Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest van 30 april 2019
NXP B.V.,
INFINEON TECHNOLOGIES HOLDING B.V.,
INFINEON TECHNOLOGIES AG,
Het verloop van het geding
Beoordeling van het hoger beroep
- de internationale merkinschrijving met aanwijzing van de Benelux voor het woordmerk MIFARE, ingeschreven op 14 maart 1994 onder nummer 615458 voor waren in klasse 9 (hierna: het MIFARE Beneluxwoordmerk), en
- het Uniemerk voor het woordmerk MIFARE, ingeschreven op 25 oktober 2012 onder nummer 010.920.007 voor waren in klasse 9 (hierna: het MIFARE Uniewoordmerk).
Op deze drie onderdelen moeten chipkaart en kaartlezer met elkaar kunnen communiceren.
ab initionietig zijn (verweer (i)). In dit verband heeft zij in eerste aanleg daarnaast in reconventie gevorderd, voor het geval dat de conventionele vordering van NXP geheel of gedeeltelijk wordt toegewezen, dat de woordmerken nietig worden verklaard en doorgehaald, zulks op grond van art. 2.28 lid 1 BVIE respectievelijk (thans) art. 59 lid 1 sub a UMVo. De rechtbank is aan de behandeling van deze vordering niet toegekomen omdat zij de conventionele vordering van NXP geheel afwees.
eersteplaats betoogt Infineon dat de twee MIFARE woordmerken elk onderscheidend vermogen missen (de ‘b-grond’). [7]
electronic ticketingvoor vervoers- en toegangssystemen, waardoor de daarop gebaseerde systemen ‘Mifare-systemen’ worden genoemd. Het woord ‘Mifare’ kan daarom per definitie niet dienen ter onderscheiding van waren die deze technologie bevatten of die bedoeld zijn onderdeel uit te maken van een Mifare-systeem, aldus Infineon.
electronic ticketingvervoers- en toegangssystemen
die op Mifare-technologie zijn gebaseerd, Mifare-systemen worden genoemd. Dat betekent echter niet dat ‘Mifare’ een generieke aanduiding is. Daarvoor had Infineon moeten stellen dat de term ‘Mifare’ voor het relevante publiek een ander woord is voor
eenvervoers- of toegangssysteem dat met
electronic ticketingwerkt, ongeacht de herkomst (ongeacht of het systeem door NXP of met toestemming van NXP op de markt is gebracht). Dat heeft zij niet echter niet gesteld. Reeds daarom faalt dit betoog. Dat de door NXP of met toestemming van NXP op de markt gebrachte Mifare-systemen en –technologieën in dit verband wereldwijd het meest worden gebruikt, doet daar niet aan af.
electronic ticketingwerkt of voor de daarin gebruikte technologie.
Uit de door haar aangedragen voorbeelden blijkt dat echter niet. Daaruit blijkt veeleer het tegendeel: in de door haar overgelegde documenten, overigens veelal van later datum, wordt Mifare juist als merknaam gebezigd door het gebruik van hoofdletters (MIFARE), van het ®-teken en/of van een begeleidende, merkbevestigende tekst als ‘
offered by NXP semiconductors’. De enige duidelijke voorbeelden van gebruik als generieke aanduiding zijn de in deze procedure gewraakte uitingen van Infineon zelf (met name: ‘Mifare compatible’). Daar komt bij dat (NXP onbetwist heeft gesteld dat) voor de betrokken producten ook andere merken op de markt in omloop zijn zoals FELICA, CALYPSO en Infineon’s eigen CIPURSE (waarvan Infineon stelt dat het een open standaard is via de zogeheten OSPT Alliance).
Gelet op dit een en ander, alsmede op de door NXP in dit verband betrokken stellingen en overgelegde documenten, heeft Infineon - voor zover zij heeft gesteld dat ‘Mifare’ een generieke aanduiding is - naar het oordeel van het hof deze stelling onvoldoende onderbouwd. Overigens heeft zij in dit verband ook geen bewijsaanbod gedaan.
