ECLI:NL:GHDHA:2020:2841
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Herstel van partneralimentatie en kennelijke fout in draagkrachtberekening
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 8 april 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot herstel van de partneralimentatie. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.C. Carli-Lodder, verzocht om verbetering van een eerdere beschikking van 29 januari 2020, waarin een kennelijke fout was gemaakt in de draagkrachtberekening. De man stelde dat hij, na aftrek van de kinderalimentatie, slechts € 299,- beschikbaar had voor partneralimentatie, terwijl in de beschikking abusievelijk een bedrag van € 1.179,- was vermeld. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.N. Sanders, verzette zich tegen het verzoek om herstel en stelde dat zij op andere gronden tot een hoger bedrag aan partneralimentatie kwam.
Het hof heeft vastgesteld dat de eerdere beschikking inderdaad een kennelijke fout bevatte en dat deze fout eenvoudig hersteld kon worden. De combinatie van raadsheren die de mondelinge behandeling had geleid, was niet meer compleet door het vertrek van een raadsheer vanwege de wettelijke leeftijdgrens. Het hof heeft daarom mr. P.B. Kamminga toegevoegd aan de combinatie. Na beoordeling van de argumenten van beide partijen heeft het hof besloten de draagkracht van de man te herzien naar € 619,- bruto per maand, en de partneralimentatie dienovereenkomstig te verlagen. Het hof heeft de verzoeken van partijen over andere punten afgewezen, omdat deze niet als kennelijke fouten konden worden aangemerkt.
De uitspraak is openbaar gedaan en de verbeterde beschikking zal worden vastgelegd in de minuut van de eerdere beschikking. De partijen zijn verplicht om de eerder verstrekte afschriften aan de griffier te retourneren. De beslissing is genomen door de rechters A. Zonneveld, P.B. Kamminga en M.Th. Linsen-Penning de Vries, met mr. M.M. Rasmijn als griffier.