10.3.Overwegingen met betrekking tot feit 2
Formele rechtskracht
Door de verdediging is, zakelijk weergegeven, het volgende aangevoerd. Bij besluit van 29 augustus 2012 is voor het emplacement de [locatie] aan de verdachte een nieuwe omgevingsvergunning (revisievergunning) verleend. De verdachte heeft tegen dat besluit beroep ingesteld. Bij uitspraak van 12 februari 2014 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS) dat beroep gegrond verklaard voor zover het was gericht tegen een aantal specifieke vergunningsvoorschriften en het besluit in zoverre vernietigd. Die voorschriften hadden niet in een omgevingsvergunning opgenomen mogen worden omdat de betreffende onderwerpen op basis van Europees unierecht alleen op grond van de gevaarlijke stoffenregeling (waaronder het RID) geregeld mogen worden. De voorschriften zijn in zoverre in strijd met het Europees unierecht, aldus de verdediging. De uitspraak van de ABRS is volgens de verdediging van belang voor de onderhavige zaak, nu de door de ABRS getrokken conclusies onverkort gelden voor de (thans aan de orde zijnde) voorschriften 2.1.10, 2.5.1. en 2.5.7. van de voordien geldende omgevingsvergunning van 28 augustus 1995.
Het hof overweegt als volgt.
Zoals hiervoor overwogen (onder 8.2) was de omgevingsvergunning van 28 augustus 1995 ten tijde van de brand de vigerende vergunning. Deze vergunning is niet in de daartoe openstaande rechtsgang bestreden en heeft dus formele rechtskracht verkregen. Dat betekent dat van de rechtmatigheid van die vergunning dient te worden uitgegaan. Daaraan kan het (gegrond verklaarde) beroep dat de verdachte tegen de later bij besluit van 29 augustus 2012 verleende revisievergunning heeft ingesteld niet afdoen. Dat (door ABRS partieel vernietigde) besluit betrof immers een andere vergunning dan de in de tenlastelegging genoemde omgevingsvergunning van 28 augustus 1995.
Slechts indien in een concreet geval de bezwaren door bijkomende omstandigheden zo klemmend worden zou aanleiding kunnen bestaan om op het beginsel van de formele rechtskracht een uitzondering te maken.
Het hof is van oordeel dat in dit geval de bezwaren die de verdediging heeft aangevoerd niet zo klemmend zijn, dat afwijking van voornoemd uitgangspunt is gerechtvaardigd. De omstandigheid dat onderdelen van de revisievergunning, die volgens de verdediging vergelijkbaar zijn met de voorschriften 2.1.10, 2.5.1. en 2.5.7. van de omgevingsvergunning van 28 augustus 1995, in strijd zouden zijn met het Europees unierecht acht het hof daartoe onvoldoende.
Het hof wijst er daarbij – ten overvloede – op dat de strijd met het Europees unierecht naar het oordeel van de ABRS daarin bestaat, dat de bepalingen van richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 geen basis bieden, ook niet voor zover die bepalingen zijn geïmplementeerd bij het RID, om aan een individuele vergunning voor een specifiek emplacement bijzondere veiligheidsvoorschriften voor rangeeractiviteiten met gevaarlijke stoffen te verbinden. De ABRS heeft echter niet vastgesteld dat die bijzondere veiligheidsvoorschriften uit de revisievergunning materieel strijdig zijn met die richtlijn of met andere (Europese) regelgeving.
Uit het bovenstaande volgt, dat het verweer dat de voorschriften 2.1.10, 2.5.1. en 2.5.7. van de omgevingsvergunning van 28 augustus 1995 vernietigd moeten worden, dan wel buiten toepassing moeten worden verklaard, dient te worden verworpen.