Volledigheidshalve merkt het hof op dat Infineon geen beroep heeft gedaan op verval van het merk doordat het door toedoen of nalaten van de merkhouder tot de in de handel gebruikelijke benaming is geworden van de waar. [8] Haar stellingen ondersteunen een dergelijk beroep overigens ook niet.
electronic ticketingvervoers- of toegangssysteem (‘mijn (rit)prijs, tarief’).
card manufacturers), van bedrijven die kaartlezers plaatsen, van
system integrators, en van industriële distributeurs; dit publiek, dat opereert in een
business-to-businesssfeer, heeft een hoge graad van deskundigheid, zo is tussen partijen in confesso.
iedereafnemer van dit soort producten de MIFARE merken kent. Tezamen genomen is daarmee naar het oordeel van het hof voldoende komen vast te staan dat het merk MIFARE, voor zover het niet van huis uit onderscheidend vermogen zou hebben, onderscheidend vermogen heeft verkregen ten tijde van het instellen van de nietigheidsvordering alsook op het moment waarop dit arrest wordt gewezen. Het hof is van oordeel dat tegenover al hetgeen NXP in dit verband heeft naar voren heeft gebracht, Infineon onvoldoende heeft aangevoerd om tot een ander oordeel te komen.
tweedeplaats betoogt Infineon dat de twee MIFARE woordmerken nietig zijn omdat zij kunnen dienen ter aanduiding van kenmerken van waren die Mifare technologie bevatten of bedoeld zijn om deel uit te maken van een Mifare-systeem (de ‘c-grond’). [13] Als kenmerken noemt Infineon de hoedanigheid van de chips (bevat Mifare technologie), de bestemming ervan (bestemd voor gebruik in een Mifare-systeem) en de waarde van de chips (zij ontlenen hun waarde aan hun geschiktheid voor een Mifare systeem).
electronic ticketingwerkt of voor (kenmerken van) de daarin gebruikte technologie. Zoals hiervoor overwogen is dat echter niet komen vast te staan. Gelet op het (onbestreden) consequente gebruik van het teken MIFARE als merk door NXP en haar licentienemers (zie ook hiervoor in 14 en 18) is redelijkerwijs ook niet te verwachten dat Mifare in de toekomst als aanduiding van (een kenmerk van) dergelijke systemen of technologie kan dienen. Voor het overige stuit het betoog af op het hiervoor overwogene.
derdeplaats betoogt Infineon dat de twee MIFARE woordmerken nietig zijn omdat zij gebruikelijk zijn geworden in het bona fide handelsverkeer (de ‘d-grond’). [14] Ook dit betoog strandt op het hiervoor overwogene.
vierdeplaats betoogt Infineon dat genoemde woordmerken nietig zijn omdat zij uitsluitend bestaan uit een kenmerk dat aan chips een wezenlijke waarde geeft, te weten dat de desbetreffende chips met Mifare systemen compatibel zijn en dus geschikt voor gebruik in die systemen. [15] Dit volgt volgens haar uit het feit dat het overgrote deel (80%) van de
electronic ticketing–toegangssystemen wereldwijd Mifare-systemen zijn waarvoor chips beschikbaar moeten zijn die in toegangskaarten voor Mifare-systemen kunnen worden toegepast.
eersteplaats op een samenwerkingsovereenkomst uit 1994 tussen Mikron (later Philips, thans NXP) en Siemens (voorganger van Infineon). Deze overeenkomst is in 2001 beëindigd, maar op grond van de uitloopregeling in art. 14 lid 1 van deze overeenkomst heeft zij het recht behouden het merk MIFARE te gebruiken, aldus Infineon. NXP betwist dit onder verwijzing naar de
change of controlbepaling in art. 1.7 van de overeenkomst. Op grond van deze bepaling zijn dochterondernemingen van Siemens enkel gelicentiëerd zolang Siemens een meerderheidsbelang houdt
‘und zwar so lange, wie diese Beteiligung besteht’. Toen de halfgeleiderafdeling van Siemens zich in 1999 afsplitste en zelfstandig verder ging als Infineon, is deze overeenkomst dus geëindigd en dat betekent dat Infineon daar geen rechten meer aan kan ontlenen, aldus NXP.
