Uitspraak
Rolnummer rechtbank : 6362687 CV EXPL 17-34655
Bijgaand zend ik je in concept de onderverhuurovereenkomst. Jij gaf eerder van de week aan dat je nog met je juristen overlegt over een geschikte partij voor de onderhuur. Ben je hier al verder mee, of kun je in ieder geval aangeven wanneer wij de naam van de onderhuurder kunnen verwachten?”
huurder’ een gedeelte van 3093 m² van voornoemde bedrijfsruimte als kantoorruimte (hierna: de kantoorruimte) onderverhuurt aan Piaui als ‘
onderhuurder’ (artikel 1.1 en 1.2). Voorts staat in de Overeenkomst:
- de huurprijs EUR 66.241,75
(…) omzetbelasting (…)
7.Beheerder
8.Bijzondere bepalingen
Bankgarantie
12.2 Huurder heeft geen aanspraak op verrekening van enig bedrag met de bankgarantie.
18.2 Telkens indien een uit hoofde van de huurovereenkomst door huurder verschuldigd bedrag met prompt op de vervaldag is voldaan, verbeurt huurder aan verhuurder van rechtswege per kalendermaand vanaf de vervaldag van dat bedrag een direct opeisbare boete van 2% van het verschuldigde per kalendermaand, waarbij elke ingetreden maand als een volle maand geldt, met een minimum van € 300,00 per maand.”
[vertegenwoordiger namens Piaui]Graag een reactie:
Een side letter of anderszins is absoluut noodzakelijk (…) Als [vertegenwoordiger 1 namens Detron/EMD] of [vertegenwoordiger 2 namens Detron/EMD] onder de tram lopen weet niemand iets over de afspraken en dan word je gewoon aan een overeenkomst gehouden (…)
(…) Prima uiteenzetting gisteren, ik heb alle vertrouwen gekregen in de partij en hun intenties. Man om man woord om woord. (…)”,
Voor het overige geldt dat mochten wij overeenstemming bereiken over voornoemde zaken dat we zo rond zijn.”
Beste [vertegenwoordiger namens Carmel] ,
Wij hebben een huurovereenkomst getekend (…) Die dividenduitkering (…) daar hebben we de voorziening leeg laten vallen die hebben we uiteindelijk niet bekrachtigd in de jaarrekening om de doodeenvoudige reden dat (..) we op dit moment ook een rechtszaak in moeten [met] [vertegenwoordiger namens de eigenaar] (…) we hebben dus de jaarrekening anders gemaakt, dus eigenlijk in die jaarrekening, zie je helemaal niets van die Huurovereenkomst, die huurovereenkomst is ook niet bekend gemaakt (…) Tegen de accountant heb ik gezegd (…) ik ga de voorziening niet vrij laten vallen, want ik heb geen zicht op de bankgarantie. (…)”
(…) Het is inmiddels weer 3 weken geleden dat wij elkaar hebben gesproken. Ik vroeg mij af of er al in hoofdlijnen ideeën zijn om te kunnen vervolgen.Ondanks meerdere verzoeken aan FS beschik ik nog steeds niet over sleutels van het pand en de tijd begint te dringen. De makelaar heb ik on hold omdat het het evident is te weten of we het bedrijfsrestaurant mee kunnen nemen in de communicatie als een upgrade-mogelijkheid of zelfs exploitatie, naast eventuele andere oplossingen die ik aan het uitwerken ben. (…)”
(…) Wij hebben duidelijke afspraken gemaakt en ik heb u al enkele maanden geleden verzocht om ervoor te zorgen, dat die afspraken zouden worden nagekomen, dit aangezien de uitvoering van de overeenkomst in de praktijk door de heer [vertegenwoordiger namens Carmel] , uw beheerder, werden gedwarsboomd. (…) Ik had woensdag verwacht een praktische oplossing van u te kunnen horen zodat wij verder konden, en de schade konden inlopen die wij inmiddels hebben opgelopen. In plaats daarvan heeft u mij medegedeeld dat u uzelf (Detron) niet langer een voordeel ziet in de gesloten overeenkomst, dit in tegenstelling tot het moment waarop wij die hebben gesloten, en dat u de overeenkomst daarom wilt ontbinden. (…)Ik moet u helaas berichten dat ik met de gang van zaken niet kan instemmen. (…) Ik zou in de gelegenheid worden gesteld om de ruimtes van [adres] te verhuren en ik zou de huuropbrengsten mogen behouden tot 31 januari 2018. Vanaf dat moment zou u de huur terug nemen. (…) Wanneer ik niet in staat ben om de ruimtes te verhuren conform afspraak binnen zeven dagen na heden dan acht ik mij vrij om nakoming dan wel ontbinding van de overeenkomst en schadevergoeding te vorderen.”
werkelijkeovereenkomst, niet van de gesimuleerde (schijn)overeenkomst, en dat de werkelijke overeenkomst ziet op een constructie om de balanswaardes van Detron/EMD te kunnen manipuleren teneinde dividend uit te kunnen keren, waarbij was toegezegd de schijnovereenkomst eind januari 2018/einde huurvrijeperiode terug te draaien en dat Piaui tot dat moment voor zichzelf mocht (onder)onderverhuren.
