ECLI:NL:GHDHA:2019:917
Gerechtshof Den Haag
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Machtiging uithuisplaatsing en hoger beroep door gecertificeerde instelling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 3 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland, had hoger beroep aangetekend tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Den Haag, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing was verleend voor een bepaalde periode. De moeder van de minderjarige, die alleen het gezag uitoefent, heeft verweer gevoerd tegen het hoger beroep van de gecertificeerde instelling. Het hof heeft vastgesteld dat de gecertificeerde instelling onvoldoende belang heeft bij het hoger beroep, omdat er geen wijziging van het dictum wordt beoogd. Het hof heeft de gecertificeerde instelling niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep voor het deel van de beschikking waarin de behandeling van het verzoek tot machtiging uithuisplaatsing is aangehouden. Voor het overige heeft het hof het hoger beroep verworpen. De beslissing is genomen na een mondelinge behandeling op 7 maart 2019, waarbij de moeder en de gecertificeerde instelling aanwezig waren, maar de raad voor de kinderbescherming niet. De minderjarige staat sinds 2014 onder toezicht van de gecertificeerde instelling en is sinds 2018 uit huis geplaatst. Het hof heeft overwogen dat de zorgen over de opvoedingssituatie van de minderjarige zijn toegenomen en dat terugplaatsing bij de moeder niet in het belang van de minderjarige is.