Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Pepscan Systems B.V.,
1.Het geding
2.De feiten
Method for selecting a candidate drug compound” (in de Nederlandse
a) providing a library of compounds composed of at least one looped peptide
is er ook al onderhandeld over de vormgeving van de samenwerking. De grenzen van die samenwerking zijn toen al getrokken. Voor Pepscan stonden drie zaken voorop voor het verlenen van een licentie: het krijgen van een geldbedrag bij het sluiten van de overeenkomst, een aandelenbelang in het op te richten bedrijf, en het exclusief verlenen van service werk onder de CLIPS technologie aan Bicycle. Die randvoorwaarden zijn ook besproken met [naam 1] en [naam 2] . Partijen zijn daar bij het opstellen van de overeenkomsten ook steeds vanuit gegaan. (…)
3.De vorderingen in eerste aanleg en in hoger beroep
4.De beoordeling
NewCo shall engage Pepscan as its exclusive supplier for all [CLIPS™ Technology] related research and development activities under terms and conditions to be negotiated in good faith before the execution of the final license agreement”. In de Term Sheet juni 2009 is dat vervolgens als volgt verwoord: “
NewCo and Pepscan shall enter into discussions with Pepscan regarding a Service Agreement pursuant to which Pepscan would serve as NewCo's exclusive supplier for CLIPSTM Technology related research and development activities under terms and conditions to be negotiated in good faith between the parties (the "Service Agreement"), provided, however, the Service Agreement shall in no way restrict NewCo from pursuing any internal developments either within NewCo or in
The parties shall negotiate in good faith to conclude a service agreement pursuant to which any Pepscan Service Improvements will be licensed, the Licensor will provide know-how (excluding the Pepscan Know-How) and the Licensor would serve as the Licensee's exclusive supplier for the synthesis of CLIPS Peptides provided that the Licensee shall not be precluded from pursuing any synthesis of CLIPS Peptides on its own or in collaboration with research laboratories.”
shall engage” in “
shall enter into discussions (…) pursuant to which Pepscan would serve” zijn oorsprong daarin dat er geen tijd was om de Service Agreement uit te onderhandelen voorafgaand aan het sluiten van de licentie-overeenkomst. Daar werd in de Term Sheet april 2009 nog wel van uitgegaan, getuige de zinsnede “
before the execution of the final license agreement”. Omdat die reden zijn partijen overeengekomen dat over de voorwaarden van de service-overeenkomst na de licentie-overeenkomst nader onderhandeld zou worden.
native speakeris, geen betekenis worden toegekend. Met artikel 3.2 PLA is in het licht van de sluiting van de PLA voorafgaand aan het sluiten van de FSA, in plaats van daarna zoals aanvankelijk beoogd, niets anders tot uitdrukking gebracht dan dat er nog onderhandeld moest worden over een FSA. Uit niets blijkt dat daarbij over de exclusieve afnameverplichting van BT andere afspraken zijn gemaakt dan die in de Term Sheet april 2009 waren neergelegd. Uit de door Pepscan overgelegde verklaringen blijkt integendeel dat voor alle partijen bij ondertekening van de PLA – nog steeds – buiten kijf stond dat Pepscan onder nader overeen te komen voorwaarden gedurende de licentie-overeenkomst exclusief leverancier van de CLIPS peptiden
zouworden. Dat in artikel 3.2 PLA niet
explicietis opgenomen dat de FSA zou worden aangegaan voor de looptijd van de PLA, waarop BT heeft gewezen, betekent niet dat partijen dit niet voor ogen hadden. Juist omdat partijen dat wél voor ogen hadden is die koppeling vervolgens in de concept-FSA uitdrukkelijk opgenomen, getuige ook de verklaring van mr. [toenmalig advocaat Pepscan] : “
Deze koppeling was bewust opgenomen. Het benadrukte wat door partijen was afgesproken in het kader van het verlenen van een licentie door Pepscan aan Bicycle Therapeutics”. Niet gesteld of gebleken is dat BT ooit aan Pepscan heeft laten weten dat zij met die koppeling niet akkoord ging. Het hof merkt hierbij nog op dat de omstandigheid nog geen overeenstemming was bereik over alle specifieke voorwaarden van de exclusieve afnameverplichting er niet aan in de weg staat dat hierover – in artikel 3.2 PLA - een overeenkomst tot stand was gekomen (zie o.m. HR 26-09-2003, NJ 2004, 460 ‘Regiopolitie/Hovax’).
