1.8Op 20 februari 2017 heeft een medewerker van het bedrijf ZNEB een visuele dakinspectie uitgevoerd. Van de zijde van Perfectkeur was de heer [naam] daarbij aanwezig. Het ZNEB-rapport van 11 april 2017 vermeldt dat de circa 55 jaar oude dakpannen door de inwerking van de natuur dusdanig verweerd zijn dat er schilfers en stukken van zijn afgebrokkeld en dat de toplaag van diverse pannen is verdwenen. Daardoor zijn volgens ZNEB de pannen ernstig verzwakt en deels niet meer waterkerend. Door windinvloeden zijn pannen opgewipt en zijn er naden tussen de pannen ontstaan. Op basis van technische afschrijvingsnormen is een levensduur van de pannen van 40 jaar normaal. De twee dakschilden moeten volgens ZNEB van nieuwe dakpannen worden voorzien.
De gebreken waren ten tijde van de levering van de woning al aanwezig en hadden bij de keuring moeten worden opgemerkt, aldus ZNEB. De conclusie luidt dat Perfectkeur niet naar behoren heeft gepresteerd. ZNEB taxeert de totale herstelkosten voor het dak op € 11.375,-.
Daarbij wordt vermeld dat er sprake zal zijn van een aanzienlijke verbetering wanneer de dakpannen worden vervangen en dat een "nieuw voor oud"-berekening van 80% in mindering op de vervangingskosten van de dakpannen, inclusief sloopwerkzaamheden, reëel is.
2. [geïntimeerde] heeft in eerste aanleg gevorderd dat Perfectkeur bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot betaling aan [geïntimeerde] van een bedrag van € 9.873,11, te vermeerderen met rente over een bedrag van € 8.882,-, met veroordeling van Perfectkeur in de proceskosten, inclusief nakosten. [geïntimeerde] heeft daartoe aangevoerd dat Perfectkeur tekortgeschoten is in de nakoming van haar opdracht. Hij verwijst daartoe naar het rapport van ZNEB. De schade die hij hierdoor heeft geleden bedraagt € 8.882,-, te weten de door ZNEB geraamde kosten van vervanging van het hele dak ad € 11.375,- minus de door Perfectkeur begrootte kosten van € 2.493,-. Slechts met dat laatste door Perfectkeur genoemde bedrag heeft [geïntimeerde] rekening gehouden bij het bieden op de woning. Daarnaast heeft [geïntimeerde] buitengerechtelijke kosten gemaakt (€ 991,11). Perfectkeur heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
3. De kantonrechter heeft de hoofdvordering toegewezen tot een bedrag van € 4.441,- en de vordering tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten tot een bedrag van € 688,61. De proceskosten heeft de rechtbank gecompenseerd.
4. In appel vordert Perfectkeur vernietiging van het bestreden vonnis en alsnog afwijzing van de vordering, met veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten in beide instanties, te vermeerderen met nakosten en rente.
