Uitspraak
[verdachte],
1.Onderzoek van de zaak
2.Procesgang
4.Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging
5.Geldigheid van de dagvaarding
6.Tenlastelegging
(Gevaarlijke stoffen)
7. Het vonnis waarvan beroep
8.Vaststaande feiten en omstandigheden
“Betuweroute”en
“Exploitatie/ Exploiteren Betuweroute”. Onder de definitie
“Betuweroute”valt het emplacement [locatie]. Onder de definitie “
Exploitatie/ Exploiteren Betuweroute”valt de beheertaken Capaciteitsmanagement en Verkeersleiding met betrekking tot het emplacement de [locatie]. Uit artikel 7.2 van de overeenkomst volgt dat [verdachte] met het oog op de exploitatie van de Betuweroute taken zal uitvoeren op het gebied van verkeersleiding, capaciteitsmanagement, infra- of assetmanagement en ICT. De beheertaken infra- of assetmanagement en ICT zake van “de [locatie]” zijn tot slot bij [medeverdachte] gebleven.
9.Standpunten
- Gelet op de memorie van toelichting, de Richtlijn 2008/68/EG (hierna: de Richtlijn) en de jurisprudentie is de Wvgs onverkort van toepassing;
- Het feit is gelet op de bestaande, intensieve samenwerking tezamen en in vereniging met de [medeverdachte] [medeverdachte] gepleegd.
“de [locatie]”betreft aan het oordeel van het hof. Voorts is door de verdediging overeenkomstig haar overgelegde en aan het proces-verbaal gevoegde pleitnotities bepleit dat de verdachte ter zake van het onder 1 ten laste gelegde primair dient te worden vrijgesproken, subsidiair dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging. Hiertoe is aangevoerd dat in alle gevallen het vereiste opzet ontbreekt, dat bewijs ontbreekt voor de afzonderlijk ten laste gelegde deelverwijten en dat medeplegen niet kan worden bewezen.
- Voor zover de voorschriften van de vigerende vergunning in strijd met de Richtlijn zouden zijn , dient desondanks van de geldigheid van deze voorschriften uit te worden gegaan gelet op het beginsel van de formele rechtskracht;
- Het feit is tezamen en in vereniging met de [medeverdachte] [medeverdachte] gepleegd;
- De verdachte heeft ter zake het onder 2 ten laste gelegde (kleurloos/voorwaardelijk) opzet.
10.Beoordeling
“verantwoordelijkheden betrokken partijen”dat ten tijde van het ten laste gelegde de verantwoordelijkheidsverdeling nog niet als zodanig expliciet was besproken tussen [verdachte] en [medeverdachte]. Per december 2011 is dat door de directies van [verdachte] en [medeverdachte] alsnog gedaan. Dit heeft tot de volgende tekst in het onderzoeksrapport geleid:
- Handelen of nalaten van iemand die hetzij uit hoofde van een dienstbetrekking, hetzij uit andere hoofde werkzaam is ten behoeve van de rechtspersoon;
- De gedraging past in de normale bedrijfsvoering van de rechtspersoon;
- De gedraging is de rechtspersoon dienstig geweest in het door hem uitgeoefende bedrijf;
- De rechtspersoon vermocht erover te beschikken of de gedraging al dan niet zou plaatsvinden en zodanig vergelijkbaar gedrag werd blijkens de feitelijke gang van zaken door de rechtspersoon aanvaard of placht te worden aanvaard. Onder aanvaarden is mede begrepen het niet betrachten van zorg die in redelijkheid van de rechtspersoon kon worden gevergd met het oog op voorkoming van die gedraging.
“De [locatie]”. Artikel 2 lid 4 van de Wvgs, waarop de verdediging in eerste aanleg een beroep heeft gedaan, beoogt handelingen uit te sluiten die betrekking hebben op het vervoer dat
uitsluitendbinnen een inrichting plaatsvindt. Daarvan is in het onderhavige geval geen sprake. Gegeven het standpunt van de verdediging in deze, namelijk dat zij zich refereren aan het oordeel van het hof, volstaat het hof met de vaststelling hiervan.
De bij het vervoer van gevaarlijke goederen betrokkenen(cursivering hof) moeten overeenkomstig de aard en de omvang van de
te voorziene gevaren(cursivering hof) maatregelen treffen, om schadegevallen te verhinderen en indien schade optreedt, de omvang daarvan zo beperkt mogelijk te houden. Zij moeten in elk geval de voor hen geldende bepalingen van het RID in acht nemen.”