Medeplegen blusputten
Overigens kan ten aanzien van feit 2 voor zover het de markering en zichtbaarheid van de blusputten (vergunningvoorschrift 2.3.3) betreft, niet worden bewezen dat sprake is van medeplegen. Naar het oordeel van het hof ziet dit voorschrift louter op de fysieke inrichting van het emplacement [locatie] en valt het daarmee, onder verwijzing naar hetgeen hiervoor is overwogen, onder de verantwoordelijkheid van [verdachte]. Ten aanzien van dit onderdeel dient [medeverdachte] dan ook niet aangemerkt te worden als medepleger.
Mechanisch bijdruksysteem
(voorschrift 2.1.10)
Naar het oordeel van het hof kan niet bewezen worden dat de verdachte in strijd met dit voorschrift heeft gehandeld, nu dit voorschrift enkel ziet op het operationeel zijn van een mechanisch bijdruksysteem en niet ziet op de snelheid van de wagens die geheuveld zijn. De verdachte dient derhalve in zoverre van het ten laste gelegde te worden vrijgesproken.
11. Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
(Gevaarlijke stoffen)
Zij op
of omstreeks14 januari 2011 te Zwijndrecht, op het rangeeremplacement [locatie],
tezamen en in vereniging met
(een
)ander
(en),
althans alleen, al dan nietopzettelijk,
in strijd met het bepaalde
bij en/ofkrachtens de Wet vervoer gevaarlijke stoffen,
gevaarlijke stoffen met een vervoermiddel per spoor heeft vervoerd en
/of
een vervoermiddel, waarin
of waaropzich gevaarlijke stoffen of resten daarvan bevinden, heeft laten staan
en/of laten liggenen
/of
overige met het vervoer van gevaarlijke stoffen rechtstreeks samenhangende handelingen heeft verricht,
te weten vierentwintig
, in elk geval één of meerdere,reservoir-
, en/of openwagen
(s
), waarvan twintig beladen waren met ethanol (UN 1170, klasse 3) en
/oftwee beladen waren met zwavelkoolstof (UN 1131, klasse 3) en
/oféén wagen leeg en ongereinigd was van fosfor (UN 2447, klasse 4.2) en
/oféén wagen leeg en ongereinigd was van een pyrofore metaal organische stof, vloeibaar reactief met water (UN 3394, klasse 4.2),
zijnde die stof
(fen
) (een)gevaarlijke stof
(fen
), als bedoeld in artikel 1 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen,
zonder een of meer door de Minister van Verkeer en Waterstaat (per 14 oktober 2010 Minister van Infrastructuur en Milieu) gestelde regel(s) in de VSG (Regeling vervoer over de spoorweg van gevaarlijke stoffen) en
/ofin het RID (Reglement betreffende het internationale spoorwegverkeer van gevaarlijke goederen), zoals bedoeld in artikel 2 van de VSG voornoemd, in acht te nemen,
heeft/hebben zij, verdachte, en
/ofhaar mededader
(s
)toen aldaar:
(veiligheidsplichten)
in strijd met Voorschrift/randnummer 1.4.1.1 van het RID voornoemd niet voldaan aan de verplichting dat zij als betrokkene bij het vervoer van gevaarlijke goederen overeenkomstig de aard en de omvang van de te voorziene gevaren maatregelen treft om schadegevallen te verhinderen en/of indien schade optreedt, de omvang daarvan zo beperkt mogelijk te houden,
aangezien werd toegestaan en/of niet werd voorkomen dat
- de nood(stop)knop op het knuppelperron (van spoor 232) tijdens het rangeren/heuvelen door de rangeermedewerker/knuppelaar werd bediend/ingedrukt, zonder dat voor de bediening van de noodknop (een) (duidelijke) instructie(s) gold(en) en/of terwijl niet duidelijk was wanneer/in welke situatie(s) de noodknop mocht worden bediend,
- in strijd met het Bedieningsvoorschrift voor [locatie] Heuvelproces (waaronder hoofdstuk 3, paragraaf 3.3.4 en/of hoofdstuk 9)
