetekenden:
1.De heer [appellant] (...) ten deze handelend voor zich in privé alsmede in zijn
hoedanigheid van enig aandeelhouder en bestuurder van de besloten vennootschappen
a. Newstyle Fitness Holding B.V. (...) en voor zover nodig voor en namens alle
dochtervennootschappen en deelnemingen van Newstyle Fitness Holding B.V. (hier ook
"NFH" genoemd) en
b. [appellant] Beheer B.V. (...) en voor zover nodig voor en namens alle
dochtermaatschappijen en deelnemingen van [appellant] Beheer B.V.
hierna “RTW" genoemd, en de vennootschappen in 1a en 1b individueel en samen de
“ Vennootschap " genoemd,
en
2. (...) Nitrogen B.V. (...)
hierna “investeerder” genoemd.
Overwegende:
A. Dat (I) RTW en/of (II) de Vennootschap en/of haar (III) directe of indirecte
dochtervennootschappen en/of (IV) deelnames of investeringen van de Vennootschap, en/of
(V) in privé gehouden deelnemingen, liquiditeitsproblemen ervaren en daardoor op korte
termijn aanzienlijke bedragen aan de belastingdienst verschuldigd zijn, verplichtingen
hebben aan de bank (Rabobank) en achterstanden hebben in het betalen van crediteuren.
B. Dat investeerder bereid is om voor korte termijn en op korte termijn onder stringente
voorwaarden behulpzaam wil en kan zijn in het oplossen van de liquiditeitsproblemen.
C. Dat partijen hun afspraken globaal vastleggen en die waar nodig zullen uitwerken in
nadere overeenkomsten op basis van de informatie die alsdan beschikbaar is;
Verklaren overeengekomen te zijn als volgt:
1. RTW verkoopt en draagt over aan investeerder of een door investeerder nader aan te
wijzen vennootschap 51% (...) van zijn aandelen in Newstyle Fitness Holding B. V. voor
een koopsom van € 1; RTW heeft het recht de verkochte aandelen terug te kopen als
hierna beschreven;
(...)
6. De investeerder stelt, onder voorwaarde dat er voldoende dekking en zekerheden zijn,
een bedrag van maximaal €300.000 ter beschikking ter oplossing van de
liquiditeitsproblemen die NFH en/of haar dochtervennootschappen ondervinden voor een
periode van 12 maanden tegen een rente van 6,0% per jaar. De gelden worden geleend (hoofdelijk) aan RTW met zekerstelling door het aan de investeerder verstrekken van eerste hypothecaire inschrijvingen op de panden:
(...)
dan wel andere gelijkwaardige zekerheden die door de investeerder als geschikt worden aangemerkt. (...)
8. RTW of [appellant] Holding B.V. heeft het recht de 51% van de aandelen in
Newstyle Fitness Holding B.V. die eerder aan investeerder zijn verkocht gedurende een
termijn van 2 jaar na het tekenen van deze intentieverklaring terug te kopen tegen betaling
van de koopsom vermeerder[d] met:
- €300.000, tot 2 jaar na het tekenen van deze intentieverklaring, en
- €100.000, voor ieder (aangebroken) jaar daarna (…)
- met de verplichting dat wanneer RTW de aandelen heeft terug gekocht en binnen 3 jaar
na terugkoop en levering zijn belang geheel of gedeeltelijk verkoopt, in dat geval 25% van
de totale opbrengt (zogenaamde enterprise value) aan investeerder worden betaald;
- Het voormelde bedrag mag in delen betaald worden. De exacte voorwaarden worden in een nadere overeenkomst vastgelegd.
(...)
10. RTW en investeerder dragen zorg dat de hier globaal omschreven afspraken zo snel
mogelijk maar uiterlijk 30 september 2017 zullen zijn vastgelegd in nadere
overeenkomsten, waaronder maar niet uitputtend geldleningsovereenkomst,
aandeelhoudersovereenkomst, managementovereenkomst(en), die de normale bepalingen met betrekking tot garanties en afspraken zullen bevatten;
(...)
