Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest in incident van 1 oktober 2019
[de man] ,
[de vrouw] ,
Het geding
Beoordeling van het incident
- onder 3.1 bepaald dat de voormalige echtelijke woning moet worden verkocht en geleverd aan een derde, waarbij de opbrengst alsmede de overwaarde ervan aan partijen ieder voor de helft toekomt;
- onder 3.2 bepaald dat de vrouw binnen één week na betekening van het vonnis een makelaar aanwijst;
- onder 3.3 de man veroordeeld om aan de vrouw binnen één week na betekening van het vonnis zijn volledige medewerking te verlenen aan de verkoop en levering van de woning aan een derde;
- onder 3.4 de man veroordeeld om aan de vrouw binnen één week na betekening van het vonnis een dwangsom te betalen van € 200,- voor iedere dag dat hij niet aan de in 3.3 uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van € 20.000,- is bereikt;
- onder 3.5 de man veroordeeld om aan de vrouw te voldoen een bedrag van € 17.750,-
- onder 3.6 bepaald dat ieder der partijen de eigen proceskosten draagt;
- onder 3.7 het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaard;
- onder 3.8 het meer of anders gevorderde afgewezen.
€ 17.500,- aan de vrouw te vorderen, overweegt het hof dat de man daartoe niets heeft aangevoerd. Het hof zal zijn vordering derhalve in zoverre afwijzen.