a) genoemde wagens door de heuvelprocesleider werden gerangeerd/geheuveld terwijl het heuvelprocessysteem niet conflictvrij/storingsvrij was, en
/of
b) kritische (storings)meldingen in het heuvelprocessysteem tijdens het rangeren/heuvelen van genoemde wagens niet ieder afzonderlijk en/of per melding conform de instructie
(s
)en
/ofopdracht
(en
)van het Bedieningsvoorschrift door de heuvelprocesleider werden afgehandeld, en
/of
c) de heuvelprocesleider geen stopopdracht
aan de machinistheeft gegeven toen het heuvelprocessysteem kritische (storings)meldingen tijdens het rangeren/heuvelen van genoemde wagens genereerde,
-
twintig, althans een of meer (reservoir
)wagen
(s
)leeg en ongereinigdvan LPG en/of
beladen metstikstof op spoor 129
a) niet
onmiddellijk/onverwijld
/zo spoedig als mogelijkuit/van de nabijheid van de brand/brandende reservoirwagen op spoor 131 werd(en) verplaatst
en/of
b) gedurende enige uren in de nabijheid van de brand/brandende reservoirwagen op spoor 131 stond(en);
(veiligheidsplichten)
-in strijd met Voorschrift/randnummer 1.4.1.2 van het RID voornoemd niet voldaan aan de verplichting dat zij als betrokkene een mogelijk direct gevaar voor de openbare veiligheid onmiddellijk meldt aan de instanties voor de hulpverlening en de veiligheid en deze instanties voorziet van de voor hun optreden noodzakelijke informatie, en/of
-in strijd met Voorschrift/randnummer 1.4.3.6 van het RID voornoemd niet voldaan aan de verplichting dat zij als infrastructuurbeheerder er voor zorgt dat zij te allen tijde gedurende het vervoer snel en onbeperkt toegang heeft tot de informatie met betrekking tot:
-samenstelling van de trein, door vermelding van het nummer van elke wagen en het wagentype, indien dit niet onderdeel is in het wagennummer en
/of
-UN-nummers van de gevaarlijke goederen die in of op elke wagen worden vervoerd, of, indien alleen gevaarlijke goederen verpakt in gelimiteerde hoeveelheden worden vervoerd overeenkomstig Hoofdstuk 3.4, informatie die aanwezigheid daarvan aangeeft indien kenmerking van de wagen of de grote container overeenkomstig Hoofdstuk 3.4 is voorgeschreven en/of
-Positie van elke wagen in de trein (volgorde van de wagens),
aangezien positie(s) en/of locatie(s) en/of inhoud en/of lading(en) van (trein)wagen(s) niet duidelijk was/waren omdat
-wagenlijst(en), zoals die aan de instanties voor de hulpverlening en de veiligheid verstrekt werd(en), niet overeenkwam(en) met de feitelijke situatie van de betreffende (trein)wagen(s)
en/of (twee) verschillende wagenlijst(en)en
/of (een)onvolledige wagenlijst
(en
)verstrekt werd
(en
),
-wagenlijst(en), zoals die aan instanties voor de hulpverlening en de veiligheid verstrekt werd(en), de samenstelling van de trein(en) en/of de positie(s) van elke wagen in de trein(en) en/of UN-nummer(s) van gevaarlijke goederen en/of lading(en) niet (juist) aangaf(ven),
-wagenlijst(en), waar door de instanties voor de hulpverlening en de veiligheid om werd verzocht, niet snel verstrekt werd(en) en/ofwagenlijst
(en
) (voor
(trein
)wagens ten oosten van spoor 129), waar door de instanties voor de hulpverlening en de veiligheid om werd verzocht, niet verstrekt werd
(en
);
Zij
op ofomstreeks 14 januari 2011 te Zwijndrecht, op het rangeeremplacement [locatie],
tezamen en in vereniging met
(een
)ander
(en),
althans alleen,
in strijd heeft gehandeld met
een (of meer)voorschrift
(en
)van een omgevingsvergunning
dat (die
)betrekking had
(den
