Uitspraak
- een brief van 20 april 2017, ingekomen op 21 april 2017, met bijlagen;
- een brief van 25 april 2017, ingekomen op 26 april, met bijlage;
- een bericht van 11 januari 2018, ingekomen op diezelfde datum;
- een brief van 4 december 2017, ingekomen op 5 december 2017, met bijlage;
- een brief van 12 december 2017, ingekomen op diezelfde datum;
- een brief van 10 januari 2018, ingekomen op diezelfde datum, met als bijlage een journaalbericht van 9 januari 2018, met bijlage.
- de advocaat van de curandus;
- de curatoren, bijgestaan door hun advocaat.
- de curatele;
- de persoon van de curator(en).
- de curatele op te heffen, althans
- in plaats van de curatele enkel bewindvoering op te leggen, althans
- te bepalen dat de huidige curatoren van hun taak worden ontslagen en nieuwe, andere curatoren aan te stellen, althans
- een beslissing te nemen als het hof in goede justitie zal vermenen te behoren.
niet-ontvankelijk te verklaren, althans zijn verzoeken af te wijzen en de curandus te veroordelen in de kosten van dit geding, het salaris van de gemachtigde daaronder begrepen, de nakosten en de wettelijke rente over alle vergoedingen en kosten.
Ontvankelijkheid
De curatele
9 juni 2017 hebben (nogmaals) psychiatrische onderzoeken plaatsgevonden naar de geestelijke gesteldheid en de cognitieve vaardigheden van de curandus. Daarmee is tevens onderzoek gedaan naar zijn wilsbekwaamheid. De bevindingen van dit onderzoek zijn op 14 juni 2017 op schrift gesteld. Deze bevindingen willen de curatoren ter inzage geven aan het hof, maar niet in het geding brengen. Tot slot komt de curandus tot rust in het verzorgingstehuis. Hij wordt daar ondersteund en begeleid door de verpleging. Hierdoor eet de curandus op tijd en neemt hij tevens op tijd zijn medicijnen in, hetgeen daarvoor niet het geval was. Hierdoor heeft de curandus minder epileptische aanvallen en gaat het beter met hem.
De persoon van de curator(en)
niet geschikt zijn om als curator voor de curandus op te treden. [beoogde curator 1] heeft de curandus een contract laten ondertekenen met een datum die in het verleden lag. De curatoren zijn degenen die het belang van de curandus het beste (kunnen) dienen. Hun lot is aan dat van de curandus verbonden. Het vermogen van de curandus maakt deel uit van de huwelijksgemeenschap. [curator 1] zou zichzelf als echtgenote duperen en [curator 2] zou zichzelf als (enig) erfgenaam duperen indien zij de belangen van de curandus zouden schaden. [curator 2] heeft lange tijd met de curandus het bedrijf geleid. Het was de curandus zelf die haar heeft aangewezen als zijn opvolger en haar heeft opgeleid tot bestuurder van zijn bedrijf. Er is daarom geen sprake van enige belangenverstrengeling aan de zijde van de curatoren. Er wordt door de curatoren echter geen inmenging geduld in de wijze waarop zij hun taken als curatoren uitoefenen. Zij zijn immers degenen die verantwoordelijk zijn voor de verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding van de curandus. Zij betrekken de curandus daarbij voor zover hij tot een redelijke waardering van zijn belangen in staat kan worden geacht. In overleg met de artsen en verzorgers van de curandus stellen de curatoren vast of dit al dan niet het geval is.
27 november 2015 zijn de beide curatoren tot curator benoemd. De curandus was destijds niet bij de mondelinge behandeling die tot die beschikking heeft geleid, aanwezig. Het hof heeft in die beschikking overwogen dat de curatoren toen tot curator zijn benoemd met ingang van
1 april 2016 omdat naar verwachting van alle partijen de weerstand van de curandus tegen de benoeming van de (huidige) curatoren dan zou zijn weggenomen en hij geen uitdrukkelijke voorkeur meer zou hebben voor de benoeming van een andere persoon tot curator. Het hof constateert echter dat die weerstand nog altijd aanwezig is. Dat de curandus wantrouwend en achterdochtig is, hoort bij zijn ziektebeeld. Het hof is echter van oordeel dat aan het diepe wantrouwen van de curandus – daargelaten of dit voortkomt uit zijn ziektebeeld – niet zomaar voorbij kan worden gaan. Het wantrouwen levert bij de curandus een voortdurende onrust op, die maakt dat hij niet meer het gevoel heeft in een normale (familie)verhouding tot de curatoren te kunnen staan. Dit wantrouwen betreft niet alleen de curatoren maar ook personen die hen bijstaan. Dit belemmert het welzijn van de curandus. Het hof zal de curatoren daarom met ingang van heden ontslaan. Het betoog van de curatoren dat de familiecontacten in stand moeten worden gehouden, dat zij het meest betrokken op hem zijn en het meest voor de curandus kunnen betekenen – mede gelet op de bedrijfsvoering van het bedrijf – leidt niet tot een ander oordeel. Het ontslag als curator brengt niet met zich dat zij geen wezenlijke rol in het leven van de curandus kunnen blijven spelen en niet meer belangrijk voor hem zijn. Het hof acht het in het belang van de curandus dat de strijd tussen hem en zijn dochter tot een einde wordt gebracht. De verhoudingen dienen duidelijk te worden en de familie moet weer familie zijn. Het hof verwacht dat de benoeming van een derde tot curator er toe zal leiden dat de derde voor financiële kwesties ook als brug tussen de huidige curatoren en de curandus kan fungeren.
Bewijsaanbod
, [naam getuige] , [naam getuige] , de artsen en psychiaters die de curandus hebben onderzocht en hem begeleiden en overige personen die van de situatie en de gang van zaken op de hoogte zijn en daaromtrent helderheid kunnen verschaffen.
Proceskosten
14 februari 2018.