Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 18 december 2018
[de vrouw] ,
[de man] ,
Het verloop van het geding
Recapitulatie
Beoordeling van het hoger beroep
- partijen zullen ieder bij akte één deskundige aanwijzen; deze deskundigen zullen vervolgens door het hof worden benoemd;
- de beide te benoemen deskundigen zullen de opdracht krijgen om gezamenlijk een derde deskundige aan te wijzen;
- de drie deskundigen zullen tezamen het onroerend goed taxeren;
- voor de waardering zullen zij uitgaan van drie waarderingspeildata, te weten: 1) de waarde van het onroerend goed ten tijde van de ontbinding van de huwelijksgemeenschap, 2) de waarde van het onroerend goed ten tijde van de taxatie en 3) de waarde van het onroerend goed ten tijde van de taxatie maar met abstrahering van de door de man en/of zijn familie aangebrachte verbeteringen;
- de deskundigen zullen daarnaast nog een vierde waardering uitvoeren, namelijk de waarde van het onroerend goed zoals het ten tijde van de ontbinding van de huwelijksgemeenschap was samengesteld, derhalve een waardering onafhankelijk van externe factoren, zoals de aanleg van een grote brug;
- de hiervoor vermelde waarderingen zullen bindend door de drie deskundigen worden vastgesteld;
- de deskundigen zullen partijen uitdrukkelijk in de gelegenheid stellen in persoon dan wel bij volmacht aanwezig te zijn bij de waardering(en);
- partijen zullen bij die zelfde akten ieder aanvullende vragen kunnen formuleren voor de deskundigen;
- het rapport van de eerder benoemde deskundige, [Deskundige een] , zal ter zijde worden gesteld en dit rapport zal geen rol meer spelen bij de nieuwe waardering;
- de kosten van de deskundigen zullen in debet worden gesteld en deze zullen door de vrouw kunnen worden voldaan bij gelegenheid van de toedeling van de onroerende zaak aan de man;
- nadat de deskundigen over hun gezamenlijke taxaties rapport hebben uitgebracht aan het hof zullen partijen zich nog mogen uitlaten over welke waardering (peildatum) in hun visie tot uitgangspunt moet worden genomen.
De vrouw heeft vermeld dat de heer [Deskundige twee] de opdracht zal aanvaarden. De vrouw heeft met betrekking tot de vraagstelling aan de deskundigen vermeld dat haars inziens de vierde vraag, althans de vierde waarderingspeildatum, gelijkluidend is aan de eerste. ‘De grote brug’ waarom het zou gaan is geopend in het jaar 2000 en toen waren partijen al veertien jaren uit elkaar.
De deskundigen
- de datum van ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap;
- de data (eventueel ondersteund door officiële documenten) van eventueel aangebrachte verbeteringen/veranderingen;
- de perceelkaarten (en eventueel de hypothecaire uittreksels) van de objecten;
- een persoon die de objecten kan aanwijzen en de loop van gebeurtenissen met betrekking tot de veranderingen/verbeteringen kan aangeven.
het hof begrijpt: 23 november 2018) een kostenbegroting van hen ontvangt.
Verdeling
€ 700,- zou ontvangen, was er ook geen grond om haar in eerste aanleg een dwangsom op te leggen. In hoger beroep ziet het hof evenmin aanleiding voor het opleggen van een dwangsom, zodat de vordering van de man ter zake zal worden afgewezen.