2.12Bij brief van 5 december 2013 schreef het Pensioenfonds aan de gemachtigde van [appellant]:
De stellingen van de heer [appellant] komen in de kern op drie verschillende kwesties neer, te weten:
2. Voor de heer [appellant] zijn bij zijn uitdiensttreding enkele berekeningen gemaakt van de pensioenuitkeringen die hij mocht verwachten. Bij de omrekening van een VUT-recht is voor hem destijds een levenslang ouderdomspensioen ter grootte van EUR 9.876,- bruto per jaar berekend. Na de uiteindelijke omzetting bleek dat EUR 9.376,-- te zijn. De heer [appellant] eist aanvulling van dit pensioen tot het bedrag dat hem destijds is voorgehouden toen hij zijn besluit moest nemen.
3. In het verleden zijn voor de heer [appellant] op zijn verzoek enkele indicatieve pensioenberekeningen gemaakt in verband met de aankoop van een huis. In die berekeningen is abusievelijk geen rekening gehouden met de indexatie van het aan zijn gewezen partner toekomend deel van het ouderdomspensioen. De heer [appellant] eist dat het pensioenfonds de indexaties van dat pensioen tot 2007 voor eigen rekening neemt.
In deze brief zullen wij op deze drie aspecten nader ingaan.
Ad 2) Omrekening VUT-aanspraak naar levenslang pensioen
Hoewel de Ombudsman Pensioenen reeds in november 2010 heeft uitgesproken dat het pensioenfonds bij de omrekening correct heeft gehandeld, heeft het Pensioenfonds nog eens uitgebreid onderzoek gedaan naar de historie van deze kwestie.
Het bestuur van het pensioenfonds heeft geconcludeerd dat aan de heer [appellant] in het kader van de uitdiensttreding bedragen zijn voorgelegd, op basis waarvan hij besluiten moest nemen met betrekking tot zijn inkomen. Het bestuur is van mening dat bij de heer [appellant] op dat moment zodanige verwachtingen zijn gewekt dat hij er op mocht vertrouwen dat de genoemde bedragen ook correct waren.
Het bestuur heeft dan ook besloten om aan de heer [appellant] alsnog de hogere uitkering toe te kennen, vermeerder met de toeslagen die vanaf vaststelling zijn toegekend.
Ad 3) Indexatie van verevend ouderdomspensioen
Een echtscheiding is een zaak tussen de echtelieden. Het fonds staat hier buiten. (…) In casu heeft de gewezen echtgenote een vordering op de heer [appellant].
In het echtscheidingsconvenant is duidelijk vastgelegd dat de Wet verevening pensioenrechten volledig van toepassing is, ook voor wat betreft de indexatie. (…)
Op grond van die wet heeft de gewezen echtgenote van de heer [appellant] recht op de toegekende indexaties (…).
Het is vervelend voor de heer [appellant] dat hij aanvankelijk niet altijd over de juiste informatie heeft beschikt, maar dat betekent niet dat ons fonds hem op enigerlei wijze financieel tegemoet moet komen
Als hij wel juist zou zijn geïnformeerd, zou het aan zijn gewezen echtgenote toekomende pensioen en zijn pensioen niet anders zijn. Verder wordt in de correspondentie geen schade gesteld die causaal verband houdt met die verkeerde informatie. Wij merken ook nog op dat, indien de gewezen echtgenote van de heer [appellant] komt te overlijden, het verevende pensioen inclusief indexaties weer aan de heer [appellant] zal worden uitgekeerd. (…)"