Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
Atalian B.V.),
1.Het verloop van het geding
2.Inleiding
3.Beoordeling van het hoger beroep
- een verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst ten onrechte is ontbonden;
- een verklaring voor recht dat [verzoekster] niet ernstig verwijtbaar heeft gehandeld;
- Atalian te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding ten bedrage van € 28.080,-, op straffe van een dwangsom voor het geval Atalian niet aan deze veroordeling voldoet;
- Atalian te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding als bedoeld in art. 7:683 lid 3 BW.
- een verklaring voor recht dat [verzoekster] niet ernstig verwijtbaar heeft gehandeld;
- Atalian te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding ten bedrage van € 28.080,-.
grief Ivoert [verzoekster] onder meer aan dat het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst verband houdt met ziekte en dat het opzegverbod als bedoeld in art. 7:671b lid 2 BW van toepassing is.
grieven I, II en IIIklaagt [verzoekster] dat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat [verzoekster] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door niet aan haar re-integratieverplichtingen te voldoen. [verzoekster] stelt dat zij lijdt aan een ernstige psychiatrische stoornis, waarmee zij in het verleden ook al te kampen had; zij is toen opgenomen geweest in een GGZ kliniek wegens een bipolaire stoornis met psychotische kenmerken. Na het overlijden van haar moeder in februari 2016 kwamen de klachten in de loop van dat jaar terug. Zij heeft zich tot haar huisarts gewend, die haar heeft doorverwezen naar Antes (voorheen: Delta). [verzoekster] heeft sindsdien weer medicatie. Haar ziektebeeld bracht mee dat zij geen weerstand kon bieden aan de stemmen die zij hoorde en die haar vertelden dat zij naar Kaapverdië moest gaan om voor haar vader te zorgen. Haar dochters hebben geprobeerd haar op andere gedachten te brengen, maar dat is niet gelukt. Volgens [verzoekster] kan haar in de gegeven omstandigheden niet worden aangerekend dat zij zich niet ten volle heeft gehouden aan haar re-integratieverplichtingen. In Kaapverdië – haar land van herkomst – heeft [verzoekster] meer rust ervaren en kon zij voor haar zieke vader zorgen. Zij heeft op Kaapverdië bovendien een psycholoog bezocht met wie zij in haar eigen taal over haar problemen kon spreken. Op het moment dat [verzoekster] naar Kaapverdië vertrok, was zij niet bij haar volle bewustzijn. Pas nu beseft zij wat de nadelige gevolgen van haar handelen zijn. Het is onjuist dat [verzoekster] sinds haar vertrek naar Kaapverdië geen contact meer heeft gehad met Atalian; haar dochter heeft gedurende haar ziekte contact doorlopend onderhouden met de casemanager. Atalian wist dus hoe slecht [verzoekster] eraan toe was. Gezien haar psychische toestand is er volgens [verzoekster] geen sprake van verwijtbaar handelen, laat staan van ernstig verwijtbaar handelen.
waakbewustzijn;
allopsychische en autopsychische depersonalisatie;
normaal denkpatroon, zonder de inhoud te veranderen;
euthyme stemming;
is op de hoogte van de aandoening en beseft dat het belangrijk is om de voorgeschreven psychofarmacologische behandeling te volgen.
Werkhervatting raad ik momenteel nog af”.[verzoekster] heeft voldoende onderbouwd dat haar beslissing om naar Kaapverdië te gaan is genomen onder invloed van deze ernstige psychiatrische stoornis. Het hof acht aannemelijk dat [verzoekster] als gevolg van deze stoornis in mei 2017 de gevolgen van haar vertrek niet heeft kunnen overzien, in die zin dat zij niet goed besefte dat dit zou betekenen dat zij haar re-integratieverplichtingen niet zou nakomen (en Atalian dit hoog zou opnemen). Daartoe acht het hof van belang dat Van Brakel op 26 april 2017 heeft vastgesteld dat [verzoekster] in een hypomane toestand verkeerde. In een dergelijke toestand kan – zo begrijpt het hof – een patiënt op excessieve wijze handelen en aldus onverstandige en voor zichzelf schadelijke dingen doen. Uit het rapport van Rodrigues Monteiro blijkt dat [verzoekster] voorts bij haar besluit om naar Kaapverdië te vertrekken onder invloed van “auditieve hallucinaties” heeft gehandeld. Atalian heeft de juistheid van (de vertaling van) dat rapport weliswaar in twijfel getrokken, maar het hof is van oordeel dat Atalian onvoldoende concreet heeft toegelicht waarom de overgelegde vertaling geen juiste vertaling zou zijn.
de bevelen in haar hoofd”, dat zij zich niet liet ompraten.
grief IVvoert [verzoekster] aan dat zij recht heeft op een transitievergoeding. Het recht op een transitievergoeding vervalt slechts in geval van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten. Deze grief slaagt dus.
4.Beslissing
- verklaart voor recht dat [verzoekster] niet ernstig verwijtbaar heeft gehandeld;
- veroordeelt Atalian tot betaling van een transitievergoeding ten bedrage van € 28.080,- bruto;