Uitspraak
Rolnummers rechtbank : 2116271 RL EXPL 13-17367 en 5486459 RL EXPL 16-30183
in de zaak met nummer 200.167.181/01, hierna: zaak 1, van
en in de zaak met nummer 200.220.324/01, hierna: zaak 2, van
[...laan]bepaalt onder meer:
1.2Het gehuurde is/wordt als casco verhuurd, tenzij (…)
[...straat]bepaalt onder meer:
1.2Het gehuurde is/wordt als casco verhuurd, tenzij (…)
1)ontbinding van de huurovereenkomsten en ontruiming van de gehuurde ruimten,
2)veroordeling van [appellant] tot betaling van € 14.131,22 aan achterstallige huur en de vervallen volledige huurpenningen vanaf juli 2013,
3)veroordeling van [appellant] tot het stellen van zekerheid en
4)veroordeling van [appellant] in de proceskosten.
- verhelpen van lekkages van boven
- water- en tochtdicht maken van ramen en deuren,
- laten controleren en waar nodig herstellen van onveilige elektra,
- rondom herstellen van het schilderwerk,
- traphekken in [...laan] herstellen,
- ventilatievoorzieningen aanbrengen volgens bouwbesluit,
- deugdelijk sealen van de kelderruimte en herstel van de keldertrap,
- herstel van alle stucplafonds op de begane grond en 2e etage en plaatsen van een stucplafond in de schakelruimte, conform brandwerendheidseisen,
- plaatsen van een deur(kozijn) tussen begane grond en opgang naar de woning,
- waterdicht maken van vloeren en wanden van de douche op de 2e etage,
- (vast)maken van vloerdelen in de gangkast op de 2e etage,
- vastmaken van de radiatoren op de 2e etage;
3)veroordeling tot (terug)betaling door Nostra Beheer van € 33.670,29 althans een in goede justitie te bepalen bedrag vanwege onverschuldigde betaling en
4)veroordeling van Nostra Beheer in de proceskosten.
9 december 2014heeft de kantonrechter:
[appellant]veroordeeld om de huurachterstand van € 14.001,03, berekend tot en met juni 2013, en ook de daarna vervallen huurtermijnen te betalen, verminderd met een huurprijsvermindering van 30% voor de [...laan] vanaf 1 januari 2013 en van 60% voor de [...straat] vanaf 3 maart 2013, met rente plus € 700,- aan (gematigde) buitengerechtelijke kosten; en
Nostra Beheerveroordeeld tot herstel van de gebreken zoals gevorderd (hiervoor onder 2.3 opgesomd), op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag, met een maximum van € 50.000,- en bepaald dat de overeengekomen huurprijs van de [...laan] met ingang van 1 januari 2013 wordt verminderd met 30% en van de [...straat] met ingang van 3 maart 2013 wordt verminderd met 60% tot de dag waarop de gebreken zijn verholpen.
1)ontbinding van de huurovereenkomsten en ontruiming van de gehuurde ruimten, op straffe van een dwangsom,
2)betaling van:
3)veroordeling van [appellant] in de proceskosten.
2)partiële ontbinding van de huurovereenkomsten althans wijziging van de huurovereenkomsten des dat [appellant] ingaande 1 juli 2016 slechts 35% van de overeengekomen huur voor de [...laan] en 15% van de overeengekomen huur voor de [...straat] althans de in goede justitie te bepalen huur moet betalen tot aan de maand na volledig herstel van de gebreken en
3)veroordeling van Nostra Beheer in de proceskosten. Nostra Beheer heeft de reconventionele vorderingen bestreden.
eerste griefgericht tegen maximering van de dwangsommen op € 50.000,-. Zijns inziens dienen de dwangsommen onbeperkt te zijn om Nostra Beheer tot herstel van het gehuurde te dwingen.
tweede griefvan [appellant] richt zich allereerst tegen de huurprijsvermindering, die volgens [appellant] hoger moet zijn (zodat de huurprijs lager of zelfs nihil is). Hij heeft daarbij aangevoerd:
1. dat hem aan de [...laan] ten onrechte geen woonruimte is verstrekt,
[...laan]slechts ziet op het huurgenot voor gebruik als bedrijfsruimte (Nostra Beheer) of mede op het genot van bewoning van de boven gelegen ruimten ([appellant]). De kantonrechter heeft geoordeeld dat de overeengekomen huurprijs enkel voor bedrijfsruimte bestemd was en dus niet om te wonen. Hiertegen richt [appellant] zich met voornoemd punt 1 van de grief. Het hof overweegt hierover het volgende.
voor de woonruimtena voltooiing van de renovatie, ziet dit artikel verder alleen op de bovengelegen woning. Het is daarom voldoende duidelijk dat
“pas huurpenningen gaan betalen (…na…) voltooiing van de renovatie”slechts ziet op de huurpenningen voor de woonruimte. Dit artikel laat onverlet dat de overeengekomen huurprijs voor het gebruik als bedrijfsruimte wel vanaf de aanvang van de huur betaald moet worden (zoals [appellant] aanvankelijk ook heeft gedaan).
bewoningvan de [...laan], maar niet aan het gebruik voor de exploitatie van het horecabedrijf, niet tot vermindering van de huurprijs leiden. Punt 1 van grief 2 treft dus geen doel.