Gelet op deze gemotiveerde betwisting door NXP, waar Infineon niet op is ingegaan, heeft Infineon haar stelling dat zij op grond van deze overeenkomst nog steeds gerechtigd is het merk MIFARE te gebruiken, onvoldoende onderbouwd. Daar komt bij dat Infineon niet heeft duidelijk gemaakt of en waarom art. 14.1 in die situatie van toepassing zou zijn (
‘Im Falle einer Beendigung dieses Vertrages gemäss Ziffer 11, 12 oder 13 durch Siemens…’).
‘terminated the respective trademark license agreement with Infineon’(productie 6 NXP).
tweedeplaats dat zij toestemming van de merkhouder heeft omdat NXP en Infineon in 2010 afspraken hebben gemaakt over het gebruik van de aanduidingen ‘Mifare’ en ‘Mifare compatibility’, waarbij NXP heeft ingestemd met dat gebruik mits daarbij wordt vermeld ‘
Mifare is only used as an indicator of product compatibility to the respective technology’. Het gaat volgens Infineon om een vaststellingsovereenkomst waarbij partijen hebben vastgesteld dat Infineons gebruik onder (thans) art. 14 UMVo valt.
NXP betwist dat. Zij stelt dat zij in de toen gevoerde gesprekken ook de voorwaarde stelde dat wordt vermeld dat MIFARE een merk van NXP is (productie 14 Infineon) en dat zij – toen Infineon dat na aanvankelijke instemming toch weigerde – de zaak niet op de spits wilde drijven omdat het ging om gebruik voor één (commercieel weinig interessant) product, namelijk Infineons SLE 66R35 chip, Infineon het gebruik van het merk MIFARE verder sterk had gereduceerd, en Infineon onderkende dat zij geen rechten kon doen gelden op het MIFARE merk. NXP gedoogde daarom in 2010 deze aanduidingen in alleen de
product briefvan de SLE 66R35. Daarmee gaf zij echter geen toestemming voor ander gebruik, aldus NXP.
product briefs) voor dezelfde waren als die waarvoor deze merken zijn ingeschreven (chips). Daarbij wordt het teken ‘Mifare’ op zodanige wijze gebruikt dat er een verband wordt gelegd tussen dat teken en de waren van Infineon. Dergelijk gebruik kan de functies van het merk MIFARE, waaronder de herkomstfunctie, aantasten. Daartegen kan NXP zich krachtens art. 9 lid 2 sub a UMVo in beginsel verzetten.
Een andere, hier dicht tegenaan liggende vraag is of Infineon het merk mag gebruiken om de bestemming van haar waren, met name als accessoire of onderdeel, aan te geven; deze vraag komt hierna aan de orde.
- van een aanduiding inzake (onder meer) bestemming en waarde van de waren (b-grond), en
- van het merk, wanneer dit nodig is om de bestemming van de waar, met name als accessoire of onderdeel, aan te geven (c-grond),
Gillette/LA Laboratoriesheeft gegeven aan art. 6 lid 1 sub c van Richtlijn 89/104, hier maatgevend is. [17] Deze uitleg betreft de vraag wanneer gebruik van het merk om de bestemming van een product aan te geven ‘nodig’ is. Dat is het geval
‘wanneer een dergelijk gebruik in de praktijk het enige middel is om het publiek begrijpelijke en volledige informatie te verstrekken over deze bestemming teneinde het stelsel van onvervalste mededinging op de markt van dit product te vrijwaren.’Het is aan de nationale rechter na te gaan of een dergelijk gebruik nodig is, rekening houdend met de aard van het publiek waarvoor het door de betrokken derde in de handel gebrachte product is bestemd.
Gillette/LA Laboratoriesnog geldend recht is. De woorden
‘wanneer dat nodig is’zijn immers uit art. 14 lid 1 sub c UMVo geschrapt, zo betogen mrs. Stöpetie en Broekstra namens Infineon.