In circumstances in which PEPSCAN is not able to provide BICYCLE with CLIPS™ peptides to the required quantity or specification e.g. GMP manufacturing, BICYCLE may obtain CLIPS™ peptides from a third party manufacturer with the agreement of PEP SCAN, not to be unreasonably withheld. For the avoidance of doubt BICYCLE shall not be precluded from engaging third parties for the synthesis and/or supply of peptides which are not CLIPS™ peptides.”. Deze onderhandelingen hadden blijkens de overgelegde correspondentie geen betrekking op de koppeling tussen de looptijd van de FSA en de PLA.
entire agreement clause’ in artikel 15.1 van de PLA aan de door Pepscan voorgestane uitleg van artikel 3.2 van die overeenkomst in de weg zou staan, zoals door BT aangevoerd (par. 34 e.v. MvA), nu hetgeen partijen volgens die uitleg zijn overeengekomen geheel in lijn is met de eerdere, ongewijzigde, bedoelingen van partijen. Voor zover BT heeft bedoeld te betogen dat vanwege dat artikel meer gewicht moet worden toegekend aan de taalkundige uitleg van artikel 3.2 PLA, wordt dat verworpen. Onder de hiervoor besproken omstandigheden waaronder die bepaling tot stand is gekomen bestaat daarvoor naar het oordeel van het hof geen aanleiding. Ook de omstandigheid dat Pepscan met betrekking tot artikel 3.2 van het concept voor de PLA geen opmerkingen heeft gehad leidt niet tot een andere uitleg dan die door Pepscan verdedigd. Naar Pepscan immers mocht aannemen kwam die bepaling – zoals door haar gelezen – overeen met de over en weer bestaande en uitgesproken bedoeling van partijen dat BT gedurende de licentie-overeenkomst exclusief CLIPS peptiden van Pepscan zou afnemen, behoudens de overeen te komen (inhoudelijke) beperkingen op die exclusiviteit. Voor het maken van opmerkingen bestond voor haar daarom geen aanleiding.
WHEREAS, in connection with the License Agreement, the Parties have agreed that PEPSCAN will render certain services for BICYCLE within the Field of Use (as defined below)”. Daaruit zou volgens haar volgen dat Pepscan niet zonder enige beperking exclusief leverancier van BT zou zijn en dat het op de bepalingen van de overeenkomst aankomt te bepalen wat de rechten en verplichtingen van partijen zijn. Wat daarvan zij, deze (ten opzichte van de concept-FSA ongewijzigde) considerans ziet op de omvang van de exclusiviteit als zodanig – waarvan Pepscan ook nooit heeft betoogd dat die onbeperkt zou zijn – en biedt geen (ander) inzicht in de bedoelingen van partijen ten aanzien van de koppeling tussen de looptijd van de FSA en de PLA. Eerder verwijst deze overweging juist op de reeds overeengekomen samenhang met de PLA (“
in connection with the License Agreement, the Parties have agreed”).
the Licensee shall cease all and any exploitation of the Licensed Patents and of any know-how provided by the Licensor to the Licensee, except insofar as such knowhow ceases or has ceased to be confidential, unless this is or was as a consequence of the default of the Licensee” heeft het onder III tot en met VII gevorderde (een aan BT op te leggen bevel om “
wereldwijd de gevolgen van de opzegging zoals neergelegd in artikel 9.3 van de PLA na te leven waaronder (…) het wereldwijd staken en gestaakt houden van de exploitatie van de octrooirechten en knowhow van Pepscan”) onmiskenbaar een contractuele – en niet een octrooirechtelijke of onrechtmatige daad – grondslag. Dat een octrooi-inbreukverbod wellicht op hetzelfde zou neerkomen kan daaraan niet afdoen. Het hof acht zich derhalve op grond van het forumkeuzebeding in de PLA bevoegd om over deze vorderingen te oordelen.