Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 12 februari 2015 te Zoeterwoude en/of Leiden, in elk geval in Nederland opzettelijk, de eer en/of de goede naam van
(de overleden)[persoon 1] heeft aangerand, door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door middel van geschriften en/of afbeeldingen verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen en/of door geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore werd gebracht, door op internet een stuk te plaatsen met de titel [titel]' en/of door in dit artikel onder andere (zakelijk weergegeven) het volgende te vermelden:
hij in of omstreeks de periode van 14 juni 2016 tot en met 6 juli 2016 te Leiden, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk, stelselmatig en opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [persoon 2], door genoemde [persoon 2] meerdere e-mailberichten te zenden met het oogmerk die [persoon 2], te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
of omstreeksde periode van 14 juni 2016 tot en met 6 juli 2016 te Leiden, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk
,stelselmatig
enopzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [persoon 2], door genoemde [persoon 2] meerdere
e-mailberichten te zenden met het oogmerk die [persoon 2], te dwingen iets te doen
, niet te doen,en/ofte dulden
en/of vrees aan te jagen;
bij herhalingen - onder verwijzing naar een eerder gesteld ultimatum - indringend verzocht in bevestigende zin te reageren op zijn veronderstelling dat [persoon 1] voor zijn overlijden in 1991 tegenover zijn familie heeft bekend de “balpenmoord” te hebben gepleegd en de verdachte heeft aangeefster er voorts op gewezen dat op haar de plicht rustte om aangifte te doen van dat feit en tevens dat aangeefster er rekening mee diende te houden dat hij, verdachte, als een aangifte zou uitblijven, de hoofdofficier van justitie zou vragen te onderzoeken of aangeefster niet kon worden vervolgd wegens het niet vervullen van haar wettelijke aangifteplicht. Op een aantal dagen heeft hij zelfs meerdere e-mails met betrekking tot dit onderwerp naar aangeefster gestuurd.
wederrechtelijk stelselmatigen opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van aangeefster.
belaging.
BESLISSING
bewezen dat de verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan.
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
bijzondere voorwaardedat het de veroordeelde gedurende de volledige proeftijd verboden is om direct of indirect contact te leggen of te laten leggen met [persoon 2].