)op activiteiten als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, onder e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht,
te weten de krachtens de Wet Milieubeheer bij beschikking van 28 augustus 1995 met kenmerk DWM/102840 door Gedeputeerde Staten van Zuid - Holland verleende vergunning aan N.V. Nederlandse Spoorwegen (NS),
immers,
heeft/hebben zij, verdachte, en
/ofhaar mededader
(s), toen aldaar:
(te hoge snelheid van wagens)
-in strijd met Voorschrift 2.1.10 van die vergunning niet voldaan aan de verplichting dat wagens na het heuvelen op mechanische wijze tegen elkaar worden gedrukt met een gemiddelde oploopsnelheid van 1,5 m/s (en/of 5,4 km/u) en/of een maximale oploopsnelheid van 1,6 m/s (en/of 6 km/u),
aangezien reservoirwagens met wagennummers 33877849621-0 en/of 33877836263-6 en/of 33877965339-7 en/of 33877965320-7 (afloop 3) en reservoirwagens met wagennummers 33877853073-7 en/of 33877965202-7 en/of 33877853044-8 en/of 33877853398-8 (afloop 4) met een (oploop)snelheid van 6,8 m/s en/of 24,5 km/u respectievelijk 6,9 m/s en/of 24,8 km/u,
in elk geval (telkens) meer dan 1,6 m/s en/of 6 km/u op/tegen de (reservoir)wagens met wagennummers 33877850571-3 en/of 33877853048-9 en/of 33877851916-9 en/of 33877853019-0 (afloop 2) respectievelijk reservoirwagens met wagennummers 33877849621-0 en/of 33877836263-6 en/of 33877965339-7 en/of 33877965320-7 (afloop 3) zijn gekomen/gebotst;
(onvoldoende markering en herkenbaarheid van blusputten)
-in strijd met Voorschrift 2.3.3 van die vergunning niet voldaan aan de verplichting dat aansluitpunten en/of afsluiters en/of brandleidingen duidelijk gemarkeerd zijn en/of te allen tijde waarneembaar en/of bereikbaar zijn,
aangezien de blusputten onder het maaiveld lagen en/of op de blusputten platen/deksels lagen en/of de blusputten en/of de daarover heen liggende platen en/of deksels niet (duidelijk) waren gemarkeerd en/of de blusputten en/of de daarover heen liggende platen en/of deksels niet (duidelijk) waarneembaar waren;
(effectieve maatregelen treffen)
-in strijd met Voorschrift 2.5.1 van die vergunning niet heeft voldaan aan de verplichting om bij een ongewoon voorval met gevaarlijke stoffen binnen de inrichting onmiddellijk effectieve maatregelen te treffen om de gevolgen van de gebeurtenissen te beperken dan wel weg te nemen,
aangezien
a)positie
(s
)en
/oflocatie
(s
)en
/ofinhoud en
/oflading
(en
)van (trein)wagen
(s
)niet duidelijk
was/waren omdat wagenlijst
(en
)niet overeenkwam
(en
)met de feitelijke situatie van de betreffende (trein)wagen
(s
)en
/of (twee) verschillende wagenlijst(en) en/of (een)onvolledige wagenlijst
(en
)verstrekt werd
(en
),
en/of wagenlijst(en) verstrekt werd(en) die de samenstelling van de trein(en) en/of de positie(s) van elke wagen in de trein(en) en/of UN-nummer(s) van gevaarlijke goederen en/of lading(en) niet (juist) aangaf/-gaven, en/of wagenlijst(en) niet onmiddellijk verstrekt werd(en) en/ofwagenlijst
(en
)(voor (trein)wagens ten oosten van spoor 129
)niet verstrekt werd
(en
)en
/of
b)
twintig, althans een of meer (reservoir
)wagen
(s
)beladen met LPG en
/ofstikstof op spoor 129 niet
onmiddellijk/onverwijld
/zo spoedig als mogelijkwerd
(en
)verplaatst
/verwijderduit
/vande nabijheid van de
brand/brandende reservoirwagen op spoor 131;
(geen tijdige en/of onjuiste informatieverstrekking aan hulpverleningsdiensten)
