Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest d.d. 11 september 2018
[naam] ,
STICHTING VESTIA,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
primaireen verbod tot executie van het bodemvonnis van 30 december 2016, totdat in hoger beroep onherroepelijk zou zijn beslist, op straffe van een dwangsom,
subsidiaireen gebod tot opschorting van de tenuitvoerlegging van het bodemvonnis met minimaal één maand, althans totdat de hulpverlening van [appellante] vervangende woonruimte voor haar zou hebben gevonden en
meer subsidiairde veroordeling van Vestia om het gehuurde weer aan [appellante] ter beschikking te stellen, op straffe van verbeurte van een dwangsom. [appellante] heeft aangevoerd dat zij een constructief betalingsvoorstel heeft gedaan, dat zijzelf en haar meerderjarige zoon met ernstige gezondheidsproblemen kampen en dat zij bij ontruiming op straat komen te staan. Volgens [appellante] maakt Vestia dan ook misbruik van haar bevoegdheid als zij het bodemvonnis van 30 december 2016 zou executeren, althans zou executie van het vonnis tot een medische noodtoestand leiden.