[appellant]heeft tegen de vaststelling van dat regime niet gegriefd). De kantonrechter heeft daarom toepassing gegeven aan artikel 7:257 BW dat een wettelijke vervaltermijn voor de vordering tot huurprijsvermindering voor woonruimten regelt. – [appellant], noch Nostra Beheer, heeft aangevoerd (en daartoe ook niets gesteld) dat de vervaltermijn van artikel 7:257 lid 3 BW niet van toepassing is op de huurprijs van de [...straat] als dat pand (ook) woonruimte is.
eerste incidentele griefin zaak 2 aangevoerd dat Nostra Beheer slechts doorgeefluik (betaalloket) is voor de eigenaar van de panden en dus niet als verhurende partij kan worden aangemerkt, zodat zij niets te vorderen heeft. Deze grief gaat niet op. [appellant] heeft in beide zaken in eerste aanleg uitdrukkelijk erkend dat Nostra Beheer de [...laan] en de [...straat] aan [appellant] verhuurt. Ook zijn vorderingen tot herstel van de gebreken zijn daarop gebaseerd. Bovendien heeft [appellant] geen grief gericht tegen de feitelijke vaststelling (in beide zaken) dat er tussen partijen tweemaal een huurovereenkomst bestaat. Nostra Beheer kan dus in rechte de nakoming van die huurovereenkomsten vorderen.
tweede incidentele griefertegen gericht dat de kantonrechter heeft geoordeeld dat [appellant] gebreken aan het gehuurde niet heeft gemeld bij Nostra Beheer, waarbij de kantonrechter een onderscheid heeft gemaakt tussen gebreken die onderwerp zijn van zaak 1 en nieuwe/andere gebreken.
nieuwegebreken destilleren die tot een verdergaande vermindering van de huurprijzen nopen. Voor zover het om niet herstelde, of nog niet volledig en correct herstelde gebreken gaat die aan het huurgenot in de weg staan, ziet de door de kantonrechter toegewezen huurprijsvermindering daar al op.
derde incidentele griefvan [appellant] richt zich tegen het verbinden van dwangsommen aan zijn verplichting tot ontruiming op een korte termijn. Bij deze grief heeft [appellant] geen belang. Nostra Beheer heeft immers aangevoerd dat de dwangsommen niet zijn verbeurd. Er zullen dus geen dwangsommen uit het verleden bij [appellant] worden ingevorderd. Verder staat vast dat [appellant] de panden inmiddels heeft ontruimd zodat de opgelegde dwangsommen ook niet in de toekomst zullen verbeuren.
vierde incidentele griefgericht tegen toewijzing van de verplichting om schadevergoeding te betalen tot zes maanden na ontbinding van de huurovereenkomsten. Deze grief is ongegrond. De schadevergoeding is (alleen) toegewezen ter hoogte van de verminderde huurprijzen en voor de tijd dat [appellant] het gehuurde in zijn bezit heeft gehouden. Ook wanneer Nostra Beheer de gebreken die tot de huurprijsvermindering aanleiding gaven, niet hersteld heeft, is deze vergoeding gerechtvaardigd.
vijfde incidentele griefvan [appellant], waarmee hij herstel van de gebreken en een verdergaande huurprijsvermindering beoogt, treft hetzelfde lot als de incidentele grief 2 (zie hiervoor onder 7.2 en 7.3). [appellant] is niet gerechtigd zijn (verminderde) huurbetalingsverplichting op te schorten totdat hersteld is, nu opschorting in artikel 26.1 AV is uitgesloten.
zaak 2:
eerste incidentele griefvan Nostra Beheer in zaak 1 is gericht tegen de afwijzing van de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomsten. Het hof overweegt het volgende.
overige incidentele grievenvan Nostra Beheer te beslissen, zal het hof ingaan op de grieven van Nostra Beheer in zaak 2.
grieven I, II, III en IVkomt Nostra Beheer op tegen het niet uitvoerbaar bij voorraad verklaren van het vonnis van de kantonrechter tot ontbinding en ontruiming en betaling van de huurachterstand en de proceskosten, althans (grief II) het niet-beperken van de uitvoerbaarheidsbeslissing tot nieuwe gebreken.
vijfde griefvan Nostra Beheer richt zich tegen de afwijzing van de veroordeling van [appellant] in de proceskosten in reconventie (de kantonrechter heeft deze kosten gecompenseerd). Omdat de vordering van [appellant] in reconventie tot herstel van de gebreken en verdergaande vermindering van de huurprijzen moet worden afgewezen, ligt het in de rede om [appellant] als de in het ongelijk gestelde partij te veroordelen in de proceskosten van de reconventie in eerste aanleg. Het hof zal de veroordeling in de proceskosten aanhouden totdat eindarrest in deze zaak wordt gewezen.
zaak 1en in
zaak 2voor toewijzing gereed liggen de vorderingen van Nostra Beheer tot:
de huurachterstand tot en met juni 2013 ad € 14.001,03, waarop in mindering strekt de huurprijsvermindering voor de [...laan] van 30% met ingang van 1 januari 2013 en de huurprijsvermindering voor de [...straat] van 60% met ingang van 3 maart 2013, en voorts:
vanaf 1 juli 2013 tot aan de dag van ontruiming: het bedrag van de vervallen huurpenningen (op 12 juni 2013: € 2.433,49 per maand) verminderd met 30% voor de [...laan] en met 60% voor de [...straat] tot op de dag waarop de gebreken zijn verholpen;
verminderentot de met 30% en 60% verminderde huurprijzen zoals bepaald door de kantonrechter, zodat het hof in het laatste geval zonder deskundigenbericht eindarrest kan wijzen (zie 17.1).
volledigehuurprijzen wil handhaven – en dus meer toegewezen wil zien dan het thans voor toewijzing gereed liggende deel – kan het hof nog geen eindarrest wijzen. In dat geval zullen beide partijen zich mogen uitlaten over de personen van de (drie) te benoemen deskundigen, de aan hen te stellen vragen en hun kosten.