Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Rolnummer rechtbank : C/09/512639 / HA ZA 16-684
Arrest van 12 februari 2019
Women on Waves,
Proefprocessenfonds Clara Wichmann,
Eerstelijns Verloskundigen Amsterdam Amstelland,
[appellante 4],
[appellante 5] ,
[appellante 6] ,
[appellant 8] ,
[appellante 9] ,
[appellante 10],
[appellante 11] ,
Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd),
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
Aan Women on Waves werd voor vooraf aangekondigde reizen met een zeilschip waarop medicamenteuze overtijdbehandelingen werden uitgevoerd een zogenoemde verhuisvergunning verleend. In 2009 heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: IGZ) aangifte gedaan in verband met een reis die volgens de IGZ niet was aangekondigd, terwijl volgens de IGZ wel medicamenteuze overtijdbehandelingen zouden zijn toegepast. Het Openbaar Ministerie heeft bij brief van 5 oktober 2009 aan de IGZ bericht dat het op basis van de thans bekende feiten en omstandigheden geen strafrechtelijk onderzoek kan en zal starten en dat de zaak buiten vervolging zal worden gesteld omdat onvoldoende feiten zijn gebleken waaruit blijkt dat een strafbaar feit is gepleegd, dan wel dat inhoudelijk bezien daarvoor onvoldoende bewijs voorhanden is.
en de strafwet. Overigens is deze discussie niet nieuw. Tijdens de afgelopen jaren heb ik deze discussie verschillende malen gevoerd. De standpunten wijzigen ook totaal niet ten opzichte van de discussie van de afgelopen jaren. Het gaat mij echter om de vraag: waar is de regelgeving nou eigenlijk voor in het leven geroepen? Die is in het leven geroepen om ervoor te zorgen dat de zorg veilig plaatsheeft en van hoge kwaliteit is, en dat wij een aantal zorgvuldigheidsafspraken met elkaar hebben die in acht genomen worden. Zo’n afspraak is dat je nog even bedenktijd hebt zodat je een besluit evenwichtig kunt nemen, want dit zijn nogal beslissingen. Als er nieuwe mogelijkheden zijn die eenzelfde zorgvuldigheid kennen, die veilig en van hoge kwaliteit zijn, dan zie ik niet in waarom we daaraan voorbij zouden moeten gaan, zeker aangezien de vaak langjarige band die je hebt met je huisarts, in deze gevoelige situatie een enorme meerwaarde kan betekenen.”
.
.
en
grief 2komen Women on Waves e.a. op tegen het oordeel dat appellante genoemd onder 9 niet getroffen wordt door de uitkomst van deze procedure, omdat zij als abortusarts werkzaam is in een kliniek waar zij overtijdbehandelingen mag toepassen. Women on Waves e.a. voeren ter onderbouwing van hun grief aan dat deze appellante niet meer werkzaam is in een kliniek met een Waz-vergunning en dat zij werkzaam is op het zeiljacht Adelaide van Women on Waves. Zij wordt door het standpunt van de Staat belemmerd in haar praktijkuitoefening, aldus Women on Waves e.a.
Hier komt bij dat recentelijk een wetsvoorstel is ingediend (zie 1.29) waarmee de wetgevende macht van de Staat de in het geding zijnde onduidelijkheid over de al dan niet strafbaarheid van medicamenteuze overtijdbehandelingen door huisartsen weg zal kunnen nemen.
“…dan zouden zij wellicht als medepleger kunnen worden aangemerkt”en
“Maar wanneer dat onderzocht en aangenomen wordt is aan het OM.")
“zwangerschap kan worden afgebroken”) bepaalt artikel 296 Sr niet. Er is wel consensus over dat een zwangerschap niet wordt (vermoed te worden) afgebroken in de zin van artikel 296 Sr door het plaatsen van een spiraaltje of verstrekken van de morning-after pil. De enkele kans dat een bevruchting van de eicel heeft plaatsgevonden, levert dus niet, althans niet direct, een vermoeden van een zwangerschap op. Op welk moment er na de kans op bevruchting een – medisch – vermoeden van zwangerschap in de zin van het strafrecht ontstaat, is nergens in de wet bepaald. Het begrip ‘zwangerschap’ is niet wettelijk gedefinieerd. De reikwijdte van artikel 296 Sr is daardoor niet duidelijk.
nietheeft laten vallen onder een behandeling gericht op het afbreken van een zwangerschap in de zin van de Waz. Deze wetgever, die de Waz heeft ingevoerd, is dezelfde wetgever als die artikel 296 Sr heeft ingevoerd. Aan Women on Waves e.a. kan worden toegegeven dat het niet zonder meer logisch lijkt dat overtijdbehandelingen enerzijds volgens uitdrukkelijke mededeling van de wetgever niet onder de Waz vallen, maar anderzijds niettemin strafbaar zijn als zij worden uitgevoerd door een arts buiten een ziekenhuis of kliniek met Waz-vergunning. Bovendien zijn sinds 1984 geen (huis)artsen strafrechtelijk vervolgd voor het buiten een vergunninghoudend ziekenhuis of kliniek verrichten van overtijdbehandelingen.
“…dat bij die behandeling niet met zekerheid vaststaat, dat de vrouw ook inderdaad zwanger is.”(memorie van antwoord aan de Tweede Kamer, 1979-1980, 15 475, nr.6 p.42). De wetgever heeft toen expliciet het volgende opgemerkt (p.61):
Women on Waves e.a. hebben aangevoerd dat een zwangerschap indertijd wel degelijk in een vroeg stadium kon worden vastgesteld, ook al in de periode waarbinnen de overtijdbehandeling plaatsvindt. In het midden kan echter blijven of dit juist is, nu de Staat terecht heeft opgemerkt dat uit de wetsgeschiedenis duidelijk blijkt dat de wetgever er destijds in elk geval van uit is gegaan dat een zwangerschap in dat vroege stadium nog niet kan worden vastgesteld en dat dit een belangrijke reden vormde om een overtijdbehandeling buiten de Waz te laten.