3.1.[appellant] vordert in hoger beroep – na wijziging van eis en samengevat – dat het hof het deelvonnis van 7 november 2014 en het eindvonnis van 24 april 2015 vernietigt en opnieuw rechtdoende, Vrije Academia veroordeelt tot betaling aan [appellant] van:
primairhet loon van € 1.446,60 bruto per maand, te vermeerderen met 8% vakantiebijslag, over de periode 1 februari 2012 tot 1 februari 2013, derhalve een totaalbedrag van € 18.747,94 bruto;
subsidiaireen bedrag van € 1.446,60 bruto per maand, te vermeerderen met 8% vakantiebijslag, over de periode 1 februari 2012 tot 1 juli 2012, derhalve een totaalbedrag van € 7.811,64 bruto;
meer subsidiaireen bedrag van € 1.755 netto terzake door [appellant] in ieder geval verrichte werkzaamheden, op basis van het door Vrije Academia gebruikte Excel-overzicht, in de periode 1 februari 2012 tot 1 juli 2012;
de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW over toegewezen loonbedragen;
de wettelijke rente over de aan [appellant] toegewezen bedragen vanaf de respectievelijke vervaldata; en
de proceskosten in eerste aanleg en in hoger beroep.