1.11Op 12 april 2018 is de zogenoemde “In-één-oogopslag” samenvatting ingevoerd, waarbij op een overzichtelijke en visuele manier ten behoeve van de ouders inzicht wordt gegeven in de belangrijkste bevindingen van het inspectierapport.
2. Dikkedeur heeft bij inleidende dagvaarding gevorderd een gebod ex artikel 843a van het Wetboek van Rechtsvordering (Rv) aan de Gemeente, uitvoerbaar bij voorraad, om binnen 14 dagen na betekening van het te wijzen vonnis de bescheiden zoals opgesomd in het lichaam van de dagvaarding ("III. Vordering en juridisch kader"), te verstrekken, dit op straffe van verbeurte van een dwangsom, met veroordeling van de Gemeente in de kosten van de procedure.
3. De rechtbank heeft de vordering afgewezen en Dikkedeur in de proceskosten veroordeeld.
4. In appel vordert Dikkedeur vernietiging van het bestreden vonnis en alsnog toewijzing van haar vordering. Na eiswijziging vordert zij:
I. een gebod aan de Gemeente om binnen 14 dagen na betekening van het arrest een afschrift te verstrekken van dan wel inzage te bieden in:
( i) de geregistreerde gegevens in relatie tot de beantwoording van de vragen uit het MRP, en
(ii) de uitkomsten daarvan die tot de toegekende kleurcodes en centrumkleur hebben geleid, en
(iii) ook andere gegevens over de kindercentra van eisers, die blijken uit de GIR, vanaf 2013 tot heden,
zulks op straffe van een dwangsom van EUR 250 per dag dat de Gemeente na betekening van het in dezen te wijzen vonnis in gebreke blijft om aan het vonnis te voldoen, gemaximeerd tot een bedrag van EUR 25.000,-;
althans zodanige beslissing te nemen die het hof in goede justitie moge bepalen, dit zo veel mogelijk in lijn met het hier gevorderde en gestelde;
II. de Gemeente te veroordelen om al hetgeen Dikkedeur ter uitvoering van het bestreden vonnis van 2 februari 2018 aan proceskosten aan de Gemeente heeft voldaan of nog zal voldoen aan Dikkedeur terug te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente van de dag van betaling tot de dag van terugbetaling;
III. de Gemeente te veroordelen in de proceskosten van beide instanties, inclusief nasalaris en wettelijke rente.
5. Grief 1 is gericht tegen de feitenvaststelling (zie hierboven onder 1.). Met grief 3 bestrijdt Dikkedeur het oordeel van de voorzieningenrechter dat het risicoprofiel een intern planningsinstrument is. Volgens Dikkedeur is het MRP ontwikkeld om ondernemers te beoordelen op hun bedrijfsvoering en bevatten de risicoprofielen, anders dan de Gemeente stelt, wel degelijk een waardeoordeel. Met grieven 2 en 4 gaat Dikkedeur in op haar belang bij de vordering. Zij voert daartoe in de eerste plaats aan dat zij inzage in de risicoprofielen nodig heeft om aan haar bespreekplicht van artikel 1.60 lid 6 Wko te kunnen voldoen. Uit het inspectierapport blijkt immers welke domeinen zijn getoetst, en hoeveel en met welke diepgang, en volgens Dikkedeur ontkomt zij er daarom niet aan om daarover uitleg te geven. Daarvoor is kennis van de risicoprofielen nodig, aldus Dikkedeur. Zij wijst in dit verband ook nog op de vragenlijst die zij op 12 maart 2018 van de oudercommissie ontving namens 5 van de 6 kindercentra naar aanleiding van de inspectierapporten van 2017. Ten tweede voert Dikkedeur aan dat zij er belang bij heeft om naar aanleiding van de risicoprofielen preventief te kunnen acteren. Dit is haar verantwoordelijkheid jegens de ouders en het voorkomt bovendien vertrek van klanten; in zoverre is dus ook sprake van een gerechtvaardigd ondernemersbelang. Ten derde voert Dikkedeur aan dat zij inzage in de risicoprofielen nodig heeft om te kunnen bepalen of de Beleidsregel/het MRP onverbindend moet worden verklaard wegens strijd met de Wko en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Volgens Dikkedeur is het MRP-systeem gebaseerd op subjectieve criteria, werkt het willekeur in de hand en is het allesbehalve transparant.
Dikkedeur wijst er ook nog op dat de Wko met ingang van 1 januari 2018 is gewijzigd en dat in het kader van het zogenaamde “Nieuwe Toezicht” de focus minder op regels en meer op het proces en “gesprek” ligt. Dit stelt nog hogere eisen aan de transparantie van het toezicht en de communicatie daarover, aldus Dikkedeur.
Dikkedeur benadrukt dat zij de inspectielast niet als disproportioneel ervaart en dat haar doel niet is om de inspectielast te verminderen.
6. De Gemeente heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
7. Het hof overweegt als volgt.
8. Artikel 843a lid 1 Rv bepaalt dat hij die daarbij rechtmatig belang heeft, op zijn kosten inzage, afschrift of uittreksel kan vorderen van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin hij of zijn rechtsvoorgangers partij zijn, van degene die deze bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft. Het moet gaan om stukken ten behoeve van bewijslevering, dat wil zeggen stukken die relevant zijn voor de beoordeling van het (bestaande of mogelijk te verwachten) geschil met het oog waarop verstrekking of inzage wordt gevraagd. Dat hoeft niet een geschil te zijn met de persoon van wie de afgifte of inzage wordt gevraagd; het kan ook een derde zijn. De bescheiden moeten relevant zijn voor de rechtspositie van de verzoeker. Het enkele hebben van interesse in de stukken is dus niet voldoende.
9. Dikkedeur stelt drie soorten (spoedeisende) rechtmatige belangen te hebben bij afschrift of inzage in de risicoprofielen (zie ook hierboven onder randnummer 5):
- i) afschrift/inzage is noodzakelijk om aan de bespreekplicht van artikel 1.60 lid 6 Wko te kunnen voldoen;
- ii) afschrift/inzage stelt Dikkedeur in staat om preventief te kunnen handelen, zodat gesignaleerde risico’s niet worden verwezenlijkt;
- iii) afschrift/inzage is nodig om te kunnen beoordelen of de Beleidsregel/het MRP onverbindend moet worden verklaard.
10. Daargelaten dat het hof voorshands van oordeel is dat de onder (i) en (ii) vermelde belangen niet voldoen aan het “rechtmatig belang”-criterium van artikel 843a Rv, omdat niet blijkt dat het daarbij gaat om een civielrechtelijk belang waarover de burgerlijke rechter bevoegd is te oordelen, geldt dat het bestaan van deze belangen, evenals het belang onder (iii), onvoldoende aannemelijk is gemaakt.