Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 29 oktober 2019
[appellant],
1. [geïntimeerde 1],
2. [geïntimeerde 2],
Het verdere verloop van het geding
De verdere beoordeling van het hoger beroep
€ 43.000,- dat [geïntimeerden] in de gerechtelijke procedure tegen Hobea hebben betaald, de advocaatkosten die [geïntimeerden] hebben moeten maken om zich in die procedure tegen de vorderingen van Hobea te verweren, in beginsel als schade als gevolg van de toerekenbare tekortkoming van [appellant] in de nakoming van zijn verplichtingen uit de overeenkomst met [geïntimeerden], voor vergoeding in aanmerkingen komen. Ter onderbouwing van de advocaatkosten die [geïntimeerden] stellen te hebben gemaakt in de procedure tegen Hobea hebben zij in eerste aanleg een overzicht overgelegd uit het boekhoudprogramma van hun advocaat, van ingediende declaraties (productie 19). Dit overzicht sluit op een totaalbedrag van € 47.235,45 voor honorarium (€ 34.890,31), kantoorkosten (€ 1.710,73), belaste verschotten (€ 825,84), btw (€ 7.717,54) en onbelaste verschotten (€ 2.767,71). In dit overzicht is verder een korting (via prijsafspraak) opgenomen van € 676,68. Dit overzicht geeft echter geen inzicht op welke specifieke werkzaamheden en kosten de declaraties betrekking hebben. Het hof heeft daarom [geïntimeerden] in de gelegenheid gesteld een specificatie in het geding te brengen van haar advocaatkosten, die (uitsluitend) betrekking hebben op de gerechtelijke procedure in conventie tegen Hobea.
- de door hen in het overzicht geel gemarkeerde posten die zien op werkzaamheden in verband met het opstellen van de conclusie van antwoord, tevens houdende een voorwaardelijke eis in reconventie, waarbij zij het redelijk achten 10% van de tijd die aan het opstellen van deze conclusie is besteed, toe te rekenen aan de voorwaardelijke eis in reconventie;
- de door hen in het overzicht roze gemarkeerde posten die zien op werkzaamheden in verband met beslaglegging ten laste van Hobea (in verband met de reconventionele eis);
Het bedrag van € 6.712,35 komt dus in elk geval niet als schadevergoeding voor toewijzing in aanmerking.
[appellant] heeft daarover opgemerkt dat hij niet kan controleren, bij gebreke aan toelichting of onderbouwing, of die posten betrekking hebben op de procedure in conventie tegen Hobea of ook op een van de andere procedures. Dat klemt volgens [appellant] te meer, omdat [geïntimeerden] vóór het overleggen van deze urenspecificatie steeds hebben volgehouden dat alle gevorderde advocaatkosten uitsluitend betrekking hadden op de procedure tegen Hobea. Verder acht [appellant] het bijvoorbeeld ook niet aannemelijk dat telefonisch overleg met cliënt, mailwisseling met de wederpartij, inlezen van stukken, onderzoek naar literatuur en jurisprudentie en besprekingen met kantoorgenoten uitsluitend zouden hebben plaatsgevonden ten behoeve van (het verweer in) de procedure tegen Hobea, en niet in de andere procedures.
Van de resterende - niet gearceerde - posten is hiervoor (onder 2.6) al een bedrag van in totaal € 2.368,33 toegerekend aan de Hobea-procedure in conventie (90%) en in reconventie (10%) in verband met de comparitie(s) van partijen, zodat van het totaalbedrag van de resterende - niet gearceerde - posten van € 28.176,52 een bedrag van (28.176,52 - 2.368,33 =) € 25.808,19 resteert om gelijkelijk over de drie procedures te verdelen. Dat betekent dat, naast de hiervoor (onder 2.6) genoemde bedragen van € 1.923,75 en € 2.131,50, nog een bedrag van (25.808,19 / 3 =) € 8.602,73 kan worden toegerekend aan de procedure tegen Hobea in conventie. Tezamen leidt dat tot een bedrag van (1.923,75 + 2.131,50 + 8.602,73 =) € 12.657,98 dat aan de Hobea-procedure in conventie kan worden toegerekend.
Korting (via prijsafspraak) € - 225,56