Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
hij of omstreeks 3 september 2014 te Leidschendam, gemeente Leidschendam-Voorburg tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen [slachtoffer] opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben hij verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg een kogel op/in de richting van het lichaam van die [slachtoffer] afgevuurd, ten gevolge waarvan die [slachtoffer] is overleden;
hij op of omstreeks 3 september 2014 te Leiden en/of Leidschendam, gemeente Leidschendam-Voorburg en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft/hebben hij verdachte en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer] (met gebruikmaking van de aanwezigheid van een grote hond):
hij o
fpomstreeks3 september 2014 te Leidschendam, gemeente Leidschendam-Voorburg
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen[slachtoffer] opzettelijk
en al dan niet met voorbedachten radevan het leven heeft beroofd, immers heeft
/hebbenhij verdachte
en/of zijn mededader(s)opzettelijk
en al dan niet na kalm beraad en rustig overlegeen kogel op/in de richting van het lichaam van die [slachtoffer] afgevuurd, ten gevolge waarvan die [slachtoffer] is overleden;
hij op
of omstreeks3 september 2014 te Leiden en/of Leidschendam, gemeente Leidschendam-Voorburg
en/of elders in Nederlandtezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers
heeft/hebben hij verdachte en
/ofzijn mededader
(s)die [slachtoffer]
(met gebruikmaking van de aanwezigheid van een grote hond):
(vervolgens)verhinderd
dieeenauto te verlaten en
/of
Het schotrestenonderzoek heeft een vrijwel zekere relatie aangetoond tussen de mouwen van het zwarte shirt (dat wil zeggen de hiervoor genoemde zwarte trui) en een schietproces. Het hof concludeert uit NFI onderzoek naar schotresten op de bemonstering van de trainingsbroek dat hierop schotresten aanwezig zijn.
[Verdachte] heeft zich steeds op zijn zwijgrecht beroepen [5] hoewel de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden om uitleg schreeuwen.
Het hof heeft hiervoor overwogen dat dit bruggetje uitkomt op een pad dat door het park leidt naar de Frekehof (waar de zwarte kleding is gevonden) en de Frekeweg waar [verdachte] is aangehouden terwijl hij zwarte sneakers met een witte zool droeg.
Uit nader NFI onderzoek en een contra-expertise van het TMFI leidt het hof af dat de huls en de patroon meerdere keren in hetzelfde vuurwapen zijn doorgeladen. Op de huls zitten doorlaadsporen, ontstaan op het moment van laden. Doorlaadsporen op een patroon ontstaan indien een vuurwapen wordt geladen en er vervolgens ongeschoten uitgeworpen wordt. [6] Een en ander voert het hof tot de conclusie dat degene die heeft geschoten (en waarbij de huls is uitgeworpen) ook de patroon is verloren bij het doorladen van het vuurwapen.
Het hof concludeert dat de patroon is uitgeworpen waar deze gevonden is, nl. aan de overzijde van het bruggetje. Daar is alleen [verdachte] geweest. Hij moet daar het vuurwapen hebben gedragen waaruit zeer kort daarvoor de kogel die [slachtoffer] heeft verwond is verschoten en waaruit bij dat schot de huls is uitgeworpen.
Dat leidt tot de conclusie dat [verdachte] de schutter is geweest.
Het hof verwerpt het verweer.
doodslag.
[slachtoffer]. De verdachte en zijn medeverdachte hebben, nadat [slachtoffer] in de auto van de medeverdachte is beland, verhinderd dat hij de auto zou verlaten en hem gedwongen om mee te rijden naar Leidschendam. Het slachtoffer is op enig moment uit de auto gevlucht. De verdachte is met een vuurwapen achter hem aangerend en heeft hem in rug geschoten, ten gevolge waarvan het slachtoffer is komen te overlijden. De verdachte heeft hierdoor aan hem het kostbaarste bezit, het leven, ontnomen. Daarnaast is aan de nabestaanden een immens groot en onherstelbaar leed aangedaan. In de kring van familie en vrienden laat de dood van het slachtoffer een grote leegte achter. Blijkens de slachtofferverklaringen afgelegd door de echtgenote en de zus van het slachtoffer ter terechtzitting in hoger beroep en de ter terechtzitting afgespeelde videoboodschap van de zoon van het slachtoffer heeft het gebeurde een enorme impact op het leven van de nabestaanden.
De benadeelde partij had een affectieve relatie met het slachtoffer, kreeg om 02.00 uur in de nacht van de politie het bericht dat haar man was neergeschoten, waarna zij in allerijl naar het ziekenhuis is gebracht. Daar heeft zij haar man nadat hij was geopereerd gezien en de beelden van die nacht hebben haar niet losgelaten. Zij was bij hem toen hij overleed en heeft de noodingrepen in het ziekenhuis van nabij gezien. Zij is als gevolg van flashbacks en nachtmerries in behandeling gekomen bij de GGZ en is gediagnostiseerd met een PTTS.
Het enkele feit dat zij niet aanwezig is geweest bij het incident zelf is onvoldoende reden om haar de gevorderde “shockschade” niet toe te wijzen. Zij is bij alle zittingen aanwezig geweest en heeft zich een goed beeld kunnen vormen hoe haar man om het leven is gebracht.
Bovendien heeft de verdachte de vordering onvoldoende gemotiveerd betwist en ook daarom dient de vordering te worden toegewezen.
De benadeelde partij is echter wel direct geconfronteerd met de ernstige gevolgen daarvan. Die eerste directe confrontatie met de gevolgen van het incident vond in het ziekenhuis plaats toen de benadeelde partij haar echtgenoot bezocht op de intensive care nadat hij geopereerd was. Het dossier bevat foto’s van hoe het slachtoffer er toen bijlag. Die zijn zeer confronterend.
- Vergoeding van een door de werkgever van de benadeelde partij loonkorting in 2015 toegepaste loonkorting vanwege langdurige ziekte ten bedrage van € 8.898,86.
- Medische reis- en parkeerkosten van de benadeelde partij ten bedrage van € 206,23.
- Reis- en parkeerkosten van de benadeelde partij samenhangend met de strafzaak ten bedrage van
Door de voormalig advocaat van de benadeelde partij is een vordering benadeelde partij ingediend waarin enkele materiële kosten buiten beschouwing zijn gebleven en voor de kinderen van het slachtoffer zijn geen vorderingen ingediend.
Het is niet redelijk om de benadeelde partij voor de genoemde materiele kosten op te laten draaien en gelet op de ernst van de normschending en de gevolgen daarvan voor de kinderen van het slachtoffer is het gerechtvaardigd om hen beiden een vergoeding voor geleden immateriële schade toe te wijzen.
Voor oplegging van een dergelijke maatregel zoals gevraagd is als eerste vereist een aansprakelijkheid naar burgerlijk recht van de verdachte jegens de benadeelde partij en haar beide zoons en naar het oordeel van het hof is van een dergelijke aansprakelijkheid in deze geen sprake.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
13 (dertien) jaren en 6 (zes) maanden.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]
€ 29.730,08 (negenentwintigduizend zevenhonderddertig euro en acht cent)bestaande uit
€ 4.730,08 (vierduizend zevenhonderddertig euro en acht cent) materiële schadeen
€ 25.000,00 (vijfentwintigduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 29.730,08 (negenentwintigduizend zevenhonderddertig euro en acht cent)bestaande uit
€ 25.000,00 (vijfentwintigduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
183 (honderddrieëntachtig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
4 september 2014.
€ 2.259,50 (tweeduizend tweehonderdnegenenvijftig euro en vijftig cent).
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.
gevangenisstrafvoor de duur van