ECLI:NL:GHDHA:2019:3737

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
8 januari 2019
Publicatiedatum
2 maart 2020
Zaaknummer
200.238.042/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herroeping van een arrest in het faillissement van Daytona Investments S.A.

In deze zaak heeft de eiser, aangeduid als [eiser], een vordering tot herroeping ingesteld tegen een arrest van het Hof van Amsterdam van 7 april 2015. De herroeping is ingesteld bij exploot van 14 december 2016, hersteld op 22 december 2017. De eiser betoogde dat het arrest van het Hof van Amsterdam niet volledig was vernietigd door de Hoge Raad, en dat de niet-vernietigde onderdelen in kracht van gewijsde waren gegaan, waardoor herroeping mogelijk zou zijn. Echter, het Gerechtshof Den Haag oordeelde dat het arrest van het Hof van Amsterdam volledig was vernietigd door de Hoge Raad in zijn arrest van 16 september 2016. Dit betekent dat de uitspraak niet in kracht van gewijsde is gegaan, en derhalve kan de vordering tot herroeping niet worden toegewezen.

Het hof heeft de ontvankelijkheid van de vordering tot herroeping beoordeeld en geconcludeerd dat de eiser niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De eiser werd ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 318,- aan griffierecht en € 1.074,- aan salaris voor de advocaat van de gedaagde, Evelyne Korn, die in haar hoedanigheid als curator in het faillissement van Daytona Investments S.A. optrad. De uitspraak werd gedaan op 8 januari 2019, en het arrest is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht
Zaaknummer: 200.238.042/01
Zaaknummer hof Amsterdam: 200.093.246/01

Arrest van 8 januari 2019

in de zaak van:

[naam] ,

wonende te [woonplaats] ,
eiser tot herroeping,
hierna te noemen: [eiser] ,
advocaat: mr. K.H.A. Troeijen te Boxtel,
tegen
Evelyne Kornin haar hoedanigheid van curator in het faillissement van de vennootschap naar het recht van Luxemburg Daytona Investments S.A.,
kantoor houdende te Luxemburg, Luxemburg,
gedaagde tot herroeping,
hierna te noemen: Korn q.q.,
advocaat: mr. J.A. Dullaart te Naaldwijk.

Het geding

Bij exploot van 14 december 2016, hersteld bij exploot van 22 december 2017, heeft [eiser] een vordering tot herroeping van het arrest van het hof Amsterdam van 7 april 2015 ingesteld.
Vervolgens zijn partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de bevoegdheid van het hof. Op 15 mei 2018 heeft [eiser] een akte uitlating bevoegdheid genomen. Op 29 mei 2018 heeft Korn q.q. een akte houdende uitlating bevoegdheid genomen.
Bij rolbeslissing van 18 september 2018 zijn partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de ontvankelijkheid van [eiser] in zijn vordering tot herroeping. Op 2 oktober 2018 heeft [eiser] een akte uitlating ontvankelijkheid genomen. Op 16 oktober 2018 heeft Korn q.q. een akte houdende uitlating niet-ontvankelijkheid genomen.

Ten slotte is arrest bepaald.

Beoordeling van de ontvankelijkheid van de vordering tot herroeping

1. In de onderhavige zaak vordert [eiser] herroeping van het arrest van het hof Amsterdam van 7 april 2015 gewezen in de zaak 200.093.246/01. Ingevolge artikel 382 Rv kan alleen een uitspraak die in kracht van gewijsde is gegaan worden herroepen. Het arrest van het hof Amsterdam van 7 april 2015 is echter door de Hoge Raad bij arrest van 16 september 2016 vernietigd en is derhalve niet in kracht van gewijsde gegaan.
2. [eiser] betoogt in zijn akte – kort gezegd – dat het arrest van het hof Amsterdam van 7 april 2015 niet geheel is vernietigd. De niet-vernietigde onderdelen zijn in kracht van gewijsde gegaan. Ten aanzien van die onderdelen is herroeping mogelijk. Dat een uitspraak is gecasseerd, betekent immers niet dat alle daarin opgenomen beslissingen opnieuw ter beoordeling voorliggen. Beslissingen die in cassatie niet of tevergeefs zijn bestreden, binden de verwijzingsrechter.
3. Dit betoogt faalt. In zijn arrest van 16 september 2016 heeft de Hoge Raad het arrest van het hof Amsterdam van 7 april 2015 volledig vernietigd. De Hoge Raad heeft immers in het dictum van zijn arrest aan die vernietiging geen beperkingen gesteld. Dat de verwijzingsrechter bij de opnieuw te nemen beslissing gebonden is aan alle in cassatie niet of tevergeefs bestreden beslissingen, betekent niet dat die beslissingen niet zijn vernietigd.
4. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat [eiser] niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn vordering tot herroeping. [eiser] zal in de proceskosten worden veroordeeld.

Beslissing

Het hof:
- verklaart [eiser] niet-ontvankelijk in zijn vordering tot herroeping;
- veroordeelt [eiser] in de kosten van de procedure tot herroeping, tot op heden aan de zijde van Korn q.q. bepaald op € 318,- aan griffierecht en op € 1.074,- aan salaris voor de advocaat.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.E.H.M. Pinckaers, M.M. Olthof en M.C.M. van Dijk en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 januari 2019 in aanwezigheid van de griffier.