“(…) ik een eigen girorekening en die heb ik nog steeds. Die staat op mijn naam. Mijn echtgenote had toen ook een eigen girorekening en die heeft zij nog steeds. In de loop van het huwelijk zijn er zakelijke rekeningen bij gekomen op naam van mijn bedrijf. Ook hebben wij een en/of-rekening. Die wordt beheerd door mijn echtgenote.
Vanaf 1984 had ik een boekhouder administratiekantoor die voor mijn bedrijf de belastingpapieren in orde maakte. Volgens mij is er daarnaast geen belastingaangifte gedaan voor mij of mijn echtgenote. De belastingpapieren die de administrateur in orde maakte, werden door mij ondertekend. Mijn vrouw heeft daar geen inzage in gehad. Daar heeft zij geen verstand van.
Ik heb een postbus voor de zaak. En daar komt de zakelijke post binnen. De privépost van mij en mijn echtgenote valt op de mat thuis. Wie thuis is van ons, pakt die privépost op. Wij zien elkaars post niet in.
U vraagt mij hoe ik ertoe ben gekomen om in 1979(lees: 1997, hof)
de eerste leaseovereenkomst (nummer [nummer 1] ) op 23 mei af te sluiten. Iemand had mij verteld dat als ik die overeenkomst afsloot ik eerder zou kunnen stoppen met werken. Wie die iemand is geweest, dat kan ik mij niet herinneren. Ik weet zeker dat ik toen niet bij Legiolease langs ben geweest. Hoe het contact en deze overeenkomst wel tot stand is gekomen, dat weet ik niet meer. De maandelijkse termijnen, die ingevolge deze overeenkomst zijn betaald, zijn betaald vanaf mijn privérekening bij de giro/ING, nummer […] . Mijn echtgenote weet van het bestaan van deze privérekening van mij, maar zij heeft daar geen inzage in. Mijn echtgenote wist niet dat ik de leaseovereenkomst afsloot. Of ik naar aanleiding van deze overeenkomst contact heb opgenomen met Legiolease dat weet ik niet. Toen het op een gegeven moment mis ging met de afboekingen, heb ik tegen mijn echtgenote gezegd: bel jij even op en verander het nummer. Wanneer ik dit heb gezegd, weet ik niet meer.
Mijn echtgenote wist ook niet af van de tweede leaseovereenkomst, die ik op 19 juni 1999 (nummer [nummer 2] ) heb afgesloten. De maandelijkse termijnen zijn bij mijn weten van. mijn zakelijke rekening betaald. Mijn echtgenote heeft ook in die rekening geen inzicht. Wanneer mijn echtgenote op de hoogte is gekomen van de twee voornoemde door mij afgesloten leaseovereenkomsten, dat weet ik niet meer.
(…)
Ik gaf wel vaker opdrachten aan mijn echtgenote om telefoontjes te plegen. Want ik heb een stukadoorsbedrijf. Mijn echtgenote deed en doet de administratie van mijn stukadoorsbedrijf. Er zijn onder meer vier zakelijke rekeningen, te weten:
-
(…)337 van het stukadoorsbedrijf
-
(…)192 ook van het stukadoorsbedrijf
-
(…)226 zijnde een g-rekening
-
(…)326 zijnde de rekening van [naam ]
Mijn echtgenote die de administratie verzorgt van het stukadoorsbedrijf heeft alleen inzicht in de drie eerstgenoemde rekeningen en niet in de rekening van [naam ] . De maandelijkse termijnen van een van de twee leaseovereenkomsten werden betaald vanaf de rekening van [naam ] en de termijnen van de andere leaseovereenkomst vanaf mijn privérekening ((…)776). Als ik vraag om te bellen voor iemand die moet betalen, dan doet mijn echtgenote dat. Pas toen het misging met de afboekingen heb ik gezegd, bel maar even op naar Legiolease. Daarvoor heb ik nooit aan mijn echtgenote gevraagd om te bellen naar Legiolease, niet dat ik weet. Mijn vrouw spreekt in de wij-vorm omdat wij zijn gehuwd. Mijn echtgenote heeft mij nimmer een vraag gesteld over post die van Dexia binnen kwam.”