-in strijd met Voorschrift 2.5.7 van die vergunning niet heeft voldaan aan de verplichting dat de centrale rangeerdienstleider of zijn/haar plaatsvervanger op verzoek van hulpverlenende instanties zoals de brandweer bij de bestrijding van onregelmatigheden, waarbij gevaarlijke stoffen
(conform RID)betrokken zijn, tijdig alle benodigde informatie zoals aard, omvang en locatie van onregelmatigheden verstrekt,
aangezien positie
(s
)en
/oflocaties
(s
)en
/ofinhoud en
/oflading
(en
)van (trein)wagen
(s
)niet duidelijk
was/waren omdat
wagenlijst
(en
), zoals die op verzoek van hulpverlenende instanties verstrekt werd
(en
), niet overeenkwam
(en
)met de feitelijke situatie van de betreffende (trein)wagen
(s
)en
/of (twee) verschillende wagenlijst(en) en/of (een)onvolledige wagenlijst
(en
)verstrekt werd
(en
)en
/of wagenlijst(en), zoals die op verzoek van hulpverlenende instanties verstrekt werd(en), de samenstelling van de trein(en) en/of de positie(s) van elke wagen in de trein(en) en/of UN-nummer(s) van gevaarlijke goederen en/of lading(en) niet (juist) aangaf/-gaven, en/of
wagenlijst(en), waar door hulpverlenende instanties om werd verzocht, niet tijdig verstrekt werd(en) en/ofwagenlijst
(en
) (voor wagens ten oosten van spoor 129
), waar door hulpverlenende instanties om werd verzocht, niet verstrekt werd
(en
);
Zij
op ofomstreeks 14 januari 2011 te Zwijndrecht, op het rangeeremplacement [locatie],
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
in strijd heeft gehandeld met een
(of meer)voorschrift
(en)van een omgevingsvergunning
dat (die
)betrekking had
(den)op activiteiten als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, onder e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht,
te weten de krachtens de Wet Milieubeheer bij beschikking van 28 augustus 1995 met kenmerk DWM/102840 door Gedeputeerde Staten van Zuid - Holland verleende vergunning aan N.V. Nederlandse Spoorwegen (NS),
immers, heeft
/hebbenzij, verdachte,
en/of haar mededader(s),toen aldaar:
(te hoge snelheid van wagens)
-in strijd met Voorschrift 2.1.10 van die vergunning niet voldaan aan de verplichting dat wagens na het heuvelen op mechanische wijze tegen elkaar worden gedrukt met een gemiddelde oploopsnelheid van 1,5 m/s (en/of 5,4 km/u) en/of een maximale oploopsnelheid van 1,6 m/s (en/of 6 km/u),
aangezien reservoirwagens met wagennummers 33877849621-0 en/of 33877836263-6 en/of 33877965339-7 en/of 33877965320-7 (afloop 3) en reservoirwagens met wagennummers 33877853073-7 en/of 33877965202-7 en/of 33877853044-8 en/of 33877853398-8 (afloop 4) met een (oploop)snelheid van 6,8 m/s en/of 24,5 km/u respectievelijk 6,9 m/s en/of 24,8 km/u,
in elk geval (telkens) meer dan 1,6 m/s en/of 6 km/u op/tegen de (reservoir)wagens met wagennummers 33877850571-3 en/of 33877853048-9 en/of 33877851916-9 en/of 33877853019-0 (afloop 2) respectievelijk reservoirwagens met wagennummers 33877849621-0 en/of 33877836263-6 en/of 33877965339-7 en/of 33877965320-7 (afloop 3) zijn gekomen/gebotst;
(onvoldoende markering en herkenbaarheid van blusputten)
-in strijd met Voorschrift 2.3.3 van die vergunning niet voldaan aan de verplichting dat aansluitpunten
en/of afsluiters en/of brandleidingenduidelijk gemarkeerd zijn en
/ofte allen tijde waarneembaar
en/of bereikbaarzijn,
aangezien
de blusputten onder het maaiveld lagen en/ofop de blusputten platen/deksels lagen en
/ofde blusputten en/of de daarover heen liggende platen en/of deksels niet
(duidelijk
)waren gemarkeerd en
/ofde blusputten en/of de daarover heen liggende platen en/of deksels niet
(duidelijk
)waarneembaar waren.
