Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest d.d. 1 mei 2018
[naam 1] ,
Marma Vastgoed B.V.,
advocaat: mr. R. Smith te Rotterdam.
Het geding
De beoordeling van het hoger beroep
Zonder tegenbericht gaan wij ervan uit dat alle werkzaamheden, zoals genoemd in het vonnis en alle gebreken naar behoren zijn uitgevoerd en afgerond.”
“
Ik ben niet gehouden aan de door u gestelde termijn van een week, contractueel ben ik slechts gehouden aan het melden van gebreken. De door u en uw aannemer in overmaat geproduceerdeverborgen gebrekenvallen in een geheel andere categorie met een wettige responstermijn van 5 jaar en voor ernstige gebreken minimaal 60 dagen.Bovendien bezit ik geen enkele behoefte om opnieuw aan u te melden wat u bij herhaling niet of naar behoren uit wenst te voeren, ik hoef u slechts in gebreke te stellen - bij deze.”
Verder houdt de brief onder meer klachten in over de (volledigheid en kwaliteit van) uitgevoerde werkzaamheden.
met inachtneming van de termijn van veertien dagen, genoemd in het vonnis, op 18 juni a.s. om 10 uur uw woning (zal) bezoeken en het geleverde werk (zal) beoordelen. Wij nemen aan dat u ons daartoe in de gelegenheid stelt. Constateren wij dat de uitgevoerde werkzaamheden niet aan de, in redelijkheid te stellen, eisen voldoet of constateren wij dat gebreken genoemd in het vonnis niet of niet naar behoren zijn opgelost, dan zullen wij deze punten binnen veertien dagen nadien oplossen, mits u ons daartoe in de gelegenheid stelt.” Ten slotte wordt [appellant] in de brief voorgehouden dat, wanneer hij niet “
aan dit redelijk voorstel” meewerkt, hij in strijd handelt met het vonnis en dwangsommen van € 250,- per dag of dagdeel verbeurt. Deze zullen geïncasseerd worden.
“
2. [appellant] was bij de opname in aanwezigheid van zijn advocaat de heer mr. Dreef. [naam 2] heeft in eerste instantie verzocht of huurder mee wou lopen met de oplevering zodat hij puntsgewijs opmerkingen kon maken. De heer [appellant] en de heer Dreef wezen dit af. Na de opname heeft [naam 2] opnieuw gevraagd of huurder nog opmerkingen had. Huurder gaf aan dat wij al bekend zouden moeten zijn met de opmerkingen en wilde geen verdere toelichting geven.”
“
(…) Wij ontvingen uw brief d.d. 8 september 2015. (…)Van [naam 3] van MGVM VvE Management hebben wij vernomen dat er eerst een opname van de volgens de gemeente Den Haag in de aanschrijvingen noodzakelijk te verrichten werkzaamheden zal gaan worden gemaakt en meerdere aannemers daarvan een offerte zullen uitbrengen.Wij hebben daarop aangegeven daarmee te wachten gezien de procedure bij het Hof en het door ons bij de Gemeente Den Haag ingediende bezwaarschrift totdat de gemeente op ons bezwaar heeft beschikt.Wij maken eveneens bezwaar tegen het door u eenzijdig een datum voor werkzaamheden te dicteren.Het kan dan ook niet zo zijn dat SBC Aannemers opdracht heeft gekregen tot het uitvoeren van werkzaamheden.Wij nemen aan u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd, (…)”