Voorbehoud partijen:

Investeerder: due diligence onderzoek (partijen, panden, documentatie die opgevraagd is maar nog niet ingezien zoals aandeelhoudersregisters, voldoende zekerheden kunnen verstrekken, hoogte inkomen Ron, overeenstemming over realiseren van besparingen, besteding financiering, instemming belastingdienst en bank, etc.)”.
2.9
Op 30 augustus 2017 heeft [directeur Newstyle] conservatoir beslag tot levering doen leggen op
de aandelen in Newstyle Fitness Holding.
2.1
Bij dagvaarding van 21 september 2017 heeft [directeur Newstyle] [appellant] in kort geding
gedagvaard voor de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam. In deze procedure vorderde [directeur Newstyle] - samengevat weergegeven en voor zover hier relevant - veroordeling van [appellant] tot nakoming van een tussen beiden tot stand gekomen overeenkomst door
verkoop en levering aan hem van 49% van de aandelen in Newstyle Fitness Holding. [appellant]
heeft zich in die procedure op het standpunt gesteld dat geen bindende
overeenkomst met [directeur Newstyle] tot stand was gekomen, met conclusie in conventie tot afwijzing van de vordering van [directeur Newstyle] en in reconventie tot opheffing van het beslag op de aandelen.
Bij vonnis van 13 oktober 2017 heeft de voorzieningenrechter [appellant] in het gelijk
gesteld en de vordering in conventie afgewezen en die in reconventie toegewezen.
2.11
Op 23 november 2017 heeft [appellant] 51% van de aandelen in Newstyle
Fitness Holding overgedragen aan KSA Holding B.V., de holdingmaatschappij van [directeur Newstyle] .
2.12
Een e-mail van [appellant] aan [bestuurder Nitrogen] van 28 november 2017 luidt voor
zover hier van belang:
“(...) Ik heb me inmiddels goed laten informeren door een team van juristen en advocaten.
Zij zijn het er allemaal over eens dat de samenwerking die jij hebt voorgesteld heel nadelig
kan uitpakken voor mij, voor Newstyle en voor het personeel. Ik ga die samenwerking dan
ook niet aan. (...)".
2.13
Op 24 juli 2018 heeft Nitrogen met verlof van de voorzieningenrechter te
Rotterdam conservatoir beslag tot levering doen leggen op de aandelen van [appellant] in
Newstyle Fitness Holding.

3.De beoordeling van het hoger beroep

3.1
Tegen de achtergrond van de hiervoor vermelde feiten heeft Nitrogen de onderhavige procedure aanhangig gemaakt bij de rechtbank Rotterdam en daarbij (na eiswijziging, in conventie) gevorderd dat voor recht wordt verklaard dat [appellant] tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen onder de Intentieverklaring, en dat hij veroordeeld wordt tot vergoeding van de schade die Nitrogen heeft geleden, nader op te maken bij staat. Volgens Nitrogen heeft [appellant] zich bij de Intentieverklaring verbonden om 51% van de aandelen in Newstyle Fitness Holding aan haar te leveren. [appellant] heeft deze aandelen evenwel aan [directeur Newstyle] geleverd, waardoor [appellant] toerekenbaar is tekort geschoten en Nitrogen schade zal lijden, gelet op de terugkoopregeling in de Intentieverklaring en de aannemelijkheid dat [appellant] van de mogelijkheid tot terugkoop gebruik zou hebben gemaakt.
3.2
[appellant] heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Volgens hem vormde de Intentieverklaring geen bindende overeenkomst en is de fatale termijn voor het vastleggen van afspraken in (wel bindende) overeenkomsten op 30 september 2017 verstreken. Daarnaast heeft [appellant] (subsidiair) aangevoerd dat de Intentieverklaring nietig is vanwege strijd met de goede zeden, misbruik van omstandigheden en dwaling.
