2.4Aldus worden aan de deskundige(n) de volgende onderzoeksvragen voorgelegd.
1. Oorzaak afblazen
a. a) Was op 25 juni 2011 sprake van een regelmatige voorziene (‘gecontroleerde’) vorm van afblazen (‘venting’) of van een onregelmatige (ongebruikelijke) gebeurtenis? Is automatisch afblazen bij overdruk in een isocontainer met ethyleengas een evenement dat hoe dan ook tijdens het vervoer aan boord van een zeeschip moet worden voorkomen of een regulier dan wel niet ongebruikelijk en (daardoor) voorzienbaar verschijnsel bij vervoer van ethyleengas?
b. Is het – los van eventuele partij-afspraken hieromtrent – gebruikelijk om de druk van een isocontainer met ethyleengas te monitoren tijdens de reis?
c. Is waarschijnlijk dat het gas is vrijgekomen (afgeblazen) door een beschadiging van de container of het vacuümsysteem van de container door de stuwadoors tijdens ladingoperaties? Zou de behandeling gedurende lading of lossing tot een ‘reduced holding time’ kunnen hebben geleid?
Waarop is dit oordeel gebaseerd? Zijn er aanwijzingen in de stukken die wijzen op een beschadiging of juist op het onbeschadigd zijn van de isocontainer?
d. Kunt u bij de beantwoording van de voorgaande vragen ingaan op het gegeven dat de tiende (niet verscheepte) container ging afblazen voordat deze geladen werd?
2. Omvang van het afblazen
a. Kunt u een meer precieze inschatting maken van de duur van het afblazen vóór de initiële explosie, de hoeveelheid gas die zich op het moment van de ontbranding al had verspreid, uitgaande van tenminste vijf minuten uitstroom voorafgaande aan de brand, en van de (horizontale/verticale) afstand van die verspreiding van het uitgestroomde gas? Kunt u ook aangeven hoe precies deze inschatting is door middel van een foutenanalyse? In het geval dat dit niet mogelijk is, wat is dan op basis van het beschikbare bewijs (inclusief foto’s en diagrammen) aannemelijk?
b. Is het afblazen doorgegaan nadat het uitgestroomde gas was ontbrand? Zo ja, kan dat laatste louter een gevolg zijn geweest van de ontbranding en zou het afblazen, dat dus al ten minste vijf minuten aan de gang was – indien geen ontbranding had plaatsgevonden – vanzelf weer zijn gestopt?
c. kunt u bij het voorgaande ingaan op de rapporten van de partij-experts (Angolese Havenautoriteit, Cwaves, Bullen, Biesboer en Burgoynes).
3. De rol van de verkeerde plaatsing van de reefercontainers
a. Is het meest waarschijnlijk scenario dat een vonk in/uit (één van de) reefercontainers het afgeblazen gas heeft ontstoken?
b. Zou het afblazen van het gas niet tot de plaatsgevonden explosie(s) en brand hebben geleid, indien UAL bij de stuwage van de reefercontainers de desbetreffende voorschriften van de IMDG-code in acht zou hebben genomen en/of deze containers op de daarin genoemde minimale afstand waren geplaatst mede gelet op de configuratie van de ‘UAL Antwerp’?
c. Kunt u bij de beantwoording van de voorgaande vragen ingaan op de accumulatie van gas/luchtmengsel voorafgaand aan de ontbranding, de (mate van) uitzetting van het gas/luchtmengsel, de mogelijk afnemende brandbaarheid en explosiviteit daarvan bij verdere verspreiding en het relatieve gewicht van het gas ten opzichte van de lucht (bleef het gas laag rond de containers hangen of verspreidde dit zich ook naar/over de reefercontainers)? Is sprake geweest van een aanzwellende/explosieve gaswolk, die zich uitbreidde tot deze in aanraking kwam met een vonk (waarbij niet of minder van belang was op welke afstand die vonk zich voordeed op het schip), dan wel is sprake geweest van een plaatselijke ophoping van gas tussen de reefercontainers mede gelet op de configuratie van de ‘UAL Antwerp’? In het geval u van mening zou zijn dat het gas brandbaar zou zijn ook op enige (welke?) afstand van de reefercontainers, wat is dan de waarschijnlijkheid dat het gas tot ontbranding is gekomen door een vonk elders op het schip? In het geval een vonk elders op het schip het gas heeft doen ontbranden, zou dan de fysieke schade aan de containers en het schip op de plaats van ontsteking anders zijn geweest, zo ja, hoe zou deze schade dan zijn geweest?
d. Hoe verhoudt een eventueel aanzwellende gaswolk zich tot het schadebeeld van na de eerste explosie?
4. Overige aspecten
Zijn er naar uw deskundig oordeel andere aspecten die van belang zijn voor het aanwijzen van de oorzaak van de schade?
De te benoemen deskundigen