‘wanneer dat nodig is’ [18] zijn in art. 14 UMVo niet geschrapt doch (in de Nederlandse tekstversie) vervangen door (vertaald met) de woorden ‘
indien het (…) noodzakelijk is’. Daarmee wordt hetzelfde bedoeld. [19] Dat hier het woord ‘noodzakelijk’ wordt gebruikt in plaats van het woord ‘nodig’ duidt ook niet op een koerswijziging van de Europese wetgever en brengt dus ook niet mee dat het arrest
Gillette/LA Laboratoriesgeen geldend recht meer is. In de Franse en Engelse tekstversie is de bepaling in dit opzicht niet veranderd (‘nécessaire’ respectievelijk ‘necessary’).
Voor de juistheid van de door Infineon gebruikte aanduidingen omtrent compatibiliteit (met name: ‘Mifare compatible’) is minst genomen vereist dat haar desbetreffende kaartchips in de praktijk altijd kunnen communiceren met
elkeMIFARE kaartlezer (van NXP of haar licentienemers). Infineon spreekt immers over ‘Mifare’ in het algemeen; zij brengt daarbij geen beperking of nadere specificatie aan.
- de litigieuze chips van Infineon van het type ‘MIFARE Classic’ zijn waarbij gebruik wordt gemaakt van het versleutelingsalgoritme CRYPTO1. Dit is de zogenoemde eerste generatie MIFARE Classic. In termen van technische standaarden kunnen deze chips worden beschreven als ‘ISO/IEC 14443-3 type A met CRYPTO1’ (zie hierna in 52).
- Infineon mag deze chips produceren en verhandelen omdat zij op grond van een oude
- Deze technologie is verouderd. NXP heeft ondertussen nieuwe typen chips ontwikkeld met nieuwe technologie waarbij gebruik wordt gemaakt van andere versleuteling, welke chips worden verhandeld onder de merken MIFARE Classic EV1, MIFARE Ultralight, MIFARE Plus en MIFARE DESfire, waarbij MIFARE als paraplumerk wordt gebruikt.
- Infineon stelt daartoe dat uit de productspecificatie van de MIFARE kaartlezer blijkt dat deze met elke MIFARE kaartchip kan communiceren; zij verwijst naar de
- Compatibiliteit blijkt volgens haar voorts uit het feit dat (de voorganger van) Infineon sinds 1994 heeft bijgedragen aan het succes van MIFARE en uit de omzetcijfers: Infineon verkoopt nog steeds wereldwijd veel MIFARE Classic chips, en dat zou niet het geval zijn indien die chips niet zouden kunnen communiceren met elke MIFARE kaartlezer, aldus Infineon.
- NXP stelt dat MIFARE kaartlezers als zodanig niet bestaan. Volgens haar worden er geen lezerchips verhandeld onder het merk MIFARE. Bovendien zijn er verschillende kaartlezers voor verschillende MIFARE-kaartchipversies, zoals MIFARE Ultralight, MIFARE Plus en MIFARE DESfire. Het betreft verschillende technologie.
- Communicatie tussen een kaartlezer voor zo’n andere kaartchipversie en een MIFARE Classic kaartchip is alleen mogelijk indien een zogeheten
- De productspecificatie waar Infineon zich op beroept (
- Er zijn in de praktijk veel omgevingen waarin de MIFARE Classic kaartchip van Infineon niet werkt, maar andere versies van de MIFARE kaartchip wel. Een voorbeeld is het openbaar vervoer in Madrid: de MIFARE Classic chip van Infineon werkt niet in de NXP omgeving voor MIFARE kaarten aldaar, aldus NXP.
- Zij weerspreekt niet dat de door haar overgelegde productspecificatie (
- Daarmee is het fundament weggeslagen onder de stelling van Infineon dat MIFARE lezerchips meertalig zijn en met alle MIFARE kaartchips kunnen communiceren.
