Tot 8 juni 2018 werd op de website van de Belasting over het co-ouderschap, voor zover hier van belang, opgemerkt:
“Co-ouderschap
Bent u co-ouder? En staat uw kind bij de Basisregistratie Personen ingeschreven op het woonadres van de andere ouder? Dan hebt u toch recht op de inkomensafhankelijke combinatiekorting als uw kind doorgaans ten minste 3 hele dagen per week in elk van de huishoudens verblijft. U voldoet ook aan deze eis als het kind om de week bij de ene en de andere ouder verblijft.”
Deze tekst is op 8 juni 2018 aldus gewijzigd dat vóór de laatste volzin een nieuwe volzin is toegevoegd, die luidt:
“Met 3 hele dagen bedoelen wij 3 keer 24 uur per week.”
Naar het oordeel van het Hof blijkt uit de geciteerde passage, zoals die luidde tot 8 juni 2018, anders dan de Inspecteur betoogt, niet dat de Belastingdienst destijds onder ‘drie hele dagen’ drie keer 24 uur verstond. De Belastingdienst heeft de woorden “ten minste 3 hele dagen per week” in de geciteerde passage ook anderszins niet eerder geconcretiseerd dan bij de wijziging van deze passage op 8 juni 2018. Dit in aanmerking nemend heeft belanghebbende naar het oordeel van het Hof, mede gelet op hetgeen onder 5.14 is overwogen, aan de woorden ‘ten minste 3 hele dagen per week’ in de geciteerde passage, zoals deze luidde tot 8 juni 2018, het rechtens te honoreren vertrouwen kunnen ontlenen dat de Belastingdienst onder “hele dagen per week” (ook) verstaat dagen waarop het kind vroeg in de morgen bij de co-ouder wordt gebracht of ’s-avonds voor het slapen gaan bij de co-ouder wordt opgehaald. Daar komt nog bij dat belanghebbende contact met de Belastingtelefoon heeft opgenomen om haar zienswijze te verifiëren. In dit telefoongesprek heeft, zo stelt belanghebbende, de medewerker van de Belastingtelefoon, nadat belanghebbende had uitééngezet hoe belanghebbende en haar ex-partner de zorg voor en opvoeding van het kind hebben verdeeld, verklaard dat belanghebbende voldeed aan de voorwaarden voor toepassing van de IACK. Het Hof acht de niet, althans niet gemotiveerd, door de Inspecteur weersproken weergave die belanghebbende van de inhoud van het telefoongesprek heeft gegeven geloofwaardig. Dat de Inspecteur een andere opvatting heeft over de betekenis van de geciteerde passage, zoals die tot 8 juni 2018 luidde, doet daaraan niet af, doch bevestigt slechts dat deze passage in de toen geldende tekst op meer dan één manier kon worden en werd uitgelegd. Dit blijkt ook uit het feit dat de Belastingdienst het nodig heeft geacht om aan de hierboven geciteerde passage, zoals die tot 8 juni 2018 luidde, op 8 juni 2018 toe te voegen “Met 3 hele dagen bedoelen wij 3 keer 24 uur per week”.
De toevoeging op 8 juni 2018 van de volzin “Met 3 hele dagen bedoelen wij 3 keer 24 uur per week” kan het door de geciteerde passage, zoals deze tot 8 juni 2018 luidde, gewekte vertrouwen voor een belastingjaar dat vóór die datum ligt (in dit geval 2015) niet wegnemen.
Slotsom