Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
hij op of omstreeks 11 augustus 2017 te 's-Gravenhage ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen met kracht tegen het hoofd/gezicht, althans het lichaam, van die [slachtoffer 1] heeft getrapt/geschopt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 11 augustus 2017 te 's-Gravenhage [slachtoffer 1] heeft mishandeld door met kracht tegen het hoofd/gezicht, althans het lichaam, die [slachtoffer 1] te trappen/schoppen;
of omstreeks11 augustus 2017 te 's-Gravenhage ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen met kracht tegen het
hoofd/gezicht
, althans het lichaam,van die [slachtoffer 1] heeft getrapt
/geschopt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
poging tot zware mishandeling.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
90 (negentig) dagen;
89 (negenentachtig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
taakstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 90 dagen
hechtenis;
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
€ 1.006,57 (duizend zes euro en zevenenvijftig cent) bestaande uit € 406,57 (vierhonderdzes euro en zevenenvijftig cent) materiële schade en € 600,00 (zeshonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening;
€ 1.006,57 (duizend zes euro en zevenenvijftig cent) bestaande uit € 406,57 (vierhonderdzes euro en zevenenvijftig cent) materiële schade en € 600,00 (zeshonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;