- 1.
- 2.
- 4. en 7. Piaui te veroordelen tot betaling van het verschuldigde boetebedrag, zijnde € 18.000,- tot en met 13 september 2017 en € 250,- per dag per 14 september 2017 tot aan de dag van het vonnis,
- 8. Piaui te veroordelen in de buitengerechtelijke kosten groot € 2.279,84,
- 9. Piaui te veroordelen in de proceskosten, waaronder begrepen de beslagkosten en de nakosten.
- 1. EMD te bevelen om aan Piaui alle medewerking te verlenen voor de exploitaties van de in de Overeenkomst genoemde ruimten en te gedogen dat Piaui onderhuurovereenkomsten sluit met derden en de opbrengsten daarvan voor een periode van 15 maanden voor zichzelf behoudt,
- 2. belemmeringen van EMD van het voorgaande te verbieden,
- 3. te verklaren voor recht dat door EMD gelegde beslagen ongegrond en onrechtmatig zijn en opheffing te bevelen, met bericht over uitkering aan Piaui,
- 4. te verklaren voor recht dat de Overeenkomst een schijnovereenkomst betreft waaraan EMD geen huurrechtelijke aanspraken kan ontlenen en welke na 15 maanden ten einde komt,
- met veroordeling van EMD in
schijnovereenkomst om aan te duiden dat het om een overeenkomst gaat die de schijn wekt dat die de volledige en juiste afspraken tussen partijen weergeeft, welke schijn niet klopt omdat partijen naast de Overeenkomst andere afspraken hebben gemaakt die een aantal van de in de Overeenkomst vastgelegde afspraken wijzigen of een andere betekenis geven. Door het
geheelvan afspraken stond het EMD niet vrij om zich op de Overeenkomst te beroepen zoals zij doet.
De dertien door Piaui ingediende grieven betreffen alle “verzuim van vormen” en komen er, kort gezegd, op neer dat het oordeel van de kantonrechter dat niet vaststaat dat de Overeenkomst een schijnconstructie betreft, niet en onvoldoende is gemotiveerd en ook niet reëel is. Volgens Piaui heeft de kantonrechter haar stellingen en de ingebrachte stukken niet op hun juiste waarde gewaardeerd en niet voldoende meegewogen en zijn de getuigenverklaringen verkeerd beoordeeld. Bovendien heeft de kantonrechter niet juist meegewogen dat EMD niets tegenover de consequente en consistente stellingen van Piaui heeft ingebracht en in het bijzonder ook geen uitleg heeft gegeven omtrent de vreemde voorwaarden die zijn afgesproken en de zeer ongebruikelijke omstandigheden van de zaak, welke niet passen bij een normale huurovereenkomst, zoals (1) het ontbreken van enig onderzoek naar de solvabiliteit van Piaui, (2) waarom Piaui geen waarborgsom hoefde te betalen en (3) waarom de huurprijs in de Overeenkomst twee keer hoger was dan de reële marktconforme huurprijs. Gelet daarop was aan Piaui ten onrechte (tegen)bewijs opgedragen, terwijl zij het (tegen)bewijs bovendien heeft geleverd.
Evenmin zijn er stukken waaruit (tegenover de betwisting daarvan door EMD) kan volgen dat de leegstandsvoorziening is vrijgevallen en dat dividend aan de aandeelhouders is uitgekeerd. Ook stukken die steun geven aan de stelling dat de Overeenkomst is opgesteld vanwege (een rechtszaak met) de eigenaar, zijn er niet. Integendeel, volgens de overgelegde transcriptie van het gesprek met [vertegenwoordiger 1 namens Detron/EMD] (zie onder 1.13) heeft [vertegenwoordiger 1 namens Detron/EMD] in maart 2017 gezegd dat er juist helemaal niets van de Overeenkomst in de jaarrekening is gezet omdat EMD/Detron een rechtszaak in moet met de eigenaar. Dit wijst er op dat de Overeenkomst
nietbedoeld was om de eigenaar te misleiden.
indien er sprake is van voldoende onderverhuur” en van een dividenduitkering voor verkoop.
Niet is in geschil dat de huurprijs die EMD met Piaui had afgesproken dezelfde was (evenredig – Piaui onderhuurde niet het hele pand) als die welke Detron vier jaar eerder was overeengekomen en zelf tot 2022 aan de eigenaar moest betalen. De met Piaui overeengekomen prijs gaf dus geen winst aan Detron/EMD, het dekte slechts de werkelijke kosten. Op die prijs heeft EMD voor Piaui in mindering gebracht dat Piaui voor 15 maanden van betaling werd vrijgesteld. Dat betekent dat EMD een aanzienlijk deel van de werkelijke huurkostprijs – bijna een kwart – niet naar Piaui heeft doorgezet.
