Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 13 oktober 2020
[appellant] ,
Stichting Schaderegelingskantoor voor Rechtsbijstandverzekering,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
aankondiging melding ernstige en structurele misstanden WFT-overtredingen en misstanden bij SRK Rechtsbijstand’, ‘
Melding 1: doorgaande structurele misstanden bij SRK Rechtsbijstand’ en ‘
Verzoek om mij heden onvoorwaardelijk opdracht te geven tot rechtsbijstandverlening aan cliënt [cliënt] in WIA-procedures’.
- zijn klacht van 13 januari 2014 niet conform de toepasselijke regels in behandeling te nemen en af te doen;
- zijn (hierin genoemde) dossiers op een onrechtmatige wijze te (laten) behandelen, zowel intern als extern door uitbestedingen;
- te vorderen wat SRK heeft gevorderd bij dagvaarding van 7 mei 2018, nu [appellant] recht heeft op een onbelemmerde toegang tot de rechter en een klachtrecht bij de toezichthouders;
Beslissing
- bekrachtigt de tussen partijen gewezen vonnissen van de rechtbank Den Haag van 19 september 2018 en 24 oktober 2018;
- veroordeelt [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van SRK tot op heden begroot op € 741,00 aan verschotten en € 2.682,00 aan salaris voor de advocaat en op € 157,- aan nasalaris voor de advocaat, nog te verhogen met € 82,00 indien niet binnen veertien dagen na aanschrijving in der minne aan dit arrest is voldaan en vervolgens betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden, en bepaalt dat deze bedragen binnen 14 dagen na de dag van de uitspraak dan wel, wat betreft het bedrag van € 82,00, na de datum van betekening, moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan deze bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf het einde van genoemde termijn van 14 dagen;
- verklaart dit arrest ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.