2.46.[appellant] heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. De gevorderde buitengerechtelijke kosten zullen worden toegewezen tot ten hoogste het bedrag van de wettelijke staffel zoals vermeld in artikel 2 van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.
recht doende in hoger beroep:
- vernietigt het tussen partijen gewezen vonnis van 31 augustus 2016, en
- verklaart voor recht dat de onderhavige overeenkomst van aanneming tussen [appellant] en Camperbouw is ontbonden;
- verklaart voor recht dat Camperbouw aansprakelijk is voor de door [appellant] geleden en nog te lijden schade als gevolg van de toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst, welke schade dient te worden opgemaakt bij staat en te worden vereffend volgens de wet;
- veroordeelt Camperbouw tot betaling aan [appellant] van een bedrag van € 260.000,-- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 april 2015 tot de dag der algehele
voldoening, waartegenover [appellant] dient mee te werken aan teruglevering van de truck behoudens het kale chassis, op kosten van Camperbouw;
- veroordeelt Camperbouw tot betaling aan [appellant] van de buitengerechtelijke kosten ter hoogte van EUR 3.075,--;
- veroordeelt Camperbouw in de kosten van de procedure in eerste aanleg, tot op heden aan de zijde van [appellant] begroot op € 387,87 aan verschotten (te weten € 99,87 aan explootkosten en € 288,-- aan griffierecht) en € 4.000,-- aan salaris advocaat (2 punten volgens Tarief VI van € 2.000,-- per punt), en op € 131,-- aan nasalaris voor de advocaat, nog te verhogen met € 68,-- indien niet binnen 14 dagen na aanschrijving in der minne aan dit arrest is voldaan en vervolgens betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden, en bepaalt dat deze bedragen binnen 14 dagen na de dag van de uitspraak dan wel, wat betreft het bedrag van € 68,--, na de datum van betekening, moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan deze bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf het einde van genoemde termijn van 14 dagen;
- wijst af het anders of meer gevorderde;
- wijst de reconventionele vorderingen van Camperbouw af;
- veroordeelt Camperbouw in de proceskosten in eerste aanleg, tot op heden aan de zijde van [appellant] begroot op nihil aan verschotten en € 2.000,-- aan salaris advocaat (1 punt volgens Tarief VI), en op € 131,-- aan nasalaris voor de advocaat, nog te verhogen met € 68,-- indien niet binnen 14 dagen na aanschrijving in der minne aan dit arrest is voldaan en vervolgens betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden;
in conventie en in reconventie voorts
- veroordeelt Camperbouw in de proceskosten in principaal appel, tot op heden aan de zijde van [appellant] begroot op € 412,87 aan verschotten (te weten € 99,87 aan explootkosten en
€ 313,-- aan griffierecht) en € 7.838,-- aan salaris advocaat (2 punten volgens nieuw Tarief VI van € 3.919,-- per punt), en op € 157,-- aan nasalaris voor de advocaat, nog te verhogen met € 82,-- indien niet binnen 14 dagen na aanschrijving in der minne aan dit arrest is voldaan en vervolgens betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden, en bepaalt dat deze bedragen binnen 14 dagen na de dag van de uitspraak dan wel, wat betreft het bedrag van € 82,--, na de datum van betekening, moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan deze bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf het einde van genoemde termijn van 14 dagen;
- veroordeelt Camperbouw in de proceskosten in incidenteel appel, tot op heden aan de zijde van [appellant] begroot op nihil aan verschotten en € 3.919,-- aan salaris advocaat
(1 punt volgens nieuw tarief VI), te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen vanaf 14 dagen na de betekening van dit arrest;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad ten aanzien de hiervoor vermelde veroordelingen.
Dit arrest is gewezen door mrs. P.M. Verbeek, M. Flipse en S. Dijkstra, en is uitgesproken ter openbare zitting van 19 juni 2018 in aanwezigheid van de griffier.