Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Het geding
2.Feiten, vordering en oordeel van de kantonrechter
3.Beoordeling van het hoger beroep
is als vakbondsconsulent een aanspreekpunt voor collega’s, geen belangenbehartiger’, naar een aantal passages uit het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg als weergegeven in punt 33 van haar beroepschrift, alsmede naar haar eigen correspondentie aan [verweerder] waarin zij hem hierop heeft gewezen. [verweerder] heeft een en ander gemotiveerd bestreden. Hij wijst er onder andere op dat hij naast vakbondsconsulent ook kaderlid van de FNV is en hij momenteel de enige vakbondsconsulent namens FNV bij DB Cargo is.
Het is niet zo dat [verweerder] als vakbondsconsulent geen enkele vorm van belangenbehartiging zou kunnen verrichten. Dat is ook gebruikelijk bij andere vakbondsconsulenten.”). Van een erkenning van de juistheid van de stelling van DB Cargo dat het [verweerder] niet is toegestaan als belangenbehartiger op te treden is naar het oordeel van het hof gelet op het voorgaande geen sprake.
Hij of zij staat (toekomstige) leden te woorden, beantwoordt hun vragen en helpt hen met hun problemen op te lossen of verzorgt de intake voor de dienstverlening in de tweede lijn”).Overigens blijkt uit de website van FNV, waarnaar DB Cargo ook heeft verwezen, voor zover zou moeten worden aangenomen dat [verweerder] niet als senior vakbondsconsulent of als FNV consulent+ kan worden aangemerkt, dat ook een vakbondsconsulent 1e lijn volgens de functieomschrijving een bijdrage levert aan het de-escaleren van conflicten. Naar het oordeel van het hof kan belangenbehartiging daaraan ook bijdragen.
wegens-verbod. DB Cargo heeft het ontbindingsverzoek ingediend omdat zij meent dat het onacceptabel is dat [verweerder] als belangenbehartiger blijft optreden en zich met individuele en collectieve zaken bemoeit die hem volgens DB Cargo niet aangaan. Het gaat dus niet zozeer om het lidmaatschap van de vakbond als wel om de wijze waarop [verweerder] daaraan invulling geeft en zijn houding en gedrag jegens DB Cargo. Dat het ontbindingsverzoek is ingediend
vanwegehet vakbondslidmaatschap van [verweerder] is naar het oordeel van het hof dan ook niet het geval, zodat van een opzegverbod geen sprake is. Dat het verzoek enig verband houdt met de plaatsing van [verweerder] op de kandidatenlijst van de OR is door DB Cargo gemotiveerd betwist en heeft [verweerder] in het licht van die gemotiveerde betwisting onvoldoende onderbouwd. Grief 1 in het incidenteel appel faalt.