Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
1.[naam 1] ,
2.Inleiding
3.De beoordeling van het hoger beroep
3.Beschouwing
(…)
1.De situatie na ongeval
(…)
De situatie na het ongeval.
2.De hypothetische situatie zonder ongeval
4.Het genezingsproces en de opstelling van betrokkene daarin
grieven VII tot en met IXkomt Aegon op tegen het oordeel van de rechtbank dat – kort gezegd – niet is gebleken van fraude. Aegon heeft aangevoerd dat de klachten van [appellanten] aantoonbaar door simulatie zijn voorgewend en dat zij zich jegens Aegon schuldig heeft gemaakt aan een onrechtmatige daad. Aegon heeft zich daarbij beroepen op het rapport van [de adviserend arts en neuroloog] , welk rapport volgens haar is te beschouwen als een gezamenlijke expertise (
grief III) omdat Aegons verzoek aan [de adviserend arts en neuroloog] om de medische informatie te beoordelen, is gedaan met medeweten en instemming van [appellanten] . Volgens Aegon heeft de rechtbank het rapport van [de adviserend arts en neuroloog] ten onrechte buiten beschouwing gelaten (
grief IV). Daarnaast heeft Aegon zich beroepen op de uitkomsten van het observatieonderzoek dat in maart en april 2012 heeft plaatsgevonden en op nog enkele feiten en omstandigheden die hieronder nader zullen worden besproken. Aegon heeft bewijs aangeboden van haar stelling dat [appellanten] opzettelijk onware verklaringen heeft afgelegd tegenover Aegon en de door haar ingeschakelde deskundigen over haar klachten en beperkingen als gevolg van het ongeval (
grief XIV; memorie van grieven nr. 159 sub B).
Grief IIIfaalt dus.
Grief IVslaagt echter. De omstandigheid dat [de adviserend arts en neuroloog] een niet praktiserend neuroloog is die niet over enige specialistische kennis van de psychiatrie beschikt, betekent nog niet dat de conclusies van [de adviserend arts en neuroloog] geheel buiten beschouwing gelaten moeten worden. Bij de beoordeling van de zaak zal het hof uiteraard wel rekening houden met het feit dat [de adviserend arts en neuroloog] niet over specialistische kennis beschikt op het terrein van de psychiatrie. Het hof stelt vast dat – anders dan Aegon kennelijk meent – het rapport van [de adviserend arts en neuroloog] niet zonder meer tot de conclusie noopt dat [appellanten] bewust simuleert. [de adviserend arts en neuroloog] – die [appellanten] nimmer heeft gezien – concludeert immers enkel dat sprake is van een beeld passend bij simulatie; hij laat de mogelijkheid van een psychische stoornis open.
grieven VII en VIII).
verzekeringsfraudeof andere vormen van oneigenlijk gebruik van verzekeringsproducten of diensten is ontstaan” (art. 1.1 Gedragscode). Naar het oordeel van het hof kon bij Aegon in 2012 redelijkerwijs gerede twijfel bestaan over de juistheid van de door [appellanten] gepresenteerde feiten. Hiervoor is het volgende redengevend:
de sensibele stoornissen zoals betrokkene deze aangeeft”.Dit blijkt uit het zakelijk rapport van [de neuroloog 2] , dat hij gelijktijdig met het geneeskundig rapport heeft uitgebracht. Het gaat dus veeleer om een omschrijving van de klachten van [de neuroloog 2] dan om een medische diagnose.
- [appellanten] heeft steeds te kennen gegeven dat zij geen kleding aan haar been zou kunnen verdragen en alleen op slippers zou kunnen lopen, maar uit het onderzoek blijkt dat zij gekleed gaat in een strakke spijkerbroek en laarsjes.
- [appellanten] stelt dat zij grote moeite heeft met zitten, maar uit het observatieonderzoek blijkt dat zij probleemloos op de passagiersstoel in de auto plaatsneemt, waarna zij zonder problemen een autorit van een uur kan uitzitten.
- [appellanten] heeft steeds te kennen gegeven dat zij moeite heeft met “normaal” lopen, maar uit het onderzoek blijkt dat zij moeiteloos en zonder enige beperkingen van haar linkerbeen afstanden loopt. Ook is gezien dat zij zonder belemmeringen met grote passen en in een hoog tempo een onregelmatig talud op en af kan lopen
- [appellanten] kan probleemloos een koffiezetapparaat dragen en kan zich zonder belemmeringen in de auto buigen om het apparaat neer te zetten.
- [appellanten] is in staat tot het probleemloos voeren van gesprekken en kan haar hoofd zonder problemen van links naar rechts draaien. Ook is zij in staat een popconcert bij te wonen.
grieven I en II en V-VIaangevoerd dat de beperkingen die [appellanten] stelt te hebben, niet zijn vastgesteld en niet aan het ongeval op 17 september 2004 toerekenbaar zijn. Om die reden is zij van mening dat [appellanten] het voorschot op grond van onverschuldigde betaling dient terug te betalen.
- Voorts zou het hof willen kunnen beschikken over financiële informatie van [appellanten] betrekking hebbend op de drie jaar voorafgaand aan het ongeval. Het gaat dan met name om informatie (arbeidscontract, salarisstroken) over haar dienstverband bij het Bowlingcentrum de Merwehal. Het hof verzoekt [appellanten] ook om het vonnis van de kantonrechter uit 2003 (inzake een arbeidsgeschil met een voormalig werkgever) over te leggen, waaraan zij refereert in nr. 85 van de memorie van antwoord.
- Het hof overweegt dat het nuttig zou kunnen zijn als [appellanten] wordt onderzocht door een – door het hof benoemde – psychiater, gespecialiseerd in pijnklachten als die van [appellanten] . De deskundige zou – zowel op basis van het dossier als door middel van persoonlijk onderzoek – niet alleen de herkomst van de klachten van [appellanten] moeten onderzoeken en de daaraan te verbinden diagnose(s), maar ook concrete voorstellen moeten doen voor een nadere behandeling van [appellanten] . Ook zou aan de deskundige moeten worden gevraagd in hoeverre de hiervoor gesignaleerde discrepanties verklaarbaar zijn vanuit de door hem/haar gestelde diagnose. Het hof wil met partijen van gedachten wisselen hoe een dergelijk onderzoek vorm zou moeten worden gegeven. Het hof geeft partijen in overweging om voorafgaand aan de comparitie met elkaar in overleg te gaan over de wijze waarop het onderzoek zou moeten plaatsvinden, alsmede de persoon van de deskundige(n).
- Tot slot zal aan de orde komen het bewijsaanbod van Aegon ter zake van haar stelling dat [appellanten] simuleert. Het hof wil met Aegon bespreken of zij dit aanbod gestand wil doen en zo ja, op welke wijze zij dit bewijs dan denkt te gaan leveren.
4.Beslissing
- beveelt partijen in persoon, als het om een rechtspersoon gaat, deugdelijk vertegenwoordigd door een persoon die van de zaak op de hoogte is en bevoegd is om een schikking aan te gaan, vergezeld van hun raadslieden, voor het verstrekken van inlichtingen en het beproeven van een minnelijke regeling voor het hof te verschijnen in één der zalen van het Paleis van Justitie, Prins Clauslaan 60 te Den Haag;
- verzoekt partijen
- bepaalt dat [appellanten] de in dit arrest opgevraagde overige stukken
- verstaat dat het hof reeds beschikt over een kopie van de volledige procesdossiers in eerste aanleg en in hoger beroep, inclusief producties, zodat overlegging daarvan voor de comparitie niet nodig is;