Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
1.Het verloop van het geding
2.Inleiding
- i) [werknemer] is op 1 mei 2017 in dienst getreden bij de Ambassade in de functie van Support Staff. In die functie werkte hij 95 procent van zijn werktijd als chauffeur en de overige 5 procent verrichtte hij overige werkzaamheden. Sinds 1 mei 2019 heeft hij een contract voor onbepaalde tijd.
- ii) [werknemer] heeft in de loop van 2019 een aantal schriftelijke waarschuwingen van de Ambassade ontvangen: voor het onbemand achterlaten van de lobby van het ambassadegebouw (17 juli 2019), voor het achterlaten van sleutels in een buitendeur van dat gebouw (21 augustus 2019) en voor onaanvaardbaar gedrag (schreeuwen) jegens een voorbijganger vlakbij het ambassadegebouw (12 september 2019). Verder heeft de Ambassade twee boetes gekregen voor snelheidsovertredingen die [werknemer] heeft begaan. Een boete voor vier kilometer per uur te hard rijden (op 29 september 2019) en een boete voor veertien kilometer per uur te hard rijden (op 9 augustus 2019).
- iii) Op 17 december 2019 heeft [werknemer] wederom een schriftelijke waarschuwing gekregen, ditmaal voor vier incidenten. Op 4 december 2019 heeft hij schade aan een auto van de Ambassade veroorzaakt door tijdens een parkeermanoeuvre met zijn auto tegen een paaltje te rijden. Op 10 december 2019 heeft hij aan een andere auto van de Ambassade schade veroorzaakt bij het manoeuvreren van de auto door een smalle straat. Op 12 december 2019 heeft [werknemer] de ambassadrice naar een verkeerd adres gebracht en op 13 december 2019 heeft hij zijn sleutel in het ambassadegebouw laten liggen. De brief eindigt met de volgende passage:
- iv) Op 18 december 2019 heeft de Ambassade een gesprek gevoerd met [werknemer] . Diezelfde dag heeft [werknemer] een brief ontvangen waarin staat dat hij op non actief is gesteld en dat een ontslagprocedure aanhangig zal worden gemaakt.
- v) [werknemer] heeft zich op 19 december 2019 ziek gemeld. Op 31 december 2019 is hem (buiten zijn schuld) een auto-ongeluk overkomen als gevolg waarvan hij letsel heeft opgelopen.
3.Beoordeling
not doneis om een (schriftelijke) waarschuwing te geven die inhoudt dat [werknemer] zou worden ontslagen indien hij zijn functioneren niet zou verbeteren, maar dit neemt niet weg dat het in deze ontslagprocedure op de weg van de Ambassade ligt om aannemelijk te maken dat [werknemer] voldoende doordrongen was van het belang dat hij zijn functioneren zou verbeteren. Als gezegd, heeft de Ambassade onvoldoende concreet onderbouwd dat zij dat – voorafgaand aan de waarschuwingsbrief van 17 december 2019 – heeft gedaan.
breach of trust. De verklaring werpt echter niet of nauwelijks een ander licht op de zaak. Met de kantonrechter is het hof van oordeel dat het voorstelbaar is dat de incidenten in enige mate tot een verlies van vertrouwen hebben geleid, maar dat maakt nog niet dat gesproken kan worden van een zodanig verstoorde arbeidsverhouding dat van de Ambassade in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst nog langer te laten voortduren, zelfs niet als daarbij wordt betrokken dat de Ambassade redelijkerwijs de lat hoog mag leggen als het gaat om zorgvuldig gedrag van haar werknemers.