3.3
De rechtbank heeft in het vonnis van 4 september 2019 geoordeeld dat de Intentieverklaring een overeenkomst is met voldoende bepaalbare verplichtingen, die niet zijn vervallen door het verstrijken van de termijn van 30 september 2017. De rechtbank heeft het beroep van [appellant] op de nietigheid van de overeenkomst verworpen en de vordering tot schadevergoeding nader op te maken bij staat toegewezen. Een in eerste aanleg door [appellant] in reconventie ingestelde vordering tot opheffing van het door Nitrogen op de aandelen gelegde beslag heeft de rechtbank afgewezen, oordelende dat het desbetreffende beslag met de intrekking door Nitrogen van haar vordering tot levering van de aandelen inmiddels was vervallen.
3.4
Zoals in hoger beroep ter gelegenheid van de mondelinge behandeling door Nitrogen ook is bevestigd, heeft zij haar vorderingen in deze procedure uitsluitend gebaseerd op haar stelling dat [appellant] is tekortgeschoten in de nakoming van zijn contractuele verplichting tot overdracht van 51% van de aandelen, zoals neergelegd in de Intentieverklaring die volgens Nitrogen als een de partijen bindende wederkerige overeenkomst moet worden aangemerkt.
3.5
Met
grief 4betwist [appellant] dat uit de Intentieverklaring reeds voor [appellant] een afdwingbare verplichting tot overdracht van 51% van de aandelen in Newstyle Fitness Holding voortvloeide. De Intentieverklaring had een voorlopig karakter, bevatte nog leemtes ten aanzien van essentalia (zoals de salariëring van [appellant] en de voorwaarden waaronder Nitrogen financiering zou verstrekken) en moest in zoverre nog nader worden uitgewerkt in definitieve overeenkomsten, zodat [appellant] op grond daarvan nog niet verplicht was de aandelen over te dragen, aldus de grief.
3.6
De grief bestrijdt de grondslag van de vorderingen van Nitrogen. Immers, als er geen rechtens afdwingbare verplichting tot levering van de aandelen voor [appellant] uit de Intentieverklaring voortvloeit, kan hij hierin ook niet jegens Nitrogen zijn tekortgeschoten.
Het hof stelt bij de beoordeling het volgende voorop. Het antwoord op de vraag of partijen zich met de Intentieverklaring jegens elkaar onvoorwaardelijk hebben verbonden tot samenwerking - waarbij [appellant] verplicht was zijn aandelen in Newstyle Fitness Holding te leveren en Nitrogen verplicht was tot financiering, hangt af van hetgeen partijen hebben bedoeld en de betekenis die zij in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs aan elkaars verklaringen en gedragingen mochten toekennen (art. 3:33 en 3:35 BW). Als sprake is van een overeenkomst waarbij bij de totstandkoming een aantal onderling samenhangende verbintenissen moet worden geregeld en overeenstemming bestaat omtrent een of meer onderdelen terwijl over andere onderdelen nog geen overeenstemming bestaat, is de vraag of moet worden aangenomen dat een overeenkomst is ontstaan afhankelijk van i) de bedoeling van partijen zoals blijkt uit de betekenis van hetgeen wel en niet geregeld is ii) het al dan niet bestaan van verdere voornemen tot onderhandelen en iii) de verdere omstandigheden van het geval (HR 2 februari 2001, ECLI:NL:HR:2001:AA9771, NJ 2001/179 (Thy/DeWitt). Op grond van de hoofdregel van art. 150 Rv rusten op Nitrogen als eisende partij de stelplicht en bewijslast van feiten en omstandigheden waaruit rechtens het verbindende karakter van de Intentieverklaring en, in het bijzonder, de verplichting [appellant] tot levering van de aandelen in Newstyle Fitness Holding volgt.
