Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
het hof begrijpt: andere verbalisanten dan degenen die de verdachte hebben aangehouden en daarvan genoemd proces-verbaal hebben opgemaakt) het voertuig in gedirigeerd. Het is mogelijk dat de verdachte vervolgens – tijdens het transport – nog andere uitlatingen over zijn ex-schoonvader heeft gedaan, welke niet aan hem ten laste zijn gelegd. Het hof verwerpt het verweer en bezigt het proces-verbaal van aanhouding voor het bewijs van de tenlastegelegde bedreiging.
per abuistweemaal een vraagteken is opgenomen, daar waar een punt hoort te staan, niet (mede) heeft ondertekend. Het hof verwerpt dit verweer, reeds omdat het een proces-verbaal van bevindingen op ambtseed betreft.
of omstreeks08 augustus 2017 te Gouda ter voorbereiding van het te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten moord
(artikel 289 Wetboek van Strafrecht),
althans een te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld,opzettelijk
één of meermes
(sen
),kennelijk bestemd tot het
in verenigingbegaan van dat misdrijf,
heeft verworven en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/ofvoorhanden heeft gehad;
of omstreeks08 augustus 2017 te Gouda [aangever] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, door die [aangever] dreigend de woorden toe te voegen "Een volgende keer steek ik
je/hem in je hart"
en/of dreigend schriftelijk de woorden toe te voegen "Kijkt u alstublieft goed naar uw oogappel, als ik haar verpletter", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
voorbereiding van moord.
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden.
8 (acht) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat:
zolang de reclassering dit verbod noodzakelijk acht;
dadelijk uitvoerbaarzijn.