Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest van 10 april 2018
Het verloop van het geding
Beoordeling van de incidentele vordering tot zekerheidstelling
dat de gedaagde een middel heeft om te voorkomen dat hij blijft zitten met een proceskostenveroordeling van de eiser die niet ten uitvoer kan worden gelegd omdat de eiser zich niet bevindt in Nederland, of een ander land waar een Nederlandse rechterlijke uitspraak kan worden geëxecuteerd.’ [2]
Beoordeling van de incidentele vordering tot voeging
Slotsom en proceskosten
In het incident tot zekerheidstelling
Beslissing
- wijst de incidentele vordering tot zekerheidstelling van de MHCS c.s. af;
- veroordeelt MHCS c.s. in de kosten van het door haar opgeworpen incident;
- begroot deze kosten tot op deze uitspraak aan de zijde van JMN c.s. op € 894,- voor salaris advocaat, binnen veertien dagen na heden tegen deugdelijk bewijs van kwijting aan JMN c.s. te betalen, met bepaling dat vanaf de veertiende dag daarover de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW verschuldigd zal zijn tot aan het moment van algehele betaling;
- laat JMN c.s. toe zich te voegen aan de zijde van Top Logistics;
- veroordeelt MHCS c.s. in de kosten van het incident;
- begroot deze kosten tot op deze uitspraak aan de zijde van Top Logistics op nihil;
- begroot deze kosten tot op deze uitspraak aan de zijde van JMN c.s. op € 1.788,- voor salaris advocaat, binnen veertien dagen na heden tegen deugdelijk bewijs van kwijting aan JMN c.s. te betalen, met bepaling dat vanaf de veertiende dag daarover de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW verschuldigd zal zijn tot aan het moment van algehele betaling;
- verwijst de zaak naar de rol van vier weken na heden voor het nemen van een memorie van grieven door Top Logistics en een memorie gevoegde partij door JMN c.s.;
- houdt iedere verdere beslissing aan.