5. Met grief 1 voert Perfectkeur aan dat de kantonrechter ten onrechte haar beroep op artikel 6:89 BW (klachtplicht) heeft verworpen. Grief 2 valt het oordeel van de kanontrechter aan dat de artikelen 11.1. en 11.2. van de Algemene Voorwaarden van Perfectkeur onredelijk bezwarend zijn. Grief 3 houdt in dat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat Perfectkeur tekort is geschoten in de uitvoering van de opdracht en dus schadeplichtig is. Met grief 4 betoogt Perfectkeur dat de kantonrechter ten onrechte de schade heeft geschat onder verwijzing naar artikel 6:97 BW. Grief 5 en de daarop voortbouwende grief 6 houden in dat zelfs als de bevindingen van ZNEB voor juist worden gehouden en Perfectkeur tot dezelfde conclusies was gekomen destijds, [geïntimeerde] niet met de verkoper tot een aanpassing van de koopsom had kunnen komen, zoals door [geïntimeerde] is aangevoerd. Perfectkeur wijst erop dat [geïntimeerde] al met de verkoper van de woning overeenstemming over de hoogte van de koopsom had bereikt vóórdat Perfectkeur de inspectie uitvoerde, dat artikel 21 van de koopovereenkomst slechts voorzag in een algehele ontbinding (niet in een gedeeltelijke ontbinding door aanpassing van de koopprijs) en dat ook niet is voldaan aan de in dat artikel neergelegde vereisten voor ontbinding (zie hierboven onder 1.2.) te weten: het bestaan van ernstige en structurele bouwkundige gebreken die voordien niet bekend waren en die een normaal gebruik van de woning in de weg zouden staan. Volgens Perfectkeur is van zodanige gebreken geen sprake. Bovendien was het voor de verkoper zeker niet uitgesloten dat hij de woning na ontbinding van de overeenkomst met [geïntimeerde] voor tenminste dezelfde prijs zou kunnen verkopen. Perfectkeur wijst er in dat verband op dat [geïntimeerde] de woning had gekocht voor een veel lager bedrag (€ 1.390.000,-) dan de vraagprijs (€ 1.545.000,-) en voorts wijst Perfectkeur op de ouderdom en de ouderdomsclausule in de koopovereenkomst. Met grief 7 stelt Perfectkeur dat de kantonrechter niet aan een schatting van de schade had moeten toekomen en dat de schatting bovendien onjuist is. Grief 8 heeft betrekking op de zogeheten nieuw-voor-oud-correctie. Grief 9, ten slotte, ziet op de rente en de buitengerechtelijke kosten.
6. [geïntimeerde] heeft op zijn beurt één incidentele grief geformuleerd die inhoudt dat de kantonrechter ten onrechte heeft overwogen dat de uitkomst van de onderhandelingen van [geïntimeerde] met de verkoper van de woning niet berekend kan worden, maar slechts met voorzichtigheid geschat, en dat [geïntimeerde] hooguit had kunnen bereiken dat een bedrag van 50% van de door [geïntimeerde] genoemde schade ad € 8.882,- op de koopprijs in mindering zou worden gebracht, dus een bedrag van € 4.441,-. [geïntimeerde] stelt dat hij op grond van artikel 21 van de koopovereenkomst had kunnen bereiken dat het hele bedrag van de koopsom zou worden afgetrokken.
7. Om procesconomische redenen zal het hof eerst ingaan op het causaal verband en de schade. Naar het oordeel van het hof slaagt namelijk het daarop betrekking hebbend verweer van Perfectkeur (grieven 5 en 6).
8. De vordering van [geïntimeerde] gaat uit van de veronderstelling dat indien Perfectkeur tot dezelfde conclusies zou zijn gekomen als ZNEB en [geïntimeerde] vervolgens met het rapport van Perfectkeur in de hand naar de verkoper was teruggegaan, hij het voor elkaar zou hebben gekregen dat een bedrag van € 8.882,- (althans enig bedrag) in mindering zou zijn gebracht op de koopsom. [geïntimeerde] heeft echter onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld om te kunnen oordelen dat er een reële, althans niet te verwaarlozen kans is dat dit inderdaad zou zijn gelukt. Vast staat dat er reeds overeenstemming over de koopsom was bereikt tussen de verkoper en [geïntimeerde] voordat Perfectkeur haar rapport uitbracht. [geïntimeerde] stelt dat hij jegens de verkoper een succesvol beroep had kunnen doen op artikel 21 van de koopovereenkomst, maar al aangenomen