ECLI:NL:GHDHA:2018:996
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging vonnis en terugwijzing naar politierechter wegens niet opgeroepen raadsvrouw
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 29 maart 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft een verdachte die op 17 maart 2017 bij verstek is veroordeeld, terwijl zijn raadsvrouw, mr. E.P.N. Pieterse, niet op de juiste wijze was opgeroepen voor deze zitting. De raadsvrouw heeft ter terechtzitting in hoger beroep aangetoond dat zij niet op de hoogte was van de zitting en dat zij pas na de zitting het digitale dossier had ontvangen, waarin de oproeping was opgenomen. Het hof oordeelt dat de politierechter niet aan de behandeling van de zaak had mogen toekomen, gezien de omstandigheden dat de raadsvrouw niet op de hoogte was van de zitting. Op basis van artikel 423 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering heeft het hof het vonnis waarvan beroep vernietigd en de zaak terugverwezen naar de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De beslissing van het hof is genomen in het belang van een eerlijk proces, waarbij de rol van de raadsvrouw cruciaal is voor de verdediging van de verdachte.