3.7
Het hof is van oordeel dat de Intentieverklaring nog geen rechtens verbindende overeenkomst vormt, althans voor zover het gaat om de (verplichting tot) levering van 51% van de aandelen. Daarvoor zijn de volgende omstandigheden van belang.
3.8
Allereerst draagt het desbetreffende document de titel ‘intentieverklaring’, vermeldt de considerans onder C dat ‘partijen hun afspraken globaal vastleggen en die waar nodig zullen uitwerken in nadere overeenkomsten op basis van de informatie die dan beschikbaar is” en is aan het slot van de intentieverklaring (onder 10) opgenomen “RTW en investeerder dragen zorg dat de hier globaal omschreven afspraken zo snel mogelijk maar uiterlijk 30 september 2017 zullen worden vastgelegd in nadere overeenkomsten, waaronder maar niet uitputtend geldleningsovereenkomst, aandeelhoudersovereenkomst, management-overeenkomst(en) die de normale bepalingen met betrekking tot garanties en afspraken zullen bevatten.” Voorts besluit de intentieverklaring met een ‘voorbehoud partijen’ waarin investeerder (Nitrogen) een voorbehoud maakt voor due diligence onderzoek naar onder meer de te verstrekken (voldoende) zekerheden voor de financiering, de te realiseren besparingen en instemming van Belastingdienst en bank. Ook is de ‘hoogte inkomen Ron [ [appellant] ]’ daarin als voorbehoud geformuleerd.
3.9
Belangrijke onderdelen van de Intentieverklaring behoefden derhalve nadere uitwerking om de tussen partijen beoogde samenwerking te kunnen effectueren, waaronder de door Nitrogen te verstrekken geldlening(en) en het salaris dat [appellant] in de nieuwe situatie zou ontvangen. Ook dit laatste vormde – naar Nitrogen behoorde te begrijpen – een belangrijk onderdeel van de totaalafspraken. Dat [appellant] ermee heeft ingestemd dat dit eerst zou geschieden als bekend zou zijn hoeveel financiële ruimte voor dat salaris overbleef en dat hij zich ondanks de onzekerheid daaromtrent reeds op voorhand verbond tot de genoemde aandelenoverdracht, wordt ook niet (voldoende) gesteund door de inhoud van de Intentieverklaring, waarin de hoogte van zijn inkomen nu juist als voorbehoud is opgenomen, of door de overgelegde schriftelijke verklaringen.
3.1
Ook overigens was de tegenprestatie voor de beschreven aandelenoverdracht, met uitzondering van de koopprijs van € 1,- nog onvoldoende uitgewerkt en mocht Nitrogen daardoor nog niet redelijkerwijs verwachten dat [appellant] zich voor de (symbolische) koopprijs desondanks reeds met de intentieverklaring onherroepelijk tot de aandelenoverdracht had verbonden. Het voorbehoud onder de Intentieverklaring bracht voor Nitrogen in wezen mee dat [bestuurder Nitrogen] naar eigen inschatting alsnog geheel van zijn (onbepaalde) verplichtingen kon afzien. Weliswaar hield de Intentieverklaring in beginsel de bereidheid van Nitrogen in tot het (onder voorwaarden) verstrekken van een lening, maar een concrete verplichting daartoe was niet in de overeenkomst opgenomen, waarin nu juist was vermeld dat een en ander nog in een geldleningsovereenkomst diende te worden uitgewerkt en daaromtrent diverse voorbehouden (onder meer verband houdend met de te verstrekken zekerheden) waren gemaakt.
