ECLI:NL:GHDHA:2019:679
Gerechtshof Den Haag
- Rekestprocedure
- J.A. van Kempen
- C.M. Warnaar
- K. van Barneveld-Peters
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor verhuizing met minderjarige in het kader van gezag en zorgregeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 27 maart 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vervangende toestemming voor een verhuizing van de moeder met de minderjarige naar [woonplaats moeder]. De moeder, die in een kwetsbare positie verkeert na de breuk met de vader, verzoekt het hof om toestemming om met de minderjarige te verhuizen, terwijl de vader zich daartegen verzet. De moeder heeft na de relatiebreuk tijdelijk bij de vader gewoond, maar moest zijn appartement verlaten zonder alternatieve woonruimte. Het hof overweegt dat de moeder in [woonplaats moeder] een ondersteunend netwerk heeft en dat de verhuizing in het belang van de minderjarige is. De vader heeft onvoldoende aangetoond dat zijn rol in het leven van de minderjarige ernstig wordt beperkt door de verhuizing. Het hof wijst het verzoek van de moeder toe en verleent vervangende toestemming voor de verhuizing. De verzoeken van de vader om de moeder te verbieden te verhuizen worden afgewezen. De zaak met betrekking tot de zorgregeling en kinderalimentatie wordt pro forma aangehouden tot 29 juni 2019, zodat partijen de gelegenheid hebben om tot overeenstemming te komen.