- Infineon heeft ten pleidooie daarentegen erkend dat de kaartlezer een
- Infineon weet niet of haar MIFARE Classic chip werkt in de omgeving van het Madrileense openbaar vervoer. Dat verdraagt zich moeilijk met haar stelling dat haar MIFARE Classic chips met
- De onderbouwing die Infineon voor haar stelling levert, heeft betrekking op de communicatie tussen haar chips en kaartlezers voor MIFARE Classic kaartchips (zoals het Trans Link Systeem), maar niet op communicatie met kaartlezers voor andere MIFARE kaartchips. Zo legt zij wel de productspecificatie van een kaartlezer voor MIFARE Classic kaartchips over (de productspecificatie van de MFRC500, bijlage 9 van productie 36, waar zij zich overigens niet op heeft beroepen), maar niet de productspecificaties van kaartlezers voor nieuwere MIFARE-versies kaartchips zoals MIFARE Ultralight, MIFARE Plus en MIFARE DESfire waaruit blijkt met welke MIFARE kaartchips deze kaartlezers kunnen communiceren. Dit had voor de hand – en op haar weg – gelegen. Ook in dat opzicht heeft zij haar stelling dus onvoldoende onderbouwd.
- Het argument van Infineon dat haar chips wel ‘Mifare compatible’ moeten zijn omdat er zo veel van worden verkocht, zegt niks over de (technische) juistheid van deze aanduiding. Datzelfde geldt voor het betoog dat (de voorganger van) Infineon betrokken was bij de ontwikkeling van MIFARE; daarbij wordt bovendien niet in acht genomen dat er tegenwoordig verschillende MIFARE-versies bestaan.
gespecificeerdaan te duiden waardoor duidelijk wordt dat het om MIFARE Classic gaat (
‘Mifare technology using Mifare Crypto1’,
‘using Mifare Crypto1’en
‘suitable for use in Mifare Classic Infrastructure’; productie EP 11), waarbij zij te kennen gaf ‘
We understand your assessment regarding market expectations triggered when using ‘compatibility’ (…)’.
elkeMIFARE kaartlezer kunnen communiceren, onvoldoende onderbouwd. Aan het bewijsaanbod van Infineon komt het hof dus niet toe. Overigens leent deze kwestie zich niet voor getuigenbewijs en is het bewijsaanbod niet voldoende specifiek.
ISO/IEC 14443-3 type A met CRYPTO1’, waarmee de chips volgens haar adequaat (voor het relevante publiek begrijpelijk en volledig genoeg) zijn beschreven. [22] Waar Infineon niet betwist dat (het relevante publiek weet dat) CRYPTO1 specifiek is voor MIFARE Classic (en overigens eerder zelf ook voorstellen formuleerde met CRYPTO1, zie hiervoor in 48), is met deze aanduiding ook duidelijk dat het om MIFARE Classic gaat. Naar het oordeel van het hof is deze aanduiding in het onderhavige geval geen bezwaarlijk lange of anderszins moeizame aanduiding. Het betoog van Infineon dat het relevante publiek dit niet zal begrijpen, overtuigt niet. Dit publiek is niet alleen deskundig in merkenrechtelijke zin (zie hiervoor in 17), maar zal op technisch gebied dergelijke aanduidingen begrijpen. Ook Infineon gaat daarvan uit waar zij stelt dat dit publiek heel wel het onderscheid kent tussen de producten van beide ondernemingen. Haar eigen
product briefs, bijvoorbeeld productie 62G over de CIPURSE SLM 10TLC002L, staan bovendien ook vol met soortgelijke technische verwijzingen (‘
ISO/IEC 14443-3 Type A Initialization and anticollision; ISO/IEC 14443-4 transmission protocol’).
compatible with readers that support MIFARE Classic®[versie/generatie] protocols’). Afhankelijk van de context kunnen deze loyaliteitsverplichtingen meebrengen dat Infineon daarbij ook moet vermelden dat MIFARE (Classic) een merk is van NXP, bijvoorbeeld door middel van de door NXP voorgestelde tekst ‘
MIFARE Classic® is a trademark of NXP B.V., which is in no way affiliated with Infineon. References to trade marks or product ranges are made solely with the aim of indicating Infineon’s products functionality and do not imply (i) any statement on quality or security or (ii) any endorsement from NXP.’ Met een dergelijke benaderingswijze zou Infineon naar het oordeel van het hof geen commerciële band met NXP suggereren.
