ECLI:NL:GHDHA:2020:385

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
10 maart 2020
Publicatiedatum
4 maart 2020
Zaaknummer
200.234.613/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing van een civiele zaak naar een ander gerechtshof wegens betrokkenheid van een raadsheer-plaatsvervanger

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerechtshof Den Haag, ging het om een hoger beroep van Baker Tilly Berk N.V. (BTB) tegen een aantal geïntimeerden, waaronder Clover Leaf Holding B.V. en Spits Wallcoverings B.V. De zaak werd behandeld onder zaaknummer 200.234.613/01. Tijdens de procedure werd geconstateerd dat een raadsheer-plaatsvervanger betrokken was aan de zijde van BTB. Dit leidde tot de conclusie van het hof dat het wenselijk was om de behandeling van de zaak over te dragen aan een ander gerechtshof, om zo de objectiviteit en onpartijdigheid van de rechtsgang te waarborgen. Het hof heeft daarom besloten om de zaak op grond van artikel 62b RO te verwijzen naar het gerechtshof 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. De beslissing werd genomen op 10 maart 2020, tijdens een openbare terechtzitting, en is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.234.613/01
Zaaknummer rechtbank : C/10/503430/HA ZA 16-555

arrest van 10 maart 2020

inzake

Baker Tilly Berk N.V.,

gevestigd te Gouda,
appellante,
hierna te noemen: BTB,
advocaat: mr. R.J.A. Dil te Amsterdam,
tegen

1. [geïntimeerde 1],

wonende te [woonplaats],

2. [geïntimeerde 2],

wonende te [woonplaats],

3. Clover Leaf Holding B.V.,

gevestigd te Den Haag,

4. Spits Wallcoverings B.V.,

gevestigd te Den Haag,

5. Solandra Enterprises Limited,

gevestigd te Nicosia, Cyprus,
geïntimeerden,
hierna gezamenlijk te noemen: [geïntimeerde 1] c.s.,
advocaat: mr. J. Stikkelbroeck te Amsterdam.

Beoordeling

Een raadsheer-plaatsvervanger bij het gerechtshof Den Haag is aan de zijde van BTB bij deze zaak betrokken. Om die reden is naar het oordeel van het hof behandeling van deze zaak door een ander gerechtshof gewenst. Het hof verwijst de zaak daarom op de voet van artikel 62b RO ter verdere behandeling naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.

Beslissing

Het hof:
Verwijst de zaak ter verdere behandeling naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.
Dit arrest is gewezen door mrs. A.J.M.E. Arpeau, M. Flipse en B.J. Lenselink en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 maart 2020 in aanwezigheid van de griffier.