Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 25 juni 2019
Oldenburger Fritom B.V.,
Het verdere verloop van het geding
Beoordeling van het hoger beroep
Daags na het ongeval hebben wij een bezoek gebracht aan PPG en troffen de lading glasvezel aan in de oplegger van verzekerde.
besloten om de oplegger te laten vervoeren naar de loods van claimant. Claimant zou de oplegger lossen en de lading na lossing apart zetten in afwachting van een tweede gezamenlijke expertise.
Ten tijde van onze inspectie bleek dat (straat) vuil aanwezig was in de octabins met glasvezel. Navraag wees uit dat het personeel van Oldenburger Fritom te Veendam het glasvezel dat in de trailer lag, teruggegooid had in de overige octabins, waardoor het niet meer mogelijk was gezond product van het ongezonde te scheiden.
Oorzaak van de schade
vorderingsgerechtigdheid
aansprakelijkheid
schadeomvang
expertisekosten
rente
Beslissing
- bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Den Haag van 19 augustus 2015 voor zover tussen partijen gewezen;
- veroordeelt Oldenburger in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van PPG c.s. tot op heden begroot op € 4.719,- (€ 1.937,- aan verschotten en € 2.782,- aan salaris advocaat (2,0 punten × € 1.391,- (tarief III)) en op € 157,- aan nasalaris voor de advocaat, nog te verhogen met € 82,- indien niet binnen veertien dagen na aanschrijving in der minne aan dit arrest is voldaan en vervolgens betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden, en bepaalt dat deze bedragen binnen veertien dagen na de dag van de uitspraak dan wel, wat betreft het bedrag van € 82,-, na de datum van betekening, moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan deze bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf het einde van genoemde termijn van veertien dagen;
- verklaart dit arrest ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.