(effectieve maatregelen treffen)
-in strijd met Voorschrift 2.5.1 van die vergunning niet heeft voldaan aan de verplichting om bij een ongewoon voorval met gevaarlijke stoffen binnen de inrichting onmiddellijk effectieve maatregelen te treffen om de gevolgen van de gebeurtenissen te beperken dan wel weg te nemen,
aangezien
a)positie(s) en/of locatie(s) en/of inhoud en/of lading(en) van (trein)wagen(s) niet duidelijk was/waren omdat wagenlijst(en) niet overeenkwam(en) met de feitelijke situatie van de betreffende (trein)wagen(s) en/of (twee) verschillende wagenlijst(en) en/of (een) onvolledige wagenlijst(en) verstrekt werd(en), en/of wagenlijst(en) verstrekt werd(en) die de samenstelling van de trein(en) en/of de positie(s) van elke wagen in de trein(en) en/of UN-nummer(s) van gevaarlijke goederen en/of lading(en) niet (juist) aangaf/-gaven, en/of wagenlijst(en) niet onmiddellijk verstrekt werd(en) en/of wagenlijst(en) (voor (trein)wagens ten oosten van spoor 129) niet verstrekt werd(en) en/of
b)twintig, althans een of meer (reservoir)wagen(s) beladen met LPG en/of stikstof op spoor 129 niet onmiddellijk/onverwijld/zo spoedig als mogelijk werd(en) verplaatst/verwijderd uit/van de nabijheid van de brand/brandende reservoirwagen op spoor 131;
(geen tijdige en/of onjuiste informatieverstrekking aan hulpverleningsdiensten)
-in strijd met Voorschrift 2.5.7 van die vergunning niet heeft voldaan aan de verplichting dat de centrale rangeerdienstleider of zijn/haar plaatsvervanger op verzoek van hulpverlenende instanties zoals de brandweer bij de bestrijding van onregelmatigheden, waarbij gevaarlijke stoffen (conform RID) betrokken zijn, tijdig alle benodigde informatie zoals aard, omvang en locatie van onregelmatigheden verstrekt,
aangezien positie(s) en/of locaties(s) en/of inhoud en/of lading(en) van (trein)wagen(s) niet duidelijk was/waren omdat
wagenlijst(en), zoals die op verzoek van hulpverlenende instanties verstrekt werd(en), niet overeenkwam(en) met de feitelijke situatie van de betreffende (trein)wagen(s) en/of (twee) verschillende wagenlijst(en) en/of (een) onvolledige wagenlijst(en) verstrekt werd(en) en/of wagenlijst(en), zoals die op verzoek van hulpverlenende instanties verstrekt werd(en), de samenstelling van de trein(en) en/of de positie(s) van elke wagen in de trein(en) en/of UN-nummer(s) van gevaarlijke goederen en/of lading(en) niet (juist) aangaf/-gaven, en/of
wagenlijst(en), waar door hulpverlenende instanties om werd verzocht, niet tijdig verstrekt werd(en) en/of wagenlijst(en) (voor wagens ten oosten van spoor 129), waar door hulpverlenende instanties om werd verzocht, niet verstrekt werd(en);
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.