3.11
Anders dan Nitrogen betoogt, kan zonder nadere toelichting, die niet is gegeven, niet worden geoordeeld dat de tegenprestatie van Nitrogen voor de aandelenoverdracht (mede) was gelegen in de – na ondertekening van de Intentieverklaring ingezette – (reddings)werkzaamheden van [betrokkene 1] , [betrokkene 2] en [boekhouder] . Nitrogen heeft immers zelf ter zitting bevestigd dat hun werkzaamheden plaatsvonden op grond van afzonderlijke losse (contractuele) opdrachten. Vast staat dat [betrokkene 1] , [betrokkene 2] en [boekhouder] daarvoor ook op urenbasis aan NewStyle Fitness Holding hebben gefactureerd, dat de facturen van [betrokkene 2] en [boekhouder] ook (deels) door die vennootschap zijn betaald en dat over de betaling van de facturen van [betrokkene 1] bovendien een afzonderlijke procedure loopt. Het moet er daarom voor worden gehouden dat deze werkzaamheden geen onderdeel van de verplichtingen van Nitrogen onder de Intentieverklaring vormden. Uit die werkzaamheden kan dan ook niet worden geconcludeerd dat de in de Intentieverklaring beschreven (tegen)prestaties van [appellant] reeds een definitief karakter hadden. Dat, zoals Nitrogen heeft aangevoerd, [betrokkene 1] en [betrokkene 2] bij de uitvoering van deze losse opdrachten met de Intentieverklaring in de hand vertrouwen hebben willen wekken bij de Rabobank en de Belastingdienst, maakt het voorgaande nog niet anders, temeer niet nu de instemming van de bank en de Belastingdienst juist als voorbehoud voor de afspraken in de Intentieverklaring waren opgenomen. Voor zover Nitrogen nog heeft gesteld dat ook [bestuurder Nitrogen] zelf meteen intensief werkzaamheden is gaan verrichten ter uitvoering van de intentieverklaring, is dit uitdrukkelijk betwist en door Nitrogen niet (voldoende) onderbouwd of (voldoende gespecificeerd) te bewijzen aangeboden, zodat het hof daaraan voorbijgaat.
3.12
Naar het oordeel van het hof behelst de Intentieverklaring al met al een geheel van overwegend nader uit te werken – ook volgens de verklaring zelf: ‘globale’ – verplichtingen en mocht Nitrogen gelet op het belang van de openliggende punten nog niet redelijkerwijs verwachten dat [appellant] zich daarin, zonder nadere afspraken en meer duidelijkheid over de feitelijke (tegen)prestatie(s) van Nitrogen, reeds (definitief en onherroepelijk) had verbonden tot overdracht van 51% van de aandelen in Newstyle Fitness Holding. Uit de e-mail van 22 augustus 2017 blijkt bovendien dat [bestuurder Nitrogen] op dat moment zelf nog niet van een zodanige gebondenheid uitging, hetgeen [appellant] in ieder geval redelijkerwijs uit die e-mail mocht afleiden. Dat [appellant] in september 2017 nog om een getekend exemplaar van de intentieverklaring (‘overeenkomst’) heeft gevraagd, maakt het voorgaande niet anders.
3.13
De slotsom is dat de grondslag waarop de vorderingen van Nitrogen zijn gebaseerd –een uit de Intentieverklaring voor [appellant] voortvloeiende (bindende) verplichting tot aandelenoverdracht – niet is komen vast te staan, zodat die vorderingen niet toewijsbaar zijn. De
grieven 4 en 11slagen. Het bestreden vonnis zal worden vernietigd en de vorderingen van Nitrogen, waaronder de vordering tot veroordeling in de beslagkosten, zullen alsnog worden afgewezen. De door [appellant] primair gevorderde verklaring voor recht is toewijsbaar. Bij deze stand van zaken behoeven de
grieven 2, 3 en 5 tot en met 9bij gebrek aan belang geen verdere bespreking.
3.14
De rechtbank heeft in reconventie de vordering van [appellant] tot opheffing van het door Nitrogen gelegde beslag op de aandelen in Newstyle Fitness Holding afgewezen. In hoger beroep heeft [appellant] opnieuw opheffing gevorderd van het op de door [appellant] gehouden aandelen in Newstyle Fitness Holding gelegde beslag alsmede opheffing van ‘de andere gelegde beslagen’, op straffe van een dwangsom van € 10.000,- per dag of dagdeel dat Nitrogen daarmee in verzuim is (memorie van grieven, p. 23 onder F).
