ECLI:NL:GHDHA:2020:1322
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- F. Ibili
- A.A.F. Donders
- G.D. Hoekstra
- Rechtspraak.nl
Onderzoek naar de ondertoezichtstelling van een minderjarige en de rol van de moeder in de opvoeding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 22 juli 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling van een minderjarige. De moeder, die in hoger beroep ging tegen de beschikking van de kinderrechter van 21 januari 2020, verzocht het hof om de ondertoezichtstelling te vernietigen. De moeder stelde dat de ondertoezichtstelling contraproductief was en dat zij in staat was om zelfstandig voor de minderjarige te zorgen. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig overwogen, waaronder de zorgen van de raad voor de kinderbescherming en de gecertificeerde instelling, die stelden dat de minderjarige onvoldoende zorg en aandacht kreeg in de thuissituatie. De moeder had moeite om de benodigde structuur en ondersteuning te bieden, wat leidde tot zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige. Het hof concludeerde dat de wettelijke gronden voor de ondertoezichtstelling aanwezig waren, gezien de persoonlijke problemen van de moeder en de impact daarvan op de minderjarige. Het hof bekrachtigde de beschikking van de kinderrechter en wees het verzoek van de moeder af.