In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 3 maart 2020 een herstelarrest gewezen in een hoger beroep kort geding tussen Rieff Den Haag B.V. en de Gemeente Den Haag. Het hof herstelt een eerdere uitspraak van 20 december 2019, waarin het bestreden vonnis van de kantonrechter gedeeltelijk werd vernietigd. Het hof had toen geoordeeld dat de dwangsommenvordering van Rieff moest worden toegewezen, maar niet tot de gevorderde hoogte van € 5000,- per dag, maar tot € 5000,- per week. Na de uitspraak werd geconstateerd dat het bedrag van de dwangsommen niet correct in het dictum was opgenomen, wat aanleiding gaf tot een herstelverzoek van de advocaat van de Gemeente, mr. F. Sepmeijer. Rieff, vertegenwoordigd door mr. M.A.J. Kemps, stemde in met dit verzoek.
In het herstelarrest heeft het hof de omissie gecorrigeerd en bepaald dat de ontruimingen uiterlijk op 1 juni 2020 moeten plaatsvinden. Tevens is vastgesteld dat Rieff dwangsommen verbeurt van € 5000,- voor iedere week dat zij na deze datum niet aan de ontruimingsverplichting voldoet, met een maximum van € 500.000,-. Het hof heeft benadrukt dat de rest van het eerdere arrest, inclusief de datum van uitspraak, volledig in stand blijft. Deze beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.