3.15
Nitrogen heeft zich tegen deze vordering slechts verweerd met de stelling dat [appellant] geen belang heeft bij deze vordering omdat de beslagen van rechtswege vervallen indien het vonnis in hoger beroep wordt vernietigd en de vorderingen van Nitrogen worden afgewezen. Met dit laatste ziet Nitrogen er evenwel aan voorbij dat van verval van een beslag van rechtswege eerst sprake is op het moment dat het onderhavige arrest in kracht van gewijsde gaat. In verband met de daarmee verbonden onzekerheid behoudt [appellant] (vooralsnog) belang bij zijn vordering tot opheffing van beslagen. Nu [appellant] niet heeft geconcretiseerd van welke andere beslagen hij opheffing vordert, zal deze vordering slechts worden toegewezen voor zover het gaat om het (wel benoemde) beslag op de door [appellant] gehouden aandelen in Newstyle Fitness Holding, een en ander verbonden met de gevorderde dwangsom, die zal worden gemaximeerd zoals hierna vermeld.
3.16
Bewijs van (voldoende concrete) feiten of omstandigheden die, indien bewezen, tot een ander oordeel leiden, is niet aangeboden. Aan (verdere) bewijslevering komt het hof dan ook niet toe.
3.17
Nitrogen zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij – uitvoerbaar bij voorraad – in de kosten van beide instanties worden veroordeeld. Voor de eerste aanleg gaat het daarbij zowel om de kosten van de procedure in conventie als om de kosten in reconventie, waarin [appellant] opheffing van het door Nitrogen gelegde beslag op de aandelen had gevorderd. De tijdens de eerste aanleg door Nitrogen ingetrokken vordering tot levering van aandelen, waarvoor het beslag was gelegd, was immers van aanvang af niet toewijsbaar.
Grief 10slaagt in zoverre. Anders dan [appellant] onder deze grief nog aanvoert, bestaat geen aanleiding voor een veroordeling van Nitrogen in de daadwerkelijk door [appellant] gemaakte proceskosten. Daarvoor is slechts plaats in geval van misbruik van procesrecht, zoals wanneer eiser zijn vordering baseert op feiten en omstandigheden waarvan hij de onjuistheid kende dan wel behoorde te kennen of op stellingen waarvan hij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden (HR 29 juni 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA3516). Dat zich die situatie voordoet is niet (voldoende) gesteld of gebleken.

4.Beslissing

Het hof:
vernietigt het vonnis van 4 september 2019 en, opnieuw recht doende,
wijst de vorderingen van Nitrogen af,
verklaart voor recht dat de tussen [appellant] en Nitrogen tot stand gekomen intentieverklaring voor [appellant] geen rechtens bindende verplichting tot overdracht van 51% van zijn aandelen in Newstyle Fitness Holding B.V. inhoudt,
veroordeelt Nitrogen binnen twee dagen na de datum van dit arrest het beslag op de door [appellant] gehouden aandelen in Newstyle Fitness Holding B.V. op te heffen, op straffe van een dwangsom van € 10.000,- per dag of dagdeel dat Nitrogen daarmee in verzuim is, tot een maximum van € 100.000,-;
veroordeelt Nitrogen in de kosten van beide instanties, aan de zijde van [appellant] in eerste aanleg begroot op € 291,- voor verschotten en € 1.357,50 voor salaris van de advocaat en in hoger beroep op € 423,01 voor verschotten en € 2.228,- voor salaris van de advocaat,
verklaart bovenstaande veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mrs. B.J. Lenselink, G.C. de Heer en M.M. Kruithof en is ondertekend en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer J.E.H.M. Pinckaers op 15 juni 2021 in aanwezigheid van de griffier.