Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Het verloop van het geding
2.Beoordeling van het verzoek
Artikel 1 - Huurtermijn
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft Coop Vastgoed B.V. in hoger beroep beroep aangetekend tegen een beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam. De kantonrechter had op 9 februari 2018 goedkeuring verleend voor artikel 1 van de gewijzigde huurovereenkomst, maar het verzoek voor artikel 4 werd afgewezen. Dit artikel betreft de beëindiging van de onderhuurovereenkomst en de gevolgen daarvan voor de huurder, [verweerster]. Coop heeft in haar grieven aangevoerd dat de kantonrechter ten onrechte het verzoek voor artikel 4 heeft afgewezen, omdat [verweerster] bij beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst geen mogelijkheid heeft om inkomen uit het gehuurde te genereren. Het hof heeft op 8 januari 2019 de beschikking van de kantonrechter vernietigd voor zover deze de goedkeuring van artikel 4 weigerde en heeft deze goedkeuring alsnog verleend. Het hof oordeelde dat de aanpassing van de overeenkomsten voldoende waarborgen biedt voor de rechten van [verweerster]. De proceskosten van het hoger beroep werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.