Infineon heeft niet betwist dat beide geïntimeerden (voor deze zaak merkenrechtelijk relevante) handelingen verrichten; Infineon Holding en Infineon AG zullen dus hoofdelijk worden veroordeeld, zoals door NXP gevorderd; dat geldt niet voor de dwangsomveroordeling. Voor het uitsluiten van verrekening ziet het hof geen aanleiding. NXP heeft niet (voldoende) onderbouwd waarom een op verbeurde dwangsommen gebaseerde vordering niet voor verrekening vatbaar zou moeten zijn.
It is therefore the ideal product to upgrade existing Mifare compatible systems towards more advanced CIPURSE security based on AES 128.’ En het gaat om de mededeling van Infineon voor haar eigen CIPURSE chips:
‘The CIPURSETM move is the ideal product to support migration from existing nonsecure or systems using Mifare compatible technology towards a more advanced, state of the art and future security proven architecture such as the Open Standard CIPURSETM.’
existing Mifare compatible systems’– dus: alle bestaande MIFARE (compatible) producten – minder geavanceerd zijn dan Infineons ‘
CIPURSE security based on AES 128’.Datzelfde gebeurt in de tweede mededeling, waarbij ook nog ‘
existing nonsecure or systems using Mifare compatible technology’– dus: bestaande onveilige en alle systemen die gebruiken maken van MIFARE (compatible) technologie – op één hoop worden geveegd en worden geplaatst tegenover Infineons ‘
more advanced, state of the art and future security proven architecture such as the Open Standard CIPURSETM’.Dergelijke reclame-uitlatingen zijn alleen geoorloofd indien zij voldoen aan de daaraan te stellen voorwaarden waaronder de voorwaarde dat de mededeling juist is. De bewijslast ter zake van de juistheid rust op Infineon (art. 6:195 BW).
‘systems using Mifare compatible technology’tegenwoordig niet meer erg veilig zijn, is gelet op het voorgaande onjuist. Aan het aanbod van Infineon om de juistheid van de mededelingen te bewijzen door het horen van haar eigen
Patent & Trade mark Counsel, de heer [naam] , als getuige komt het hof niet toe. Schriftelijk bewijs heeft Infineon niet overgelegd.
LMR-arrest heeft geoordeeld dat de rechter de taak heeft ambtshalve te beslissen over de toewijsbaarheid van de proceskosten en de hoogte daarvan. [23] Ingevolge art. 1019h Rv wordt de in het ongelijk gestelde partij desgevorderd veroordeeld in redelijke en evenredige proceskosten die de in het gelijk gestelde partij heeft gemaakt, tenzij de billijkheid zich daartegen verzet.
Dat betekent dat Infineon in conventie zal worden veroordeeld tot betaling aan NXP van een bedrag van € 40.000,-.
Beslissing
- ii) verbiedt Infineon binnen twee maanden na heden in de Europese Unie inbreuk te maken op het MIFARE Uniewoordmerk, alsmede in de Benelux (ook) inbreuk te maken op het MIFARE Beneluxwoordmerk, waarbij het hof in het bijzonder verbiedt deze merken te gebruiken als soortnaam voor bepaalde technologie of als (de facto) standaard, en op inbreukmakende wijze aan deze merken te refereren bij de aanprijzing van eigen chips en bijbehorende producten;
- iii) veroordeelt Infineon tot betaling aan NXP van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 50.000,- voor iedere dag – een gedeelte van een dag daaronder begrepen – dat zij niet aan dit verbod voldoet, of, zulks ter keuze van NXP, voor iedere individuele overtreding daarvan, met een maximum van € 10.000.000,-;