Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1. [verzoeker 1] q.q. in haar hoedanigheid van bewindvoerder van [naam],
2. [verzoeker 2],
3. [verzoeker 3]
Het geding
Beoordeling van het wrakingsverzoek
“De raadsheer-commissaris vraagt aan de heren [X] en [Y] hoe zij op de hoogte zijn geraakt van deze zaak. Zij laten weten dat dat via mr. Timmers is gegaan, met wie hun advocaat contact heeft gehad.”Mr. Timmers heeft blijkens het proces-verbaal vervolgens desgevraagd gezegd dat hij de heren niet heeft uitgenodigd, dat zij niet op zijn verzoek aanwezig zijn en dat daar verder geen contact over is geweest. Bij het dicteren van het proces-verbaal heeft mr. Timmers opgemerkt dat hij niet gezegd heeft dat daar geen contact over is geweest. Het proces-verbaal vervolgt:
“De raadsheer-commissaris vraagt de heren [X] en [Y] of zij door mr. Timmers zijn geïnformeerd over het tijdstip en de plaats van de zitting. De heer [X] bevestigt dat. De raadsheer-commissaris schorst de zitting. Tijdens de schorsing komt de heer [X] binnen die mededeelt dat hij en de heer [Y] afzien van verdere aanwezigheid en dat het niet handig is dat mr. Timmers ontkent dat hij contact met [X] en [Y] over deze zitting heeft gehad.