Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
- op 26 november 2019 een V-formulier van diezelfde datum met bijlagen;
- op 2 december 2019 een V-formulier van diezelfde datum met als bijlage een brief van eveneens diezelfde datum met bijlage;
- op 5 december 2019 een V-formulier van diezelfde datum met als bijlage een brief van diezelfde datum met bijlagen.
- de beslissing van “the circuit court” van New Hampshire, de Verenigde Staten, van 16 mei 2017 dat de man aan de vrouw een kinderalimentatie dient te betalen van USD 2.588,- per maand, te vermeerderen met 26% van het inkomen van de man boven USD 14.782,-, zijnde de bonussen van de man, alsmede de beslissing van “the circuit court” van New Hampshire, de Verenigde Staten, van 25 juli 2017 dat de man met wijziging van voormelde beslissing per 1 november 2017 aan de vrouw een kinderalimentatie dient te betalen van USD 2.576,- per maand, te vermeerderen met 26% van het inkomen van de man boven USD 14.782,-, zijnde de bonussen van de man erkend;
- het exequatur verleend van die beslissingen;
het hof begrijpt: hof, in redelijkheid vast te stellen ingangsdatum, de bijdrage van de man wordt vastgesteld op een bedrag van € 310,- per kind per maand, althans op een zodanig bedrag als uw rechtbank,
het hof begrijpt: hof, in goede justitie geraden acht. Kosten rechtens.
- de kinderalimentatie zoals opgenomen in de uitspraak van the State of New Hampshire van 16 mei 2017 en 25 juli 2017, te wijzigen en te bepalen dat met ingang van 21 juli 2017, dan wel met ingang van een het hof in redelijkheid vast te stellen ingangsdatum, de bijdrage van de man wordt vastgesteld op een bedrag van € 268,- per kind per maand, althans op een zodanig bedrag als het hof in goede justitie geraden acht;
- de vrouw te veroordelen de te veel ontvangen kinderalimentatie aan de man terug te betalen, door de man berekend op € 58.593,26, althans op een zodanig bedrag als het hof in goede justitie geraden acht.
Rechtsmacht en toepasselijk recht
Wijziging van omstandigheden?
- de verhuizing van partijen en de minderjarigen naar Nederland is een relevante wijziging van omstandigheden. De Amerikaanse rechter heeft de financiële gevolgen daarvan niet voorzien en meegenomen bij het bepalen van de kinderalimentatie. Het was destijds nog niet eens zeker of en wanneer de vrouw de man en de kinderen naar Nederland zou volgen;
- de door de Amerikaanse rechter vastgestelde kinderalimentatie zie slechts op de tijdelijke situatie dat partijen zich nog niet in Nederland hadden gevestigd. Inmiddels is sprake van een bestendige situatie waarbij beide partijen weer permanent in Nederland gevestigd zijn. De reis- en verhuiskosten, alsmede de oppaskosten waarmee de Amerikaanse rechter rekening heeft gehouden, zijn vervallen. Hierdoor is de door die rechter vastgestelde behoefte van de kinderen ook niet langer representatief;
- het inkomen van de man is gewijzigd. Hij werkt sinds 24 juli 2017 in loondienst bij [de B.V.] . Vanaf die datum is zijn basisinkomen aanzienlijk lager dan het basisinkomen dat hij in Amerika ontving en waarop de kinderalimentatie is gebaseerd.
naastzijn
basissalaris, dus een eventuele bonus.” In de pleitnotitie aan de zijde van de man is onder randnummer 2 gesteld: ”Immers, er is gerekend met gebruik van de Amerikaanse rekensystematiek en de Amerikaanse belastingdruk.” Voorts staat in de pleitnotie ”In New Hampshire wordt kinderalimentatie berekend volgens een wettelijk vastgelegde formule, op grond waarvan het gezamenlijke netto inkomen van de ouders wordt vermenigvuldigd met een percentage dat afhankelijk is van het aantal kinderen, waarna de resulterende alimentatieverplichting tussen de ouders wordt verdeeld naar rato van hun respectieve inkomens.”
- de Amerikaanse rechter heeft de kinderalimentatie vastgesteld in de wetenschap dat op korte termijn een verhuizing van partijen en de kinderen naar Nederland zou plaatsvinden;
- het basisinkomen van de man per 1 januari 2018 blijkt volgens zijn eigen stellingen juist hoger te zijn dan waarvan de Amerikaanse rechter is uitgegaan. Dit kan niet leiden tot een verlaging van de kinderalimentatie. Bovendien was zijn inkomen in de periode 25 juli 2017 t/m 31 december 2017 hoger dan de man stelt aangezien hij toen niet belastingplichtig was in Nederland;
- de Amerikaanse rechter heeft rekening gehouden met een bestendige situatie in Nederland door onder meer te beslissen over schoolkeuze, zorgregeling, vakantieregeling enzovoorts;
- de man had hoger beroep kunnen instellen tegen de beslissing van de Amerikaanse rechter;
- de man maakt wel gebruikt van de Amerikaanse court orders waar het hem uitkomt
- partijen maken nog steeds gebruik van een oppas. De vrouw heeft geen verhuisvergoeding ontvangen van de werkgever van de man, de rekeningen zijn rechtstreeks door deze werkgever voldaan;
- de vrouw heeft nog steeds de extra kosten voor vervoer en accommodatie, waarmee de Amerikaanse rechter rekening heeft gehouden omdat zij formeel nog steeds bij [werkgever] werkt en een week per maand in Amerika verblijft.
Het richtlijnbedrag voor financiële ondersteuning is $2588 per maand. Hij moet dit als basisbijdrage betalen, aangevuld met 26% van eventuele bonusbijdrage bovenop het inkomen van meer dan $14782 per maand.”(productie 11 bij brief van 1 april 2019 van de man).
Behoefte minderjarigen
€ 1.440,- per maand. Voorts heeft de man ter terechtzitting een ‘Voorlopig overzicht Kosten Kind’ overgelegd. Dit kostenoverzicht correspondeert met het kostenoverzicht dat de vrouw bij brief van 26 november 2019 in het geding heeft gebracht. Het hof heeft tijdens de mondelinge behandeling de beide kostenoverzichten integraal met partijen besproken. Met betrekking tot een beperkt aantal kosten hadden partijen overeenstemming. Het betreft de volgende (door het hof afgeronde) kosten:
€ 3.600,-, eenmaal zomervakantie voor € 2.000,- en eenmaal skivakantie voor
€ 2.000,-. Gezien de gemotiveerde betwisting door de man is het hof van oordeel dat deze (hoge) kosten onvoldoende zijn onderbouwd. De kinderen wonen inmiddels in Nederland en dat zij jaarlijks op vakantie gaan naar de Verenigde Staten is hooguit een persoonlijke keuze van de ouders. Dat de minderjarigen op vakantie gaan, acht het hof aannemelijk en gezien de stand en fortuin waarin de kinderen leven passend. Het hof begroot deze kosten daarom in redelijkheid op € 300,- per maand per kind.
Verdeling kosten van de kinderen.
Terugbetaling
Proceskosten
- in de periode van 21 juli 2017 tot en met 31 december 2017 op € 324,- per maand per kind
- in de periode van 1 januari 2018 tot en met 30 april 2019 op € 352,- per maand per kind
- met ingang van 1 mei 2019 op € 360,- per maand per kind,