Het hof volgt Piaui hierin niet. Uit de stukken blijkt dat EMD pas in 2017 nadat haar was gebleken dat Piaui geen bankgarantie zou (kunnen) stellen, is gaan uiten dat zij geen voordeel meer in de Overeenkomst zag. EMD ‘kwam dus niet al op de overeenkomst terug’ omdat Detron EMD in 2016 niet verkocht (aan welke verkoop de dividenduitkering was verbonden, zoals op de Power Point aangegeven, zie hiervoor 4.6 onder -d-). Uit de e-mail van [vertegenwoordiger namens Piaui] van 18 september 2016 blijkt overigens ook dat EMD al vóór het sluiten van de overeenkomst de op de PowerPoint weergegeven mogelijkheid van verkoop waaraan de dividenduitkering was gekoppeld had laten varen en dat [vertegenwoordiger namens Piaui] dit wist.
EMD is niet “op de Overeenkomst teruggekomen”. Zij heeft over ontbinding gerept nadat haar duidelijk was geworden (en ook objectief gezien duidelijk kon zijn) dat Piaui niet in staat zou zijn om tot een rendabele exploitatie te komen, namelijk toen al bijna een half jaar was verstreken zonder dat Piaui nog concreet zicht had op een onderhuurcontract met een eigen onderhuurder of op exploitatie en gebruik van de kantoorruimte met een eigen bedrijf. Van de uitvoering van Piaui’s voornemen om ruimte in het pand te gaan exploiteren als een ‘kantoor centrum’ met virtual offices en andere faciliteiten en een klandizie op te bouwen in de periode van vijftien maanden tot 31 januari 2018, was toen nog steeds geen enkel resultaat zichtbaar.
side-letterter onderbouwing van haar stelling dat zij met EMD de door haar gestelde schijnconstructie was overeengekomen. EMD heeft dit betwist.
Uit de e-mail correspondentie kan het hof niet de schijnconstructie afleiden die Piaui heeft gesteld: te weten een constructie die de Overeenkomst (deels) wijzigt of teniet doet. Mogelijk is er iets afgesproken tussen Piaui en [vertegenwoordiger namens Carmel] ( Carmel , de beheerder) over beloningen, mogelijk is met [vertegenwoordiger namens Carmel] ook iets afgesproken over een beloning als een partij de (onder)huurafspraken op termijn niet wil voortzetten, zoals [vertegenwoordiger namens Piaui] in zijn e-mail van 7 oktober 2016 benoemt. Dergelijke afspraken staan echter niet in de weg aan de contractuele verplichtingen die Piaui uit de Overeenkomst jegens EMD heeft waarop EMD zich in dit geding beroept. [vertegenwoordiger namens Carmel] heeft als getuige verklaard, dat de in de e-mails genoemde side-letter zag op afspraken die over servicekosten voor de beheerder ( [vertegenwoordiger namens Carmel] / Carmel ) moesten worden gemaakt. Kortom: het reppen over een side-letter vormt geen (begin van) bewijs van de afspraken tussen Piaui en EMD over de schijnconstructie die door Piaui is gesteld.
Dit betekent dat voor het hof, tegenover de verklaringen van [vertegenwoordiger namens Carmel] en [accountant van Detron] en mede gelet op het voorgaande, onvoldoende overtuigend uit de getuigenverklaring van Considine en de schriftelijke verklaring van [vertegenwoordiger namens Piaui] , blijkt dat er een schijnconstructie is afgesproken waarin nadere afspraken zijn gemaakt waarbij Detron/EMD de huurovereenkomst sowieso op 31 januari 2018 zou terugnemen ongeacht of Detron/EMD op 31 januari 2018 iets met de eigenaar had kunnen afspreken en ongeacht of Piaui de kantoorruimte tot exploitatie had kunnen brengen. Zo’n los van de ontwikkelingen met het hoofdhuurcontract en de exploitatie door Piaui staande afspraak ligt ook niet voor de hand, gelet op de door beide partijen aangevoerde achtergrond die tot het sluiten van de overeenkomst heeft geleid die ook op de PowerPoint is vermeld (zie 4.6 onder -a-), namelijk dat Detron tot en met 31 maart 2022 een huurovereenkomst had zonder het pand zelf te gebruiken, welke leegstand Detron/EMD geld kostte.
Zoals hiervoor is overwogen in 3.1 en 3.2 hebben partijen in hoger beroep gesteld dat door Detron/EMD inmiddels een regeling is getroffen met de eigenaar van het pand en dat deze het gehuurde vanaf oktober 2019 zelf (grotendeels) in gebruik heeft genomen. Desgevraagd is tijdens het pleidooi in hoger beroep namens EMD verklaard dat geen schade meer is geleden vanaf oktober 2019. Omdat geen schade (meer) is geleden vanaf oktober 2019 zal het hof het bestreden eindvonnis vernietigen voor zover ten titel van schadevergoeding meer is toegewezen dan € 66.241,75 exclusief BTW vanaf de ontbinding van de huurovereenkomst op 22 februari 2019 tot 1 oktober 2019. In zoverre slagen de grieven.
en in zoverre opnieuw rechtdoende: