ECLI:NL:GHDHA:2019:1980
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake opheffing van conservatoir beslag en schadevergoeding in civiele zaak tussen Kromme Leek B.V. en Muszkieterowie B.V.
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Kromme Leek B.V. tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Rotterdam, waarin Muszkieterowie B.V. een vordering tot opheffing van conservatoir beslag had ingesteld. Kromme Leek had conservatoir beslag gelegd onder ING ter verzekering van een vordering tot schadevergoeding wegens toerekenbare tekortkoming in de verplichtingen van Muszkieterowie uit een koopovereenkomst. De voorzieningenrechter had de vordering van Muszkieterowie toegewezen en het beslag opgeheven, maar Kromme Leek is in hoger beroep gegaan.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld, waarbij het heeft vastgesteld dat Kromme Leek voldoende belang heeft bij het hoger beroep, ondanks het verweer van Muszkieterowie dat het saldo van de beslagen rekening nihil is. Het hof heeft geoordeeld dat de stellingen van Kromme Leek niet summierlijk ondeugdelijk zijn en dat er voldoende grond is voor de vordering tot schadevergoeding. Het hof heeft de vordering van Kromme Leek herbegroot en de vordering van Muszkieterowie tot opheffing van het beslag afgewezen.
De uitspraak van het hof vernietigt het eerdere vonnis en herbeoordeelt de vordering van Kromme Leek, waarbij Muszkieterowie wordt veroordeeld tot terugbetaling van proceskosten en het hof de kosten van beide instanties heeft begroot. Het arrest is uitgesproken op 30 juli 2019.