11.Bewezenverklaring
(Gevaarlijke stoffen)
of omstreeks14 januari 2011 te Zwijndrecht, op het rangeeremplacement [locatie],
(een
)ander
(en),
althans alleen, al dan nietopzettelijk,
bij en/ofkrachtens de Wet vervoer gevaarlijke stoffen,
/of
of waaropzich gevaarlijke stoffen of resten daarvan bevinden, heeft laten staan
en/of laten liggenen
/of
, in elk geval één of meerdere,reservoir-
, en/of openwagen
(s
), waarvan twintig beladen waren met ethanol (UN 1170, klasse 3) en
/oftwee beladen waren met zwavelkoolstof (UN 1131, klasse 3) en
/oféén wagen leeg en ongereinigd was van fosfor (UN 2447, klasse 4.2) en
/oféén wagen leeg en ongereinigd was van een pyrofore metaal organische stof, vloeibaar reactief met water (UN 3394, klasse 4.2),
(fen
) (een)gevaarlijke stof
(fen
), als bedoeld in artikel 1 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen,
/ofin het RID (Reglement betreffende het internationale spoorwegverkeer van gevaarlijke goederen), zoals bedoeld in artikel 2 van de VSG voornoemd, in acht te nemen,
/ofhaar mededader
(s
)toen aldaar:
/of
(s
)en
/ofopdracht
(en
)van het Bedieningsvoorschrift door de heuvelprocesleider werden afgehandeld, en
/of
aan de machinistheeft gegeven toen het heuvelprocessysteem kritische (storings)meldingen tijdens het rangeren/heuvelen van genoemde wagens genereerde,
/of
twintig, althans een of meer (reservoir
)wagen
(s
)leeg en ongereinigdvan LPG en/of
beladen metstikstof op spoor 129
onmiddellijk/onverwijld
/zo spoedig als mogelijkuit/van de nabijheid van de brand/brandende reservoirwagen op spoor 131 werd(en) verplaatst
en/of
/of
/of
en/of (twee) verschillende wagenlijst(en)en
/of (een)onvolledige wagenlijst
(en
)verstrekt werd
(en
),
/of
/of
(en
) (voor
(trein
)wagens ten oosten van spoor 129), waar door de instanties voor de hulpverlening en de veiligheid om werd verzocht, niet verstrekt werd
(en
);
op ofomstreeks 14 januari 2011 te Zwijndrecht, op het rangeeremplacement [locatie],
(een
)ander
(en),
althans alleen,
een (of meer)voorschrift
(en
)van een omgevingsvergunning
dat (die
)betrekking had
(den
)op activiteiten als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, onder e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht,
heeft/hebben zij, verdachte, en
/ofhaar mededader
(s), toen aldaar:
(s
)en
/oflocatie
(s
)en
/ofinhoud en
/oflading
(en
)van (trein)wagen
(s
)niet duidelijk
was/waren omdat wagenlijst
(en
)niet overeenkwam
(en
)met de feitelijke situatie van de betreffende (trein)wagen
(s
)en
/of (twee) verschillende wagenlijst(en) en/of (een)onvolledige wagenlijst
(en
)verstrekt werd
(en
),
en/of wagenlijst(en) verstrekt werd(en) die de samenstelling van de trein(en) en/of de positie(s) van elke wagen in de trein(en) en/of UN-nummer(s) van gevaarlijke goederen en/of lading(en) niet (juist) aangaf/-gaven, en/of wagenlijst(en) niet onmiddellijk verstrekt werd(en) en/ofwagenlijst
(en
)(voor (trein)wagens ten oosten van spoor 129
)niet verstrekt werd
(en
)en
/of
twintig, althans een of meer (reservoir
)wagen
(s
)beladen met LPG en
/ofstikstof op spoor 129 niet
onmiddellijk/onverwijld
/zo spoedig als mogelijkwerd
(en
)verplaatst
/verwijderduit
/vande nabijheid van de
brand/brandende reservoirwagen op spoor 131;
/of
(conform RID)betrokken zijn, tijdig alle benodigde informatie zoals aard, omvang en locatie van onregelmatigheden verstrekt,
(s
)en
/oflocaties
(s
)en
/ofinhoud en
/oflading
(en
)van (trein)wagen
(s
)niet duidelijk
was/waren omdat
(en
), zoals die op verzoek van hulpverlenende instanties verstrekt werd
(en
), niet overeenkwam
(en
)met de feitelijke situatie van de betreffende (trein)wagen
(s
)en
/of (twee) verschillende wagenlijst(en) en/of (een)onvolledige wagenlijst
(en
)verstrekt werd
(en
)en
/of wagenlijst(en), zoals die op verzoek van hulpverlenende instanties verstrekt werd(en), de samenstelling van de trein(en) en/of de positie(s) van elke wagen in de trein(en) en/of UN-nummer(s) van gevaarlijke goederen en/of lading(en) niet (juist) aangaf/-gaven, en/of
(en
) (voor wagens ten oosten van spoor 129
), waar door hulpverlenende instanties om werd verzocht, niet verstrekt werd
(en
);
12.Bewijsvoering
13.Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
onder 1 bewezen verklaardelevert op:
onder 2 bewezen verklaardelevert op:
14.Strafbaarheid van de verdachte
15.Vordering van de advocaat-generaal
16.Strafmotivering
18.Toepasselijke wettelijke voorschriften
1 en 2bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
€ 100.000,-(honderdduizend euro).