dat de conclusies van ZNEB inhoudelijk juist zijn (hetgeen Perfectkeur betwist), dan heeft [geïntimeerde] naar het oordeel van het hof onvoldoende onderbouwd dat de door ZNEB geconstateerde gebreken voldoen aan het criterium van dat artikel, dus dat sprake is van ernstige en structurele bouwkundige gebreken die voordien niet bekend waren en die een normaal gebruik van de woning in de weg staan. In het algemeen wordt onder “normaal gebruik” verstaan dat in de woning moet kunnen worden gewoond op een veilige manier, met een redelijke mate van duurzaamheid zonder dat het woongenot wezenlijk wordt aangetast. Een en ander is mede afhankelijk van de verwachtingen die de koper redelijkerwijs mag hebben. In dit geval is van belang dat sprake is van een meer dan 50 jaar oud huis en dat de koopovereenkomst een ouderdomsclausule bevat. Dit betekent dat de koper minder hoge eisen mag stellen aan de gekochte woning. [geïntimeerde] heeft bovendien niet (voldoende) onderbouwd dat het dak niet veilig was voor de bewoners (instortingsgevaar) en evenmin dat het zijn waterkerende functie niet naar behoren vervulde. Het dak was ten tijde van het nemen van de memorie van grieven nog niet vervangen en uit het door [geïntimeerde] overgelegde rapport van […] Lekdetectie van 30 oktober 2017 blijkt niet dat de lekkages die zich kennelijk hebben voorgedaan verband houden met de door ZNEB geconstateerde gebreken aan het dak (de lekkages lijken eerder te maken te hebben met (gebreken aan) het balkon).
9. Maar ook indien [geïntimeerde] de verkoper ervan zou hebben kunnen overtuigen dat aan het criterium van artikel 21 van de koopovereenkomst was voldaan, kan niet zonder meer worden aangenomen dat de verkoper bereid zou zijn geweest het volledige (althans een deel van het) gevorderde bedrag in mindering te brengen op de koopsom. Ook op dit punt heeft [geïntimeerde] zijn stellingen onvoldoende onderbouwd. De verkoper was immers niet tot het toepassen van een dergelijke korting verplicht; hij had [geïntimeerde] ook voor de keuze kunnen stellen om de woning ofwel af te nemen tegen de overeengekomen prijs of de overeenkomst geheel te ontbinden. Wat de verkoper zou hebben gedaan hangt onder meer af van bijvoorbeeld de gewildheid van de woning, de vraag in hoeverre de vraagprijs respectievelijk de met [geïntimeerde] overeengekomen prijs marktconform was, hoe lang de woning al te koop stond en of er “kapers op de kust” waren. [geïntimeerde] heeft hieromtrent niets gesteld. Daarentegen acht het hof het aannemelijk, gelet op de ouderdomsclausule, dat in de met [geïntimeerde] overeengekomen prijs al rekening was gehouden met eventuele, met de ouderdom van het huis samenhangende gebreken. De overeengekomen prijs lag immers al fors lager (€ 155.000,-) dan de vraagprijs. Dat deze forse verlaging een andere reden had, heeft [geïntimeerde] niet gesteld. Overigens is ook niet gesteld of gebleken dat er over de (overige) kosten van de door Perfectkeur geadviseerde werkzaamheden nog is onderhandeld en dat deze in mindering zijn gebracht op de koopsom. Kort gezegd is naar het oordeel van het hof niet komen vast te staan dat als al sprake is van wanprestatie van Perfectkeur, die wanprestatie de door [geïntimeerde] gestelde schade heeft veroorzaakt.
10. Uit het voorgaande volgt dat grieven 5 en 6 van Perfectkeur slagen. Aan een behandeling van de overige grieven (daaronder begrepen de incidentele grief) wordt daarom niet toegekomen. Evenmin wordt toegekomen aan het (ongespecificeerde) bewijsaanbod van [geïntimeerde] omdat te bewijzen concrete stellingen ontbreken. Het bestreden vonnis zal worden vernietigd en de vordering zal alsnog worden afgewezen. [geïntimeerde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van zowel de eerste aanleg als het principaal en incidenteel hoger beroep worden veroordeeld, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente, zoals door Perfectkeur gevorderd. Conform de vordering van Perfectkeur zal de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.