Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
niettot het stelsel van strikte waarborgen behoorde dat (onverwijld) aan verdachte werd medegedeeld dat hij recht had op een tegenonderzoek.
dient te worden gewezenop zijn recht op tegenonderzoek.
In het proces-verbaal is door de opsporingsambtenaren aangekruist dat de verdachte het onderzoeksresultaat niet uitdrukkelijk heeft betwist. Voorts blijkt dat de verdachte heeft erkend na het nuttigen van alcoholhoudende drank als bestuurder te zijn opgetreden en het proces-verbaal, waarin het geconstateerde alcoholgehalte is vermeld, heeft ondertekend. Nu het proces-verbaal van politie geen verklaring of uitlating van de verdachte inhoudt, waaruit kan worden afgeleid dat de verdachte tegenover de politie het resultaat van het ademonderzoek heeft betwist en de verdachte ook in eerste aanleg en in hoger beroep de uitkomst van het ademonderzoek niet heeft bestreden, ziet het hof aanleiding te oordelen dat, hoewel de verdachte niet is gewezen op het recht op tegenonderzoek, sprake is geweest van een onderzoek als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a, WVW 1994.
geldboetevan
€ 850,00 (achthonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
17 (zeventien) dagen hechtenis.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
7 (zeven) maanden.