ECLI:NL:GHDHA:2019:2377
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg door afwezigheid van de raadsvrouw
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 14 augustus 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag, dat op 5 juli 2018 was gewezen. De verdachte was bij verstek veroordeeld tot een geldboete van € 300,-, subsidiair 6 dagen hechtenis. De raadsvrouw van de verdachte had zich tijdig gemeld en was aanwezig in het gerechtsgebouw, maar was niet in de gelegenheid gesteld om bij de behandeling van de zaak aanwezig te zijn, omdat de zaak niet was uitgeroepen. Het hof oordeelde dat de politierechter niet aan de behandeling ten gronde had mogen toekomen, aangezien de raadsvrouw, die een kernrol vervult bij het onderzoek ter terechtzitting, niet aanwezig kon zijn door omstandigheden die niet aan de verdediging te wijten waren. Het hof heeft de nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg vastgesteld en het vonnis vernietigd. De zaak is terugverwezen naar de rechtbank Den Haag voor een nieuwe behandeling.