ECLI:NL:GHDHA:2020:806
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een geschil over de betaling van buitencontractueel afgenomen elektriciteit in het kader van de Second Opinion procedure
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag diende, betreft het een hoger beroep van een appellant tegen Stedin Netbeheer B.V. Het geschil draait om de betaling van buitencontractueel afgenomen elektriciteit. De appellant, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.B. Jobse, heeft in eerste aanleg vorderingen ingesteld die door de kantonrechter zijn toegewezen. De appellant is het hier niet mee eens en heeft hoger beroep ingesteld. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 maart 2020 is de mogelijkheid van een Second Opinion-procedure besproken, waarna beide partijen hun instemming hebben gegeven door het invullen van SO-verzoeken. Het hof heeft deze procedure ingewilligd en de zaak opnieuw beoordeeld.
Het hof heeft de stukken van de eerste aanleg bestudeerd en is tot de conclusie gekomen dat de overwegingen van de kantonrechter juist zijn. De enige grief van de appellant was dat de kantonrechter ten onrechte de vorderingen van Stedin heeft toegewezen. Het hof heeft deze grief verworpen en het bestreden vonnis bekrachtigd. De appellant is als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn beperkt tot het door Stedin betaalde griffierecht en een punt voor salaris advocaat. Het hof heeft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard.